Karma
(Sanskriet voor handeling, lot)
Bijbelse duiding en weerlegging
Letterlijk: dadensaldo dat iemand tijdens zijn leven (en zgn. vroegere levens) heeft opgebouwd . Deze ‘kosmische schuld’ is bepalend voor de kwaliteit van iemands volgende reïncarnatie(s) en kan alleen door de persoon zelf worden gedelgd. Het bekende Hindoe geschrift Bhagavad Gita gaat uit van de leer van karma
Men rekent niet alleen met persoonlijk karma, maar ook van familiekarma (dat een generatie kan overslaan). Daarnaast kent men volkskarma en wereldkarma.
Met deze leer veegt Jobs ‘vriend’ Zofar in hfd 11 alle woorden van Job weg en moet zijn bittere klacht wijken voor de ijzeren karmische wet van oorzaak en gevolg.
In Job 35-36 gaat Elihu in tegen de voorstelling van God als een soort ‘kosmische boekhouder’ met een beroep op het wezen van Gods goedheid.