New Age-Pädagogik, boekbespreking

New Age-Pädagogik, boekbespreking

Bespreking van het standaardwerk van dr. Reinhard Franzke over New Age Paedagogiek ofwel spirituele pedagogiek, die in Duitsland nog verder is voortgeschreden dan in Nederland, door drs. R.H. Matzken.

Voor sommigen in Nederland is professor Franzke geen onbekende. Sinds wij elkaar enkele jaren geleden hebben leren kennen, is er veel onderlinge uitwisseling geweest tussen Bijbel & Onderwijs en zijn Faith Centre in Hannover. Franzke?s grote verdienste is het grondige onderzoek dat hij verricht heeft op het gebied van wat wij hier noemen: de spirituele pedagogiek. Deze pedagogiek is niet zozeer gericht op het van buitenaf toeleiden van kennis naar het kind, maar brengt het (jonge) kind in contact met de ?wereld-van-binnen?, een ander woord voor de esoterische wereld van machten en geesten.

Franzke begint zijn boek met de vraag naar de oorzaken van de huidige mis?re in het Duitse onderwijs, dat wel heel schraal afsteekt bij de situatie in een land als Kenya dat hij regelmatig bezoekt. Hij onthult een aantal verborgen trends van de nieuwe pedagogiek en komt hierbij tot het volgende oordeel:

“De antiautoritaire revolutie is vooral een aanval op het gebod van de ouderliefde;
“de seksuele revolutie is een aanval op het gebod van de exclusieve man-vrouw relatie
“de esoterische revolutie is een aanval op de exclusieve liefde jegens God-alleen;
“de anti-humane revolutie is een aanval op het gebod van de naastenliefde.”

Over de meeste vormen van revolutie is al veel geschreven, maar het gebied van de esoterische revolutie wordt tot nu toe bijna geheel aan Dr. Franzke overgelaten. ?Doelen en werktuigen van de New-Age Pedagogiek? is de inzet van het Eerste deel van het boek, waarbij een bonte rij esoterische rituelen en technieken de revue passeert. Het tragische hierbij is dat deze middelen worden ingezet tegen de negatieve gevolgen van de voorgaande ?pedagogische revoluties, zoals een verstoorde relatie tussen leraar en leerling en een afkeer van alles wat niet ?ogenblikkelijk werkt? dat gepaard gaat met gebrek aan concentratievermogen en behoefte aan alles wat ?kickt?.

In het Tweede deel van het boek worden veelgebruikte technieken uitvoerig behandeld, waarbij met name wordt ingegaan op welke wijze de leerlingen hierbij worden betrokken:

  1. Hypnotische praktijken, waaronder de fenomenen Superleren en Suggestopedie;
  2. Magische en sjamanistische praktijken, waaronder de veelvoorkomendeFantasiereizen;
  3. Meditatieve praktijken uit het Verre Oosten, waaronder stilteoefeningen, yogische oogtechnieken, tekenen van mandala?s en waarnemingsoefeningen via een ?parcours der zintuigen?;
    Met name bij dit laatste is het heel moeilijk onderscheid te maken tussen het ?gewone? gebruik van de zintuigen en de wijze waarop ?tovenaarsleerlingen? worden getraind. Franzke levert hier een dringend-noodzakelijke oproep tot het trekken van grenzen.
  4. Magisch-religieuze indoctrinatie, waaronder Potter-pedagogiek en Heksen, griezel- en gruweltraining
  5. Spiritistische praktijken, waaronder zgn. ?creatief schrijven? (zoals bij de methoden ?Schrijfdans en ?Schrijven op maat?) en Kinesiologie, Brain gymn en Edu-kinesthetica. 
    Ook hier loopt weer een dunne lijn tussen ?normale? spier- en evenwichtsoefeningen en oefeningen die leiden tot hypnotische trance.
  6. Mystiek-anarchistische praktijken, zoals de thema-gecentreerde interactie (TZI),waarbij achtergronden als het Esalen-instituut worden belicht en als antichristelijke heilsleer worden afgewezen.
  7. Gezondheidsprogramma?s, zoals de Zoektocht naar ?het kleine ik?, Senso-Mobile enLions Quest, die vooral gebruikt worden bij programma?s tegen van verslaving en pesten.
  8. Bewegingsprogramma?s, zoals De School Beweegt (in Beieren en Nedersachsen). Hierbij teken ik aan dat ik in Nederland op dit gebied nog niets occults ben tegengekomen, maar waakzaamheid blijft geboden!

Zeer lezenswaard is het kernhoofdstuk in Deel 3Wezen en gevaren van de New-Age pedagogiek. Hierin toont Franzke duidelijk het religieuze, occulte en antichristelijke karakter aan van deze pedagogiek, die zich in zo korte tijd over alle Duitse bondsstaten heeft verbreid. Het postmoderne denken heeft bij de meesten de ogen gesloten voor het gewelddadige en destructieve karakter van deze door velen aangehangen pedagogiek. Boven alle levensbeschouwelijke en pedagogische bezwaren komt nog het didactische bezwaar, namelijk het leer- en prestatievijandig karakter van deze New-Age pedagogiek, waardoor een land als Duitsland zelfs dreigt terug te keren tot een onderwijsniveau dat zelfs onder het niveau van de meeste ontwikkelingslanden zou kunnen komen. En dat met alle financi?le injecties en geavanceerde hulpmiddelen waarover dit land met zijn hoogontwikkelde onderwijs, muziek en literatuur kan beschikken!

Helaas is dit allemaal geen theorie of angstvisioenen van de auteur. Dat blijkt wel uit een onderzoek van het (in Duitsland voorgeschreven) schoolprogramma in de deelstaat Beieren, waar veel van het bovenstaande per pagina wordt toegelicht, soms zelfs onder niet-verhullende namen als ?het instuderen van toverspreuken?.

Veel Duitse christenpedagogen kunnen Franzke niet op alle punten volgen, met name bij Waarnemingsoefeningen en Bewegingsprogramma?s. Soms lijkt Franzke hier inderdaad te ver te gaan, maar meestal is hij terecht de verguisde pionier wiens werk pas erkenning zal krijgen als de weeklacht van ouders en leraren zal klinken: “Hadden wij maar . . .!”

In zo?n uitvoerig werk ervaren wij het ontbreken van een Register van termen als een minpunt, ook al zijn de meeste termen wel via achtercover en de index bij de (sub)hoofdstukken terug te vinden.


Geldt dit nu ook voor Nederland?
Hoewel wij buurlanden zijn, liggen de dingen bij ons vaak heel anders dan in Duitsland. Om te beginnen hebben wij geen overheid die leermethoden in details voorschrijft en zijn de scholen bij ons hierin autonoom. Daardoor is de situatie bij ons veel meer genuanceerd dan bij onze Oosterburen, zeker bij het bijzonder onderwijs. Maar dat betekent niet dat er voor ons geen reden is tot grote ongerustheid, want met alle ?vrijheid van inrichting? komen bijna alle door Franzke gesignaleerde verschijnselen ook in onze scholen voor. Zelfs de lerarenopleidingen hebben hiervoor onvoldoende oog, hoewel dit bij enkele christelijke opleidingen gelukkig begint te veranderen.

Vandaar dat wij hier een oproep doen aan alle lezers van ons blad om ons te helpen deze waarschuwing uit te dragen naar de opleidingen, de christelijke scholen, ouders en kerken:

  1. Wilt u ons melden of zich in de school/scholen van uw kind(eren) een of meer van deze verschijnselen voordoen? Daarbij hoeven wij heus niet op heksenjacht te gaan, maar wel alert te zijn op de gebruikte methoden en materialen en vooral de ?oefeningen? in de klas. En zeker op eventuele gedragsveranderingen bij uw kind!
  2. Bijbel & Onderwijs heeft reeds over verschillende verschijnselen gepubliceerd. Zo is het boekje ?Met fantasie naar de Nieuwe tijd? uitgegeven en verschenen er de EDUkaternen ?Fantasiereizen? en ?Heksen- griezel en gruweltrainingen?; ?Nieuwetijdskinderen? en ?Beoordeling Schrijfdans?. Daarnaast overwegen wij de uitgave van een kleine brochure, als bewerking van Franzke?s ?Weest waakzaam, laat u niet verleiden?. Wij zouden graag van u willen vernemen of er belangstelling bestaat voor een duidelijke, samenvattende brochure in het kader van een kleine ?Anti-occultisme training? waarvan de prijs onder de 5 Euro zal blijven.
  3. Daarnaast zoeken wij mensen die bereid zijn om datgene wat zij op school tegenkomen, samen met datgene wat ons door dr. Franzke wordt aangereikt, nader te onderzoeken en te bewerken. Bij zo?n team zullen ook mensen van de pedagogische opleidingen betrokken worden. Veel vergaderen hoeft niet, hooguit een paar keer ter kennismaking en afstemming; voor het overige hebben wij immers Internet en E-mail!

Het zal mede van uw reacties afhangen in hoeverre wij ons voordeel kunnen doen met de studies die reeds zijn gedaan. En vooral: of wij samen in staat zijn om met het oog hierop de christelijke pedagogiek zodanig te ontwikkelen dat velen met waardering zullen zeggen: “Hoe geheel anders zijn zij die Christus hebben leren kennen en hierin hun kinderen onderwijzen!”