De strijd om de identiteit van een christelijke school

 

Dit verhaal is een noodkreet, met een oproep om te reageren. Ik maak me zorgen over de afnemende herkenbaarheid van de identiteit van het protestants-christelijk onderwijs.

Het artikel in deze krant over de identiteit op katholieke scholen in Limburg (ND 7 mei) riep bij mij herkenning op. Ik moet dit helaas anoniem schrijven, om de school waar ik werk niet in opspraak te brengen. Dat kan ons leerlingen kosten – juist in een tijd dat we alle mogelijke moeite doen om voldoende leerlingen binnen te krijgen. De aanmeldingen lopen al terug. Dat kan dus ook collega’s hun baan kosten.

In de documentatie, de grondslag, van de school waar ik werk, staat te lezen dat de christelijke identiteit wordt vormgegeven door de viering van christelijke feesten, dagopeningen, het vak godsdienst en in onze omgangsvormen: normen en waarden. Welke mensen moeten dit waarmaken? Het personeel van de school in al zijn geledingen. Daarbij doen zich twee uitdagingen voor.

lastig om personeel te vinden
Ten eerste is het heel lastig de identiteit van een pc-school te definiëren, omdat het personeel zeer geschakeerd is in christelijke overtuigingen en belevingen. De school moet dus een grootste gemene deler zoeken, zodat zo veel mogelijk medewerkers zich erin herkennen en de identiteit kunnen dragen.
De tweede uitdaging is het werven van personeel dat bewust kiest voor christelijk onderwijs. In een samenleving die meer en meer seculier is geworden, zijn vacatures niet zo makkelijk op te vullen met christelijke collega’s. En vanwege de oppervlakkige omschrijving van de identiteit solliciteren veel niet-christenen en cultuurchristenen; zij omhelzen christelijke normen en waarden zonder iets met God, kerk of Bijbel te hebben.

te lang geen wiskunde
Wat nu, wanneer de directie personeel werft via internetsites als Meesterbaan en vervolgens docenten en ook leidinggevenden (!) benoemt die alleen enige affiniteit hebben met normen en waarden als respect, liefde en verantwoordelijkheid, maar verder niets met de christelijke identiteit hebben? Hierop aangesproken, reageert de directie met te zeggen dat niemand zich heeft aangemeld die kwalitatief geschikt is én drager kan zijn van de christelijke identiteit. En er moet wel les worden gegeven. Ouders pikken het niet als hun kinderen te lang geen wiskunde krijgen.Dit is inderdaad een groot dilemma. Waar vind je goede docenten die bij het profiel van je school passen?
De suggestie om voor geschikt personeel te lobbyen bij christelijke onderwijsopleidingen.vindt bij de directie geen gehoor. ‘Ook christenen kunnen op Meesterbaan kijken en zich melden als ze interesse hebben.’Dit leidt ertoe dat op een pc-school een steeds groter deel van het personeel bestaat uit niet-christenen. Daarom is het een uitkomst dat vieringen kunnen worden verzorgd door externe organisaties. In het vak godsdienst staan meer en meer allerlei levensbeschouwingen centraal. Dagopeningen, die elke docent bij zijn benoeming belooft te verzorgen als moment van bezinning, worden niet gehouden (zonde van de tijd) of worden niet met de Bijbel of met God verbonden.

Van bidden aan het begin van de dag is bij niet-christelijke docenten al helemaal geen sprake. Dat zou een toneelstukje zijn en dat mag je niet van hen verwachten.

waarheid in pacht
Wat dus overblijft, zijn de normen en waarden, zonder dat ergens in de school nog expliciet wordt gemaakt waar deze vandaan komen. Of toch nog wel? Achter de deur van het eigen klaslokaal is elke docent voor wie deze zaken nog wel relevant zijn, vrij om daar accenten te leggen. Deze groep wordt echter een minderheid. Als je hierover je zorgen uit, krijg je reacties die mijns inziens veelzeggend zijn. Collega’s verwijten hun bezorgde vakbroeders te menen dat ze de waarheid in pacht hebben en geen respect te hebben voor het geloof van andersdenkenden. ‘Bovendien bedrijven we op school geen zending. Dat is een taak van de kerk.’ Een directielid meent dat wie zich in deze tijd nog druk maakt over dit thema, een achterhoedegevecht voert. ‘Deze ontwikkelingen zijn onomkeerbaar in de tijd waarin wij leven.’

Is dit de opmaat naar het faillissement van het protestants-christelijk onderwijs? Moeten ouders voor wie christelijk onderwijs belangrijk is, hun heil zoeken in het – vaak verder afgelegen – evangelische, reformatorische of anderszins sterker geprofileerde christelijk onderwijs? Of betreft het hier een incidenteel geval van slecht beleid van schoolbestuur en directie?

auteur: docent op een protestants-christelijke scholengemeenschap in de Randstad

Bron: ND, 09-05-2014