Handreiking aan ouders in het christelijk onderwijs

Doel is: ouders weerbaar te maken bij hun contacten met de school van hun kinderen, als zij kritiek hebben op onchristelijke tendensen in het onderwijs.

Motief is de tekst uit 2 Tim. 2:15: “Maak er ernst mede u wèl beproefd ten dienste van God te stellen, als een arbeider, die zich niet behoeft te schamen, doch rechte voren trekt bij het brengen van het woord der waarheid.”


Inleiding
Binnen het gezin probeer je je kind de christelijke waarden en normen bij te brengen en de liefde tot de Here Jezus te doen ervaren door een positief klimaat en een christelijk leefpatroon. Maar zodra het kind naar school gaat komt een belangrijk deel van de opvoeding bij anderen te liggen.
Zoon of dochter wordt onderwezen, opgevoed en beïnvloed door leerkrachten die misschien de christelijke identiteit accepteren, maar in lang niet alle gevallen ook praktiseren. Daardoor kan het gedrag van het kind in conflict komen met uw overtuiging en kunnen problemen met de school ontstaan. Omdat het een geestelijke strijd is, ontstaan soms grote spanningen, ergernissen en misverstanden.

Sommige ouders hebben er moeite mee het probleem aan de beroepsleerkracht duidelijk te maken; anderen bereiken hun doel niet omdat het aangekaarte probleem teveel weerstand oproept.

Het onderstaande beoogt een handreiking te zijn voor christenouders, die elkaar tot een hand en een voet willen zijn in een platform dat de christelijke opvoeding op de school wil ondersteunen.
Weerbaarheid
Emoties roepen emoties op, en in een emotionele sfeer kunnen gemakkelijk gevoelens gekwetst worden. Voor een weerbare presentatie dient men daarom de volgende drie stappen in de juiste volgorde te doorlopen:

1. Beschrijf het probleem; geef de feiten objectief weer

2. Maak duidelijk wat voor uitwerking het op je heeft; je emoties beschrijven, zonder emotioneel te worden.

3. Vertel wat jij wilt doen en/of wat je wilt dat anderen doen om het probleem te verhelpen; de manier om het actieproces op gang te brengen. Het verzoek moet specifiek zijn.
1. Beschrijf het probleem
Bij de eerste stap moet men zich concentreren op de feiten. De gevoelens moeten zoveel mogelijk uitgesloten worden. Het maakt een groot verschil of men zegt:

• “Die Schrijfdans-methode van jullie vind ik verschrikkelijk” in plaats van: “Mijn kind vertelde dat het zich niet fijn voelde bij de schrijfles”;

• “Die afschuwelijke Pokémon-kaarten zijn ook op jullie school” in plaats van “De kinderen op het schoolplein zijn Pokémon-kaarten aan het uitdelen”;

Het probleem als mening presenteren geeft gemakkelijk aanleiding tot meningsverschillen en ruzies. Wanneer de feiten correct weergegeven worden, bestaat er weinig kans dat hierover discussie ontstaat.

2. Geef aan wat voor uitwerking de feiten op je hebben
Na de eerste stap is er gelegenheid om de emoties te beschrijven, zonder echter emotioneel te worden. Het is niet de bedoeling de gevoelens de vrije loop te laten, maar de ander duidelijk te maken hoe je de feiten ervaart.

• Ik vind het niet juist, dat op een christelijke school de kinderen geleerd wordt om met de handen gekruist en het hoofd gebogen naar het eigen hart te luisteren;

• De geestelijke achtergrond van de Pokémon-kaarten wijzen wij in ons gezin af;

• De nachtmerries en het bedplassen ervaren wij in ons gezin als uitwerkingen van geestelijke boosheden waarover Paulus schrijft in de brief aan de Efeziërs.

Uiteraard mogen negatieve gevoelens geuit worden, maar de woorden die gesproken worden moeten voldoen aan de bijbelse norm: “Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; u moet weten, hoe u aan ieder het juiste antwoord moet geven.” (Col.4:6) Ga er in het begin altijd van uit dat iedereen goede bedoelingen heeft en een vriendelijke, tactvolle en diplomatieke behandeling verdient.
3. Vertel wat u wilt gaan doen of wat u wilt dat er gedaan wordt om het probleem te verhelpen.
Op deze wijze wordt het actieproces op gang gebracht. Wanneer niet gezegd wordt wat u wilt, kunnen de leerkrachten dat ook niet weten. Het verzoek of voorstel moet ook specifiek zijn.
Alleen zeggen dat de methode ‘Veilig leren lezen’ occult is, zal minder effect hebben dan vriendelijk vragen: “Ik heb materiaal voor u, zou u dat eens willen lezen?”

Omdat men zich richt op wat er gebeuren moet, voorkomt men dat er bij voorbaat negatieve gevoelens opgewekt worden bij de persoon die de boodschap ontvangt.

Voorbereiding
De maatschappij vertoont steeds meer onchristelijke tendensen en die invloed dringt ook door in de christelijke scholen. Deze beïnvloeding gaat zo geleidelijk, dat velen het niet merken. Men moet dus niet verbaasd zijn dat de leerkrachten niet begrijpen waarom u als christen verontrust bent. Als ouder is het dan ook wijs om zich goed voor te bereiden voordat men het gesprek met de school aangaat.

Als ouder kunt u zich toerusten tot een zinvol contact door:

• Gebruik te maken van materiaal van deskundigen, zoals bijvoorbeeld B&O dat uitgeeft;

• Zich in te leven in de situatie van de leerkracht, die zich gemakkelijk in zijn beroepseer aangetast kan voelen;

• Eenvoudige communicatieprincipes in acht te nemen, zoals: een neutrale toon aanslaan; niet te hard, niet te zacht, niet te snel, met juiste intonatie, en de gesprekspartner aankijken;

• Als groep van ouders regelmatig contact met elkaar te hebben, om elkaars kennis en deskundigheid te delen. Bijvoorbeeld communicatietechniek, bijbelkennis, enz Een dergelijke groep is het meest effectief in interkerkelijk verband.

Wij bevelen u aan om voor uw school een Platform te vormen waar ouders:

  1. elkaar kunnen attenderen op geestelijke gevaren en elkaar kunnen steunen;
  2. onderlinge deskundigheid kunnen uitwisselen;
  3. zichzelf kunnen oefenen in het effectief christelijk handelen wat betreft het onderwijs, door te werken aan concrete doelstellingen.

De vereniging Bijbel en Onderwijs wil daarin behulpzaam zijn.

dr. W. Hoek