TAO

Thao is een Chinese vorm van de mystieke weg die naar het doel voert: de kosmische wet die in alle mensen werkt. Bij Confucius is dit de kosmische wet van evenwicht tussen aarde en hemel, waaraan de natuur en de mensen zijn onderworpen. Dit begrip is te vergelijken met het Indische begrip dharma, dit is dé wereldwet: de juiste manier van leven die de mystieke eenheid met ‘Brahman’ brengt. “Brahman is net als Tao de ontkenning van het zijn zoals dit zich voordoet en kan dus worden gedefinieerd als ‘niets’, maar anderzijds is het de oorsprong van alles wat bestaat en daarom tegelijk niet-niets, maar een vorm van het transcendente zijn.” Eenvoudiger, maar niet minder onbegrijpelijk voor ons denken, is de spreuk: “Het ware is leeg en het lege is waar”, die zijn weerklank vindt in de moderne fysica.

Bij newage-schrijvers wordt het begrip Tao dikwijls gebruikt in samenhang met terreinen van wetenschap, zoals ‘Het Tao van de fysica’, of ‘Het Tao van de psychologie’. Daarmee bedoelt men de oosters-spirituele perspectieven van een wetenschapsgebied aan te duiden, dat wil zeggen de mens die in zichzelf de ‘goeroe’ ervaart en zich daardoor op de ‘zachte wijze’ laat leiden. Daarmee verlaat hij zijn eigen, verstandelijke bewustzijn en laat zich steeds meer leiden door zijn ‘geestelijk bewustzijn’, zijn spiritualiteit, die door strenge discipline wordt verkregen.