Postmodern denken: de waarheid bestaat niet (1)

In het mededelingenblad van de verontruste leden in de lutherse kerk in Duitsland (EKD), Wort und Leben, stond in nr, 62 van december 2017 een uitgebreid artikel (12 blz.) over het postmoderne denken waarvan de auteur dr. Stefan Felber uit Ziefen (Zwitserland) was. Omdat de weergave van het denken van de moderne mens zo treffend wordt weergegeven, zijn met toestemming twee artikelen samengesteld..

 

De weg in en door het postmodernisme en het antwoord van de christelijke verkondiging

In onze tijd klinkt het aanmatigend, wordt het zelfs gehaat, om over de waarheid te spreken. Voor elk tijdperk is Gods waarheid in één wet en één evangelie hetzelfde (Ef 4), want er is slechts één Middelaar tussen God en mensen (1Tim 2). Die ene waarheid wordt echter op verschillende manieren door zondige mensen aangevallen. Ondanks alle tegenstand wordt de overwinning verkondigd door het Woord van God! Alleen door de Winnaar zelf kunnen we delen in de overwinning.

Wat is waarheid en wie bepaalt die?

Laat me in een paar grote lijnen schetsen welke weg het menselijke denken sinds de oudheid heeft gevolgd, zodat we begrijpen waar we vandaag zijn aangekomen! Als we willen weten wat onze tijd ten diepste drijft, als we een indruk willen hebben van wat tijdgenoten voelen, die elke dag vier uur aan de media besteden, moeten we onderzoeken wat de heersende stromingen zijn. Paulus keek ook rond in de religieus-filosofische ‘markt’, voordat hij preekte tot de Atheners. Rondlopend vond hij een kleurrijke religieuze diversiteit. Hij constateerde, dat hij als startpunt voor de Bijbelse openbaring hoogstens de onbekende God kon noemen. Maar in geen geval vergelijkt hij een van de goden met de Bijbelse God (Handelingen 17).

De diversiteit van sekten, de religieuze intensiteit en de onverschilligheid van mensen in het oude Athene herinnert ons in zekere zin aan de diversiteit van vandaag. Toch dacht de antieke mens bijna nooit dat iedereen zijn eigen waarheid had. De gezaghebbende filosofen en staatslieden hielden eraan vast, dat er een objectieve waarheid bestond.

In de eerste eeuwen na Christus, maakte het evangelie een overwinningstocht door de hellenistische, Grieks- en Latijnsprekende Romeinse wereld. Beetje bij beetje kwam, wat als waarheid werd beschouwd, onder de heerschappij van de  kerk. De waarheid was en bleef één en wat waar was, bepaalden al snel niet langer meer de filosofen, maar synodes en pausen. Voor het christelijk geloof ligt de eenheid en de oorsprong van de waarheid in de ene God, die alles heeft geschapen. God is Eén, Hij is en heeft de waarheid en daarom kan er  slechts één waarheid zijn. Dit bleef de dominante stroom in veel eeuwen, laten we zeggen van ongeveer 400 tot 1700, met veel nuances en overgangen. In de tijd van de Verlichting (18e eeuw) en daarna in de zgn. moderne tijd, werd  hoofdzakelijk het principe vastgehouden dat er slechts één waarheid was. Wel werd echter wat als waarheid moest gelden, los van de overheersing van de kerk gemaakt en onder de controle gezet van een autonoom, zelfredzaam verstand (rede), dat zichzelf de wetten voor het denken voorschreef. Dit was het kenmerk van de moderne tijd: ongeveer van de 18e  tot de 20e eeuw. Nu nam in principe de filosofie weer de macht terug en daarmee presenteerden of verzelfstandigden de natuurwetenschappen zich. Alles met betrekking tot de mens werd nu steeds meer losgemaakt van de Schrift. Wat de mens is, bepaalt de mens zelf, die niet meer God, maar zichzelf centraal stelt. De consequenties zijn vanuit christelijk oogpunt duidelijk en vaak negatief: secularisatie of ontkerkelijking, toenemende waardering van het nieuwe ten opzichte van het oude, afbraak van tradities, rationalisatie, individualisering, democratisering en ontwaken van nationale talen en staten, toenemende waardering van de natuurwetenschappen boven de geesteswetenschappen de natuurwetenschappen kunnen nieuwe kennis brengen, economisering of focus op innovatie voor materiële groei (zoals automatisering). Het kapitalisme versus het marxisme wordt de dominante ideologisch-economische matrix.

De twintigste eeuw en het postmodernisme

In de 20e eeuw, en vooral sinds de Tweede Wereldoorlog, toen de grote ideologieën van de moderne tijd hun glans verloren hadden, komt er iets nieuws op. Het idee dat er maar één waarheid kan zijn, verdwijnt tussen de verscheidenheid aan meningen. Het idee van eenheid van de waarheid wordt  aangevochten als autoritair, patriarchistisch, vrouw- en/of klasse-vijandig, die eenheid tast de vrede en de vrijheid aan. Religieuze praktijken of vroomheid trekken zich steeds meer in de privé-sfeer terug en de afbraak van tradities wordt nog verergerd. Wat waarheid is, wordt nu noch door de kerk, noch door de rede bepaald, maar door elk van hen afzonderlijk. Men geeft ook het idee op dat Europa de rest van de wereld ethische of religieuze normen kan geven.

De moderne tijd heeft het geloof in het gegeven van de ene waarheid in diskrediet gebracht; ze heeft vooropgesteld dat het verstand de waarheid zelf kan vinden. Bij het postmodernisme is het idee van die ene waarheid verdwenen. Nu heeft men niet langer last van het feit dat men het niet eens kan worden over een gemeenschappelijke visie van de waarheid, maar men verhoogt het tot deugd. Voor het eerst in de geschiedenis is deze winst in vrijheid voor elk individu uitdrukkelijk verwelkomd. Vroeger werd de verdeeldheid van meningen vaak betreurd. De pluriformiteit is nu in. Laat ik eerst een paar namen noemen die met het postmoderne denken te maken hebben. De term postmodernisme verscheen voor het eerst in een discussie over recente Amerikaanse literatuur in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Leslie Fiedler (1917–2003) maakte de term tot een modewoord voor een nieuw begrip van de  kunst. Volgens hem waren de oude onderscheidingen voorbij. Een kunstwerk heeft meerdere dimensies. Van daaruit heeft de term zich uitgebreid naar de  moderne architectuur. Het gaat bij de postmoderne bouwstijl niet meer om de eenheid van vorm en functie. Wat je persoonlijk ervan vindt, is bepalend. Jean-Francois Lyotard (1924-1998) stelde, dat de kennis tot nu toe de vorm van eenheid had. Hij gebruikte voor eenheidsdenken “het grote verhaal”. Volgens hem biedt de Bijbel zo’n raamvertelling of kaderverhaal, want het geeft de mens perspectieven van waaruit hij zichzelf begrijpt, het perspectief van waaruit hij zijn daden legitimeert, waardoor het leven in de eerste plaats als een geheel zal worden ervaren. Zo’n kaderverhaal heeft een betekenisvolle functie. Daaruit wordt de ethiek van een gemeenschap gevoed. Standaardverhalen waren, volgens Lyotard, tot voor kort de eenheidsband die de samenleving bepaalde. Het nieuwe is nu, dat die eenheidsband niet meer bestaat. Standaardverhalen zijn verouderd. Niet in de zin dat er nieuwe standaardverhalen ontstonden, maar deze verhalen zijn helemaal niet meer mogelijk. We zijn een fundamenteel nieuwe tijd ingegaan. Noch het gezag van de kerk of goddelijke openbaring, noch het gezag van de rede zou meer het verbindende standaardverhaal kunnen creëren. Het postmodernisme begint dus waar de eenheid oplost. Lyotard stierf in 1998. Is het postmoderne nu voorbij? Dat is te snel geconcludeerd. Met voorzichtigheid denk ik aan de volgende overwegingen.

Wat komt er na de postmoderniteit? De 21e eeuw en de weg van het Westen naar nieuwe, willekeurige absolute waarden

Tegenwoordig komt er, denk ik, iets nieuws (tenminste in de Europese geschiedenis). Met de kerk was de macht van de staat beperkt. Maar deze grens verdwijnt en een tegenhanger van de staat, die zijn eigen door God gegeven autoriteit heeft, ontbreekt. Zelfs in landen met een Reformatie-achtergrond blijft de vrijheid van het individu niet bestaan. Naarmate de herinnering aan de christelijke grondslag zwakker wordt, zal de vrijheid in deze landen ook verdwijnen. Een cultuur zal niet overleven, als deze wordt afgesneden van haar wortels. Als de principes zijn verdwenen, blijft alleen de mening of houding die zich door de wisselende omstandigheden laat bepalen, over. In wat volgt, wil ik een paar verschijnselen noemen die ik interpreteer als tekenen van de versterking van de staat. Velen van ons hebben het misschien al ervaren: Het huidige, fundamentalistische denken met die veelheid van overtuigingen kan heel hard zijn als iemand het ter discussie stelt. Als iemand de autoriteit van het individu of van een groep onder een nog hogere of zelfs goddelijke autoriteit wil plaatsen, loopt hij het risico bedolven te worden onder een vloed van haatmails en buitengesloten wordt. Met de antidiscriminatiewetgeving, gender mainstreaming[i], maatregelen om het internet en onze privacy te beheersen, het snoeien in de private onderwijssector, de intrekking van subsidies of belastingvoordelen voor christelijk vrijwilligerswerk of sportactiviteiten, begint de staat zijn teugels aan te halen. Omdat de pluralistische samenleving geen centrale macht heeft, is het laatste redmiddel om de sociale vrede te handhaven, de dwang van de staat. Laat ik dat duidelijk maken.

Samenleving: gezin, seksualiteit, abortus, taal

Wat gender mainstreaming betreft, hebben we al geruime tijd gehoord, dat mensen vrij moeten kunnen beslissen hoe ze willen leven, met of zonder kinderen, met hoeveel en welke partners, met welk geslacht en welke seksuele geaardheid etc. Deze vrijheid is echter slecht geordend.

  • Homoseksuelen krijgen via de media aandacht om hulp te krijgen voor het “uit de kast komen”, ze worden hartelijk begroet aan de andere oever. Maar degenen die homoseksuelen willen helpen naar een leven zoals ze geschapen zijn, moeten rekenen op harde maatregelen en reputatieschade verwachten als een fundamentalistische idioot (Volker Beck/The Greens). Die keuzevrijheid wordt blijkbaar niet gegeven.
  • Met schrikbarend veel belastinggeld worden in Zwitserland kinderopvangcentra volgens socialistisch model geopend. Belasting wordt door iedereen betaald, inclusief door degenen die hun eigen kinderen willen opvoeden. De traditionele gezinsstructuren zouden steeds verder opgelost moeten worden, omdat stabiele gezinnen zelfbewuste mensen leveren en dat is precies wat de uniformiteit, mogelijk dictatuur waar we naar toe gaan, niet kan gebruiken. Naast de financiële verzwakking van gezinnen worden andere middelen gebruikt:
  • Ontbinding van het familieconcept vader, moeder, kinderen naar een vaag  concept van “de familie is daar waar kinderen leven”. De samenleving wordt het nieuwe gezin, de staat de nieuwe vader.
  • Ontbinding van het begrip huwelijk in de grondwet, waarin homoseksuele relaties nog verboden waren. Die wet sprak duidelijk over man en vrouw, nu gedefinieerd als “huwelijk voor allen”, dat gelijkgeldend is. Zelfs de eerste adopties in dergelijke relaties zijn onlangs al voltooid. Het is slechts een kwestie van tijd, voordat polygamie terugkeert op grotere (en wettelijk gesanctioneerde) schaal. Onder moslims wordt het al veel gepraktiseerd.
  • Pornografie in engere en ruimere zin, zoals grenzeloosheid, tutoyeren, verloedering van taal en gewoonten, afschaffing ridderlijkheid van de man en schaamteloosheid van de vrouw.
  • Het propageren van homoseksualiteit als gelijkwaardig (ondanks een enorm hoger aantal zelfdodingen, promiscuïteit[ii], veranderingen van partner, ziektes).
  • Aanmoediging van massale abortus en de sociale medefinanciering. De kosten voor “abortussen” en vervolgbehandelingen (met name depressieve moeders) bedragen alleen al in Zwitserland 4 miljard frank per jaar (= ruim 3½ miljard euro) , goed voor ongeveer 10 procent van alle zorgkosten in Zwitserland per jaar (in 2012). Iedereen die kritiek heeft op ‘abortus’, moet intussen extreem harde sancties verwachten: €30.000. Zo hoog  kan de boete zijn waarmee in Frankrijk de websitebeheerders vervolgd kunnen worden, die naar verluidt “misleidende informatie” over het onderwerp zwangerschap en abortus op internet verspreiden. Medio februari 2017 nam de socialistische Franse regering een wet aan via de Nationale Assemblee. Zelfs portretten die bedoeld zijn om vrouwen en hun ongeboren kinderen te beschermen tegen abortus kunnen worden bestraft met maximaal twee jaar gevangenisstraf of de eerder genoemde boete.
  • Er wordt intensief onderzoek gedaan om het vrouwelijk lichaam vanaf de geboorte te “verlichten” of beter te beroven van de grootste waardigheid en eer. Het socialistische droomdoel zal in de nabije toekomst gerealiseerd zijn: De persoon die zonder banden is opgegroeid, is de willoze mens die bereidwillig beschikbaar is voor alle door de staat geplande doelen.
  • Aanpassing van de taal niet alleen van de Bijbel, maar ook bij theologische en literaire werken. Ik wijs op de Bijbel in eerlijke taal en op veranderingen in klassieke liederen. Een lied van de bekende Paul Gerhardt werd voor de Kirchentag 2017 genderneutraal gemaakt.

Tot zover wat betreft het kijken naar de maatschappij van vandaag. In een volgend artikel komen ook de politiek en de kerk ter sprake.

dr. Stefan Felber

vertaling: dr. W.Hoek

 

 

 

 

[i] Gender mainstreaming is uit het feminisme voortgekomen. Het is de poging om alle vormen van heerschappij en onderdrukking, die zogenaamd ontstaan uit de maatschappelijk gevormde indeling van de geslachten man en vrouw, af te schaffen en de nieuwe mens te creëren, die in volkomen vrij zelfbeschikkingsrecht zijn.
[ii] Maatschappelijke toestand waarin mannen en vrouwen zonder huwelijk en familieband samenleven.