Medezeggenschapsraad en grondslag van de school

In de medezeggenschapsraad (M.R.) zijn de verschillende geledingen van de school vertegenwoordigd. Christen-ouders kunnen, door zich beschikbaar te stellen voor de M.R., invloed uitoefenen op het beleid van de school.

Uit onze Handreiking voor ouders (uit 1989) nemen wij het volgende over:
Vrijwel iedere school heeft een medezeggenschapsraad (M.R.) In deze raad zijn de verschillende geledingen, zoals leraren en ouders (bij het voortgezet en hoger onderwijs de leerlingen) vertegenwoordigd. De M.R. heeft, afhankelijk van het onderwerp, een adviserende of instemmende functie over zaken als:

  • schoolwerkplan (i)
  • schoolreglement (i)
  • beëindiging, inkrimping of uitbreiding van de werkzaamheden van de school, overdracht van de school en aangaan van een fusie (a)
  • aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame relatie met een andere instelling (a)
  • deelneming of beëindiging van deelneming aan een onderwijskundig project of experiment (a)
  • vaststelling of wijziging van benoemingsprocedures (i)
  • vaststelling of wijziging van het beleid t.a.v. het toelaten of verwijderen van leerlingen (a)
  • vaststelling of wijziging van regels op het gebied van veiligheid en gezondheid (i).

Afhankelijk van het reglement van de school heeft de M.R. voor deze en andere punten adviesrecht (a) en voor sommige van deze punten zelfs instemingsrecht (i). In dat laatste geval dient het schoolbestuur een voorgenomen besluit ter instemming voor te leggen aan de M.R. De wetgever heeft vastgesteld welke zaken vallen onder het instemmingsrecht en welke onder het adviesrecht. Vanwege de mogelijke invloed op de identiteit kunnen scholen vragen om ontheffing van de plicht tot het instellen van een M.R

Christenouders kunnen, door zich beschikbaar te stellen voor de M.R., invloed uitoefenen op het beleid van de school. Zij kunnen er mede op toezien dat het beleid van de school gebaseerd wordt/blijft op de grondslag. Voorts is het voor het goed functioneren van de M.R. van belang dat alle leden van de raad hebben ingestemd met de grondslag. Gelet op de bevoegdheid van de M.R. is het wenselijk dat alleen ouders die instemmen met de grondslag van de school, deel uitmaken van de M.R. Het is dan ook gewenst dat leden van de M.R. zich laten voorlichten omtrent actuele onderwerpen die de identiteit van de school mede-bepalen.
Meedoen aan de medezeggenschapsraad

Een vader schreef ons een bemoedigende brief, waaruit wij het volgende overnemen:
Na het bijwonen van een informatieavond is mijn belangstelling voor uw vereniging gewekt. Op die avond werd er met klem op gewezen dat wij onze kinderen dienen op te voeden voor de toekomende eeuw en niet voor de tijd waarin wij zijn opgegroeid. Deze stelling heeft mij alert gemaakt op datgene wat ik mijn kinderen wel en juist niet mee wil geven. Met name het begeleiden van mijn kinderen bij datgene waar ze via de televisie (video), school, zondagsschool, spelen op straat, e.d. mee worden geconfronteerd, is voor mij erg belangrijk.

Toen mijn vrouw en ik dus voor de keus kwamen naar welke (basis-) school wij onze kinderen wilden sturen, zijn wij hier heel bewust mee om gegaan. Biddend en informerend zijn wij op zoek gegaan naar een positief christelijke school waar datgene wat de Bijbel ons leert centraal stond. Ik moet erkennen dat dit geen gemakkelijke taak is. Op het moment dat je je hierin gaat verdiepen, blijkt dat er veel meer haken en ogen aan zitten dan je in eerste instantie denkt. Gelukkig hebben wij m.i. toch een school gevonden die (in grote lijnen) strookt met onze levensopvatting als kinderen van God.

Ondanks het feit dat we heel bewust een keus gemaakt hebben voor een bepaalde school, waren wij ons er terdege van bewust dat hiermee onze verantwoordelijkheid als ouders niet ophield. Wij proberen dan ook, op een positieve manier, een vinger aan de pols te houden bij alles wat onze dochter krijgt opgediend. Dit heeft er ook toe geleid dat ik mezelf, toen er een plaats vrij kwam, heb opgegeven voor de medezeggenschapsraad, wat ik nog steeds ben.

De MR krijgt allerlei post en lectuur die door de leden van de MR doorgelezen kan worden. Deze post rouleert tussen de MR-leden. Eerlijk gezegd moet ik toegeven dat ik lang niet alle post doorlees. In de praktijk komt het erop neer dat ik alles even doorblader en alleen de moeite neem om iets door te lezen als de kop of het onderwerp me aanspreekt. Eind vorig jaar heb ik een exemplaar van het magazine van Bijbel & Onderwijs meegenomen naar een MR-vergadering. Toen ik vroeg wie van de aanwezigen het blad kende, bleek dat slechts 1 (ouder-) lid van het bestaan ervan op de hoogte was. Hierop had ik al een beetje gerekend, zodat ik meerdere exemplaren had meegenomen.

Aan iedereen heb ik er toen een exemplaar gegeven met de vraag het eens door te lezen omdat het m.i. een goede zaak zou zijn om ook dit blad met de post van de MR te laten rouleren
Op de vorige MR-vergadering kwam een lid uit het lerarenteam terug op mijn vraag inzake Bijbel & Onderwijs. Ze vertelde dat het (proef-) exemplaar zeer goed van pas was gekomen. Het team van ‘onze’ school is de laatste tijd bezig geweest met het zoeken naar een nieuwe schrijfmethode. De methode ‘Schrijfdans’ scoorde bij het personeel hoge ogen. Mede op basis van uw artikel hierover (in het nummer dat was uitgedeeld) is besloten om niet tot aanschaf van deze methode over te gaan! Tegelijkertijd kwamen er van de andere MR-leden alleen maar positieve reacties over uw blad. Om kort te gaan kwam het erop neer dat alle leden het er volmondig mee eens waren dat het blad een waardevolle aanvulling was en is op de post van de MR. U zult begrijpen dat ik zeer gelukkig ben met bovenstaande; dat ik hiervoor onze Hemelse Vader heb gedankt!

drs. R.H. Matzken