Christus is de enige weg tot het heil

Christelijk onderwijs in een multiculturele samenleving

Als christenen belijden wij Jezus Christus als Gods enige weg tot het heil. Het Evangelie is Gods enige heilsboodschap voor de van Hem gescheiden mensheid, die zich in onheil bevindt.
Bijbel & Onderwijs constateert dat christelijke scholen met deze belijdenis verschillend omgaan. Daarom zijn wij verheugd met de verklaring die hierover onlangs is verschenen. In deze verklaring doet het Theologisch Convent van Belijdende Gemeenschappen in Duitsland een klemmend appèl op christenen wereldwijd om alle religies te beoordelen in het licht van het Evangelie. Aangezien men zich hierbij ook richt tot het onderwijs, nemen wij–met toestemming van en dank aan het Reformatorisch Dagblad–enkele delen uit deze verklaring over.
In dit document worden wij herinnerd aan onze christelijke verantwoordelijkheid om de heilsopenbaring van God in Christus, die ons in de Heilige Schrift is toevertrouwd, te bewaren en aan anderen uit te dragen.

Dit betekent geen minachting van andere religies en hun culturele waarden. Ook willen wij niet onze eigen christelijk religie op een voetstuk plaatsen. Wat ons drijft, is wat in 1 Timotheüs 2:4 staat, namelijk dat God wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen.

Onze cultuur raakt steeds meer vervreemd van haar wortels, te meer daar andere, zich uitbreidende, vreemde godsdiensten grote invloed op het openbare leven hebben. Zelfs onze nationale identiteit wordt bedreigd (waarbij ons het fundament aan eeuwenlang aanvaarde waarden en normen wordt ontnomen).

In het licht van de toenemende onzekerheid waarin christenen en gemeenten verkeren, richt het Theologisch Convent zich daarom tot kerk en zending, theologie en onderwijs met het verzoek deze aan de Bijbel te toetsen, haar met elkaar te bespreken en in de eigen omgeving bespreekbaar te maken/uit te dragen. (hetgeen wij dus bij deze doen.)


Universele zelfopenbaring
De levende, drie-enige God, zoals Hij Zich aan de gehele mensheid in de Bijbel heeft geopenbaard, is tegenover alle goden van andere religies de alleen ware God. Wij geloven en belijden dat de Heilige Schrift ons in zowel het Oude als het Nieuwe Testament duidelijk zegt dat God van eeuwigheid de Ene is, Die Zich als levende en soevereine van alle valse goden principieel onderscheidt.

Deze drie-Enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, heeft de mens naar Zijn evenbeeld gemaakt. Hij is Schepper van iedereen en wil ook hun Verlosser en Vernieuwer zijn tot het doel van ieders leven. Aan Zijn bijbelse zelfopenbaring moeten alle godsvoorstellingen zichzelf op hun waarheidsgehalte toetsen. Godsdiensten waarin andere goden aangeroepen worden, laten dit na; zij handelen tegen het eerste gebod en beledigen Gods majesteit.

Wij wijzen de gedachte van de hand als zouden over het goddelijke en de levensgeheimen geen duidelijke leeruitspraken mogelijk zijn. Dat geldt ook voor het denken dat elke religie uit eenzelfde bron stamt en daarom gelijke zeggingskracht zou hebben. In Jesaja 44:6 staat duidelijk: “Ik ben de Eerste en de Laatste; buiten Mij is er geen God.”


Zondeval
Sinds de zondeval leven alle mensen vanaf hun geboorte zonder God. Zonder heil kunnen ze zichzelf niet bevrijden, ook niet via de weg van de godsdiensten. Al het menselijk onheil gaat terug op het menselijke verzet tegen de Schepper.

Alle buitenchristelijke religies en ideologieën met hun vermeende oplossingen voeren op een dwaalspoor. Zo bezien zijn alle religieuze systemen bedrieglijk, daar waar zij in hun denken de oorspronkelijke verhouding tot God en de breuk met Hem niet serieus nemen en vasthouden aan menselijke mogelijkheden tot herstel (van werken, rituelen en karma).

Nog gevaarlijker zijn die religieuze systemen -te denken valt aan mystieke Aziatische godsdiensten- die de eenheid tussen het menselijke zelf met de godheid leren. Wij verwijzen naar Romeinen 3:23 en Galaten 2:16.

Wij geloven en belijden dat God in Christus tot ons gesproken heeft. Door Zijn menswording en Zijn zoendood heeft Christus een verloren mensheid met God verzoend en van de verderfelijke macht van zonde, dood en duivel verlost. Door Zijn lichamelijke opstanding en hemelvaart heeft God Hem als de enige Middelaar tussen Zichzelf en de mensen aangesteld en Hem tot universeel Heer gemaakt over alle machten, alsmede als rechter der wereld. In gelovige toewijding aan Hem of door afwijzing van Hem ligt de beslissing tussen eeuwig heil of eeuwige verdoemenis.


Algemene openbaring
God heeft de mens naar Zijn beeld en tot gemeenschap met Hem geschapen en roept daarom ieder mens tot bekering (terugkeer tot God), Hand. 17:30-31. Ondanks de zondeval is in de mensheid een hunkering naar de nabijheid van God overgebleven. Daarin zien we Gods wil om de mensen in Zijn gemeenschap terug te brengen en door een geestelijke wedergeboorte van binnenuit te vernieuwen.

God heeft het ook de in zonde gevallen mensen mogelijk gemaakt om Hem en Zijn wil tot op zekere hoogte te kennen, opdat zij Hem zullen zoeken, eren en danken. Wij geloven en erkennen dat God Zich aan het begin van de geschiedenis aan de stamouders van het menselijk geslacht heeft geopenbaard en Zijn wil heeft bekendgemaakt. Dit kennen en vereren van de ene God der schepping bleef, hoewel vertroebeld en verdraaid, in de daaropvolgende generaties behouden. Ook na de verdrijving uit het paradijs, de zondvloed en de verstrooiing van de volkeren, heeft God Zich aan de mensen bekendgemaakt via de werken van Zijn schepping in Zijn macht, wijsheid en goedheid.

Daarom hebben vele buitenchristelijke religies voorstellingen van een machtige scheppergod -die waakt over goed en kwaad- , die wezenlijke trekken gemeen hebben met de bijbelse zelfopenbaring. Daarin weerspiegelen de voorchristelijke religies, hoewel ze de goddelijke waarheid verdraaid hebben, toch een deel van Gods orde in de onderhouding van de wereld. Daardoor bewaart God de mensheid in Zijn geduld en goedheid voor zelfvernietiging, opdat ze na de komst van de Verlosser Christus, door de verkondiging van het Evangelie het heil kan ontvangen. Op grond van deze algemene openbaring (onder meer volgens Genesis 9 en Romeinen 2) kunnen mensen aangesproken worden (zoals de Romeinse hoofdman Cornelius in Handelingen 10 en 11).


Benaderen van niet-christelijke godsdiensten
We geloven en erkennen dat naar het getuigenis van de Heilige Schrift de nietchristelijke religies door drie factoren worden bepaald:
* het lankmoedige werk van God in Zijn algemene openbaring ter voorbereiding van de heilsopenbaring,
* de religieuze praktijken van de mens,
* de verleidende werkzaamheid van satan en zijn demonen.

Voor een adequate beoordeling van de religies met het oog op onze confrontatie dienen wij deze factoren te onderscheiden. Zo mogen wij onze informatievoorziening over de andere religies niet beperken tot vermeende ‘neutrale’, algemene inlichtingen van de godsdienstwetenschappen. Alleen wanneer het totale getuigenis van de Schrift over buitenchristelijke religies tot zijn recht komt, kunnen de resultaten van godsdienstwetenschap in hun veelkleurigheid adequaat worden geduid.

Dit proces van toetsend onderscheid zal zich ook op onszelf als christenen moeten richten. Immers, het conflict tussen ware en valse religie gaat ten diepste tussen
– het levende vertrouwen op de Drie-enige God, Die Zich in Christus openbaart, en
– alle vormen van eigenmachtige religiositeit die niet uitgaan van het geloof in Jezus Christus.

Wanneer wij erkennen dat ook ons eigen christelijke bestaan voortdurend door religieuze ontaarding wordt bedreigd, zal dit ons christenen bewaren voor een zelfverzekerde of arrogante houding in de confrontatie met buitenchristelijke religies.


Apologetisch getuigenis
Wij geloven en erkennen, dat wij aan aanhangers van andere religies getuigenis dienen af te leggen aangaande Jezus Christus als Heere en Verlosser van de wereld. Deze dialoog kan echter nooit de bijbelse, onopgeefbare eis aan de kant schuiven, die luidt: de tot dan toe heersende religieuze machten af te zweren, zich in boete en geloof aan Jezus Christus als persoonlijke Heiland toe te vertrouwen en zich aan Hem als Heere te onderwerpen. Deze apostolische oproep geldt voor de aanhangers van alle religies, inclusief het jodendom en de islam.

Hiermee wijzen wij ook het vooroordeel van heden ten dage af dat dit standpunt fundamentalistisch en achterhaald is, omdat het zou voorbijgaan aan de spirituele werkelijkheid van de ‘andere manieren van geloven’. Wij citeren: “Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn” (Filippenzen 2:10).


Apocalyptisch perspectief
Met het voortschrijden van de geschiedenis van de mensheid naar het einde krijgt de wereld van de niet-christelijke religies een steeds duidelijker antichristelijk karakter.

Wij geloven en erkennen, dat Jezus Christus ons voorzegt dat in de eindtijd zich een toenemende activiteit van valse christussen zal voordoen, alsmede een antichristelijk wereldrijk op basis van ideële gelijkschakeling. Deze zal naar de overtuiging van vele exegeten de vorm krijgen van een eenheidsreligie die alle religies en ideologieën omvat.

Met het oog op de profetische voorzegging van een tot rijpheid komende wereldwijd en totalitair doorgevoerde vorm van syncretisme – de hoer Babylon uit Openbaring 17- moeten we de uitdrukkelijke wil van de Heer van de kerk serieus nemen, dat Zijn gemeente Hem bij Zijn wederkomst als een reine maagd wordt voorgesteld, van wie het geloof vrij is van heidense bevlekking (2 Corinthiërs 11:2, Openbaring 14).