Antipestwet pakt verkeerd uit

De nieuwe antipestwet die op komst is, ondermijnt de vrijheid van onderwijs. Ook is de kans groot dat de gekozen aanpak het pesten eerder bevordert dan aanpakt.

Binnen enkele weken wil het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) bekend maken welke anti-pestmethoden volgens haar wetenschappelijk goed zijn onderbouwd en bewezen effectief. Vervolgens wil de staatssecretaris van onderwijs scholen via een nieuwe antipestwet verplichten om hieruit een methode te kiezen. Dit lijkt een stap vooruit in de strijd tegen pestgedrag. Maar er zijn kanttekeningen bij de nieuwe wet te plaatsen. Deze wet vormt een bedreiging voor de vrijheid van onderwijs. Daarnaast bestaat grote kans dat de wet contraproductief zal blijken en zelfs zal leiden tot een toename van pestgedrag.

De afgelopen dertig jaar is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van antipestmethoden. De conclusies zijn eenduidig: er bestaat geen methode die het probleem oplost. Een onderzoek door TNO heeft dit enige jaren geleden opnieuw aangetoond.

Dit onderzoek naar de antipestmethode Prima liet zien dat op scholen die met deze methode werkten, het aantal pestslachtoffers met 60 procent afnam. Frappant was echter dat ook de controlescholen (die dus niet meededen aan het project) een reductie haalden van ongeveer 60 procent. De verklaring van dit verschijnsel? Ook de controlescholen waren inmiddels stelling gaan nemen tegen pesten. Dit onderzoek bewijst nogmaals dat niet de methode pestgedrag stopt, maar de vraag in hoeverre ouders en leraren hier stelling tegen willen nemen. Het invoeren van een antipestmethode, maar zonder bewustzijn en betrokkenheid van ouders en leraren, kan er zelfs toe leiden dat pestgedrag erger wordt, zoals bleek uit onderzoek naar dezelfde Prima-methode in Noorwegen.

Antipestindustrie
Inmiddels gaan er vele miljoenen euro’s om in de antipestindustrie. Enige tijd geleden ontving professor René Veenstra nog een miljoen euro subsidie voor invoering van de KiVa-antipestmethode. Dit terwijl het ministerie eerder heeft gesteld dat het een einde wil maken aan de wildgroei van anti-pestprogramma’s? Volgens het Nederlands Jeugdinstituut is KiVa bewezen effectief. Maar het onderzoek naar Kiva is in Nederland uitgevoerd door dezelfde professor Veenstra. Een typisch geval van de slager die zijn eigen vlees keurt. Klaarblijkelijk heeft de antipestindustrie een zware lobby in Den Haag.

Het is een raadsel waarom het ministerie van onderwijs voorbijgaat aan onderwijspsycholoog Bob van der Meer. Deze reikt scholen onder andere via zijn website de middelen aan om zelf goed beleid te ontwikkelen, zonder dat dit ook maar een cent hoeft te kosten!

De Kinderombudsman heeft meegewerkt aan de nieuwe antipestwet. Daarmee heeft hij zich met handen en voeten gebonden aan deze wet en zijn onafhankelijke positie als belangenbehartiger van onze kinderen verloren.

Inmiddels heeft het Nederlands Jeugdinstituut bekendgemaakt dat Kanjertraining een wetenschappelijk goed onderbouwde en bewezen effectieve methode is. Deze maakt straks dus (bijna) zeker deel uit van de selectie van verplichte methoden. In werkelijkheid mist de Kanjertraining een deugdelijk wetenschappelijke onderbouwing. Zij blijkt onder meer gebaseerd op omstreden ideologische middelen, waaronder sensitivity training, zoals drs. J.G. Hoekstra aantoont in zijn zojuist verschenen boek Soep van keistenen – De Kanjertraining op de korrel.

zelf uitgelokt
Volgens het Instituut voor Kanjertrainingen lokken slachtoffers het pesten zelf uit. Gepeste kinderen worden daarom midden in de groep gezet en uitgescholden door hun klasgenoten. Zo moeten ze volgens de Kanjertraining weerbaar worden en zelf meewerken aan het stoppen van pesten. Het Nederlands Jeugdinstituut verzwijgt dat het onderzoek waarop het vermeende bewijs van effectiviteit is gebaseerd, is uitgevoerd door een medewerker van het Instituut voor Kanjertrainingen. Opnieuw een geval van de slager die zijn eigen vlees keurt.

Inmiddels hebben bijna alle basisscholen een SoVa-training (SoVa = sociale vaardigheden), zoals de Kanjertraining. Als die trainingen echt zo effectief zijn, dan zouden we een significante vermindering van pestgedrag mogen verwachten. Maar onderzoek laat zien dat pestgedrag de afgelopen jaren alleen maar is toegenomen en om een radicaal andere aanpak vraagt.

Pestgedrag op school kun je alleen stoppen als de zwijgende middengroep daar stelling tegen neemt. Deze groep kun je pas mobiliseren als hun ouders stelling nemen tegen pestgedrag. Zodra pesters en leerlingen uit de middengroep merken dat zowel ouders als leraren daar stelling tegen nemen, komt er een positieve omslag in de groepsdynamiek. Dat zal leiden tot een sfeer in de klas waarin alle leerlingen zich prettig en veilig voelen.

vrijheid van onderwijs
De nieuwe antipestwet beperkt de vrijheid van onderwijs. Bob van der Meer heeft er herhaaldelijk op gewezen dat juist christelijke scholen dankzij de Bijbel een uitstekende basis hebben voor een goed antipestbeleid. Er zijn gelukkig ook scholen die hier werk van maken. De anti-pestwet betekent echter dat deze scholen worden gedwongen tot invoering van een goedgekeurde methode, waardoor hun eigen beleid op grond van de Bijbel verboden wordt.

Het pestprobleem vraagt om een aanpak waarbij ook de ouders verantwoordelijk worden gesteld voor het welbevinden van alle leerlingen op school. Samen met de ouders kunnen leraren ervoor zorgen dat geen enkele leerling slachtoffer wordt van pestgedrag. Alleen in zo’n omgeving kunnen kinderen hun sociale vaardigheden goed ontwikkelen en blijkt een SoVa-training overbodig.

 Zeger Wijnands 

 

De heer Wijnands is auteur van het boek ‘Als je wordt buitengesloten’.

Het artikel stond in het ND van 22 febr. 2014

 

Het boek Soep van Keistenen – De Kanjertraining op de korrel! is bij Bijbel & Onderwijs verkrijgbaar. Zie webshop.