GODSDIENSTLES IN EEN NEW AGE SAMENLEVING

Vanuit de vergelijking met India worden als kernpunten van het christen-zijn nader belicht: Gebed; cultuur; besef van geestelijke strijd; de Bijbel als absolute waarheid; geestelijke eenheid en radicaal discipelschap.
India is in feite geen land, maar een werelddeel, met circa één miljard inwoners en 1652 verschillende talen. De voertaal bij het lesgeven is op veel scholen daarom Engels; zo worden op de hierboven genoemde opleiding in een klas gemiddeld 7 verschillende talen gesproken en de studenten verstaan elkaars talen niet. De bevolking is overwegend hindoeïstisch (80%); 12 % is moslim en circa 3 % christen. Het wegtrekken van de Engelsen in 1948 betekende de instorting van veel kerkelijk christendom, vanwege interne strijd om de gebouwen. De onafhankelijke groepen vertonen grote vitaliteit en sterke groei door evangelisatie. Dat is de reden dat er een antizendingswet in Tamil Nadu, de deelstaat, waarvan Madras de hoofdstad is, uitgevaardigd is: als een hindoe zich wil laten dopen, moet toestemming gevraagd worden aan de regering. Men kan in Tamil Nadu en ook andere deelstaten vanwege het geven van godsdienstonderwijs beschuldigd worden van zending bedrijven en loopt men het risico van maximaal 20 jaar gevangenisstraf.

Het kastensysteem, hoewel officieel afgeschaft, ligt als een vloek op India. Vooral van de kant van de hogere kasten (bijv. de brahmanen ) bestaat veel weerstand tegen het christendom, omdat men bang is de macht te verliezen over de lagere kasten en kastelozen, wanneer deze christen worden.
Het christelijk onderwijs in Madras wordt hoger aangeslagen dan het overige onderwijs, met als gevolg dat op veel christelijke scholen de christenen een minderheid vormen. Zelfs komt het voor dat men een hindoe school een christelijke naam geeft om zo meer leerlingen te trekken.

De kennis van de Bijbel en het christendom onder Hindoes is minimaal. Men vereenzelvigt het christendom met het westen en de VS. Het hindoeïsme staat open voor alle godsdiensten, (‘in alles zit wat van God’.), en is wat dat betreft te vergelijken met de zogenoemde ‘New Age’. Daarmee en met het kastensysteem staat het hindoeïsme lijnrecht tegenover het Evangelie.

Men zou verwachten dat het geven van godsdienstlessen extra moeilijk zou zijn. In de praktijk blijken de godsdienstlessen juist zeer vruchtbaar te zijn, aldus een afgestudeerde docent die op een groot aantal scholen godsdienstonderwijs verzorgt.
Voor dit positieve resultaat werden zes factoren gegeven:
1.Gebed. Er wordt door de christenen veel tijd besteed aan gebed. Daar begint men de dag mee van 5.00-5.45 uur en een vergadering kan bijv. bestaan uit 3 uur bidden en ½ uur vergaderen.
2. Cultuur. De bijbelse cultuur van het O.T. staat veel dichter bij de Indiase cultuur. De ouders kiezen bijvoorbeeld een huwelijkspartner voor hun kind. Ook onder christenen is het gearrangeerde huwelijk algemeen. Ze bidden daarvoor en overleggen met de voorganger. De kinderen zien elkaar maar kort en als ze elkaar niet tegenstaan, gaan ze enkele maanden later trouwen. De kinderen vinden onze wijze van partner kiezen vreemd, want zij vinden dat hun ouders wat dat betreft toch beter inzicht hebben.
3. Besef van geestelijke strijd. Men heeft veel kennis wat betreft de geestelijke strijd.
4. De Bijbel wordt als absolute waarheid aangenomen. In ons land staat de Bijbelkritiek lijnrecht tegenover het Evangelie.
5. Geestelijke eenheid. Ook al bestaan er heel veel verschillende denominaties, toch is er openheid voor elkaar. Bijv. een Lutherse student stichtte bijvoorbeeld diverse evangelische gemeentes en werd daarbij gesteund en geholpen door Lutherse geloofsgenoten.
6. Radicaliteit
. De gelovigen zijn radicaal in hun afscheiding van de wereld.

Tijdens het ‘interactieve deel’ van de lezing kwam onder meer het naar voren:
• Overeenkomsten tussen het Nederlandse New Age denken en het hindoeïsme zijn:
reïncarnatie gedachte; aandacht voor het bovennatuurlijke; occultisme; de vele alternatieve geneeswijzen; yoga. Het postmodernisme is in feite het zeer oude hellenisme, waar Paulus tegen getuigde (Hand.17). Het hindoeïsme met zijn veelgodendom lijkt op dat hellenisme.
• De hindoe wordt het meest geraakt door de kracht van God. Als hindoe is hij toegewijd aan zijn persoonlijke god. Als hij dan een christen ziet met die toewijding, treft hem de persoonlijke relatie die zich uit in liefde. Ook gebedsverhoring bij ziekte heeft grote overtuigingskracht.
• De spreker is bedroefd over de houding van het kerkelijk christendom in Nederland. Hij mist daar de persoonlijke geloofsbeleving. Men zou beter tijd kunnen besteden aan evangelisatie dan zich druk maken om onbelangrijke dingen, want Nederland wordt steeds onchristelijker en de wereld staat in brand. Het gaat om geestelijke eenheid van de gelovigen. In India besteedt men tijd aan gebedsdiensten en betrekt men de leden erbij. Die leden zorgen voor de aanwas.

 dr. Pieter A. Siebesma