APOSTELEN DEEL 2
Toen de discipelen een tijd bij Jezus geweest waren, kwam het moment dat Hij hen uitzond om als apostelen, boodschappers twee aan twee de boodschap van het Koninkrijk bekend te maken met de woorden: “Wie jullie ontvangt, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft.”
Door Jezus te volgen, werden mensen leerlingen, discipelen en beleden zij Hem. Zij kwamen er openlijk voor uit dat zij in Hem geloofden.
Toen Jezus hen uitzond, werden deze discipelen tot apostelen en getuigden zij van Hem. Zij vertelden wat zij van Hem hadden gezien en gehoord.
Na zijn opstanding en bij zijn hemelvaart, herhaalde Jezus deze opdracht met de woorden: “Wanneer de heilige Geest over jullie komt, zul je kracht krijgen, en jullie zullen getuigenis van mij afleggen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, ja, tot in de verste delen van de wereld.”