Oosterse vechtkunst

 

Oosterse vechtsporten binnen het christelijk onderwijs

 

Om het zelfvertrouwen van leerlingen van het basis- en middelbaar christelijk onderwijs te vergroten, bestaat de mogelijkheid van enkele lessen judo of de verwijzing naar een door de burgerlijke gemeente aangeboden vechtsport, bijvoorbeeld kickboksen.Inderdaad wordt het zelfvertrouwen en ook de conditie verbeterd, een geweldige plus voor onzekere kinderen en kinderen die gepest worden.Als ook de betrokken leraar vechtsport een christen is, wordt ervan uitgegaan dat alles dan verder oké is. Maar is dat wel zo?In het geval van kickboksen werd mij (vader) door de coördinator van de cursus uitgelegd dat er geen vreemde, oosterse elementen waren: buigen, meditatie. Ontsteld was ik toen ik me samen met mijn kind meldde voor de eerste les.De leraar verbood mij tijdens de les aanwezig te zijn (?) en op mijn vraag of er gebogen moest worden, was zijn antwoord: er moet twee keer gebogen worden, een keer voor de sensei (leraar), de andere keer voor de tegenstander; tevens moesten de vuisten op de grond, ogen dicht, korte concentratie, ogen open.
Ik nam mijn kind weer mee.
In het bestek van een kort stukje is het niet mogelijk uitgebreid in te gaan op alle ins en outs van vechtsporten. Geweldig werd ik geholpen door voormalig kickboks- en karatekampioen Danny Soto, die nadat hij tot bekering was gekomen, radicaal gebroken heeft met vechtsporten.[1]

Enige zaken die hij noemde:

  1. Het gaat niet om vechtsporten maar om vechtkunst. Het boeddhisme is verweven in de vechtsport (Karate-do, Taekwondo, Jiu-jitsu, Aikido, Tai-Chi, Hap Ki Do, judo, kickboksen, Kung Fu). De vechtsport gaat een (geestelijke) weg.[2]
  2. Gaandeweg tijdens het oefenen is het de kosmisch occulte kracht chi (= ki) die steeds meer invloed in je leven krijgt.
  3. Leraren van deze vechtsporten blijken nogal eens ‘arrogant, hard, kil en liefdeloos’ te zijn. Dit komt, omdat de sport door een andere geest wordt gevoed (dan de Heilige Geest).
  4. Is het buigen fout? Binnen de culturele setting van bijvoorbeeld Japan is een spontane buiging bij de ontmoeting van anderen slechts een beleefdheidsvorm, maar anders wordt het bij een vechtkunst waar gebogen wordt voor de leraar en voor de grondleggers van die betreffende vechtkunst. Een christen hoort niet te knielen voor mensen of meesters en hun afgoden, maar voor de Here God alleen.
  5. Duidelijk occult is het buiggroeten tijdens het knielen (soort yogazit), de vuisten op de grond of op de dijen, ogen dicht, jezelf leegmaken (= meditatie), ogen open = zazen = boeddhisme. Deze (occulte) handeling (mokso jamae genoemd) wordt in het begin en aan het einde van de les verricht (‘zoals christenen aan het begin en het eind van een Bijbelkringstudie beginnen en eindigen met gebed’): het is een spirituele handeling. Tijdens dit knielen wordt tweemaal gebogen/gegroet (buiggroet): de 1e keer voor de leraar, de 2e keer gericht naar het Oosten (de richting van de overleden grondleggers). Het gaat hierbij om eerbetoon!
  6. Het weghalen van mogelijk occulte/oosterse kanten (knielen, buigen, zazen) haalt de kracht uit de vechtsport weg. De vechtsport is niet los verkrijgbaar.[3] Het is óf het hele pakket óf niets.
  7. Natuurlijk is het goed enige zelfverdedigingstechnieken te leren (een paar lessen om aanvallen te pareren of uit grepen los te komen).[4] Boksen is volgens Danny Soto de enige vechtmethode die geen oosterse/occulte achtergrond heeft. Natuurlijk is het niet gezond als iemand op zijn hoofd gemept wordt. Daarom is een goed alternatief voor een kind een bokszak thuis, waarbij het wel nodig is eerst enige lessen bij een boksleraar te volgen om op een veilige wijze te leren slaan.
  8. Een leraar die de vechtsporten leert, is niet in staat de verkeerde (geestelijke) kant daarvan te beoordelen. Dat kan hij pas als hij bijvoorbeeld een half jaar los is van deze ‘sport’ en de Here vraagt wat Hij ervan vindt.

 

Voor ons als christenouders blijft het belangrijk alles te toetsen en alleen het goede te behouden. (1 Thess 5:21)

Geweldig is het dat de betrokken christelijke school door deze berichten de gevaren zag en daar de consequenties uit wilde trekken.

drs. R.v.d.Ven

 Drs. Van der Ven heeft een medische en theologische opleiding gehad. Hij is werkzaam geweest als huisarts, bedrijfsarts en natuurarts. Daarnaast is hij auteur van diverse boeken. Eén ervan is in de webshop van Bijbel & Onderwijs: Genezing uit het Oosten?

 

 


[1] Veel informatie staat ook in “Zijn vechtsporten uit den boze?” Het eerste christelijke boekje over vechtsporten van Danny Soto. Dit boekje is te bestellen door 7 euro over te maken op rekeningnummer 159006686 o.v.v. boekje Danny Soto. E-mailadres is dannysotoministries@live.nl

[2] Die geestelijke weg heet in het Chinees Tao en in het Japans Do. Dojo (trainingszaal = plaats van de weg), Judo (Japans) = de zachte weg, Taekwondo (Koreaans) = de weg van het schoppen en het slaan, Karate-do (Japans) = de weg van de lege hand, Jiu-jitsu (Japans) = zachte kunst, Aikido (Japans) = de weg van het samenkomen met Ki (= Chi), Tai-Chi (Chinees) = de weg van de Chi, Kung fu (Chinees) = grote concentratie of toewijding, Hap Ki Do (Koreaans) = de weg van harmonie van lichaam en geest en innerlijke kracht. Het gaan van deze weg (do) is een weg van zelfverlossing en zelfvergoddelijking. Voor ons gelden de woorden van de Here Jezus: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Joh 14:6).

[3] Danny Soto: “Je kunt niet zeggen: ik kniel niet voor de grondleggers van deze vechtkunststijl, maar neem wel deel aan de vechtoefeningen, die door diezelfde boeddhistische monnik bedacht en benoemd zijn. Ook heb je het embleem van die vechtstijl meestal op je pak (kimono).” “Laat soms een bron uit dezelfde ader zoet en bitter water opwellen? Kan ook, mijn broeders, een vijgenboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Evenmin kan een bron zout én zoet water voortbrengen” (Jakobus 4:11,12).

[4] Zelfs mensen die 10 jaar vechtsport gedaan hebben, beginnen niets tegen enkele aanvallers tegelijk en sowieso al niet tegen wapens. Een christen mag ook vooral vertrouwen op Gods hulp, waarvan meerdere voorbeelden uit de praktijk te noemen zijn. (Psalm 50:15)