DE VIJF FASEN VAN ELK LEERPROCES 2

Wie we zijn, waar we wonen, hoe we leven is allemaal onderhevig aan allerlei factoren: erfelijkheid, status, karakter, geslacht, land van herkomst, cultuur en godsdienst.

Hoe je leert, kun je onderbrengen in vijf universele fasen. Het lezen van het boek van Marten Beeftink over ‘Natuurlijk Geestelijk Leren’ heeft mij hierover aan het denken gezet. Buiten het feit om dat mensen allerlei leerstijlen hebben, zou je kunnen zeggen dat de fasen waarin mensen leren zich net als de gang van de natuur in cirkels herhaalt. De ene cirkel bouwt voort op de vorige, zoals de oogst van het vorige jaar een nieuwe oogst voortbrengt in dit jaar..

De vijf fasen zijn: gronden, wortelen, groeien, bloeien en vruchtdragen. Natuurlijk hebben pedagogen en didactici heel veel te zeggen over hoe en waarom mensen leren en is het goed om kennis te nemen van de modellen die zij presenteren. Het is ook goed om de logica en het natuurlijke van het leven zo voor te stellen dat zowel ouders als leerkrachten een (voor)beeld in hun hart en hoofd hebben, waartegen zij hun eigen weg en de weg van hun kinderen of leerlingen af kunnen zetten.

Gronden

Letterlijk kun je het gronden noemen als: grond onder de voeten hebben. De grond die we onder de voeten moeten hebben voor elke beginsituatie, zowel van het leven als van elke les die we in het leven leren. Het gronden betekent het hebben van veiligheid, vertrouwen, gekleed en gevoed zijn, weten dat aan je behoeften wordt voldaan en waar je met je vragen terecht kan. Een basis”element” van dit gronden is onze Schepper, de Here God. Zonder de wetenschap dat je als mens door Hem gemaakt bent, dat Hij voor je leven een plan heeft en dat Hij over je waakt is de grond van al het leren onvolledig. Een klein kind is zich van dit gegeven nog helemaal niet bewust, maar het handelen van zijn ouders en zijn leerkrachten die zich dit wel bewust zijn en uit verantwoordelijkheid naar God handelen, zorgen dat dit meekomt in het leef- en leerproces.

Het andere element van het gronden is net genoeg uitdaging ervaren om geprikkeld te zijn om nieuwe kennis toe te voegen aan de al aanwezige kennis. In het leven van een baby zie je de wonderlijke ontwikkeling waarbij de volgende stap geleerd wordt, nadat er voldoende voorwaarden zijn gemaakt door de stap er voor. Er kan geen stap overgeslagen worden, alle fasen moeten worden doorlopen, voordat een baby bijvoorbeeld kan kruipen. Het kan niet, dat nadat het kind heeft geleerd het hoofd op te tillen opeens kan kruipen, daar zitten legio fasen tussen waarin steeds dezelfde volgorde wordt aangehouden.

Voor het kind, de leerling en de student en de volwassene betekent het voor elke les dat het grootste deel van de nieuwe les herkenbare elementen moet bevatten en een of een aantal nieuwe, zodat vanuit de al bekende informatie en beheerste vaardigheden voortgebouwd kan worden om te komen tot grotere kennis of meer vaardigheden. Dit is een belangrijk aspect. Als een leerling bijvoorbeeld continu gepest wordt, zal het moeilijk zijn om veiligheid te ervaren, wat ook een aspect is bij het gronden in het leerproces. Dan kan het gebeuren dat de leerstof niet of nauwelijks geïntegreerd kan worden, omdat het gronden niet in al zijn elementen is verlopen.

Nog een ander element van het gronden is erkenning. Als een kind erkenning en bevestiging vindt dat hij zijn mag wie hij is, vindt hij de motivatie om in vrijheid nieuwe dingen te leren. In Spreuken 22:6 staat: “Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg, ook wanneer hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken.” God legt in ieder mens mogelijkheden, talenten en gaven die de bedding zijn voor zijn weg. Door die weg te zien, te benoemen en te leren inzetten vindt het kind erkenning voor wie hij is.

De grond onder de voeten hebben heeft dus nogal wat haken en ogen. Die grond moet stevig zijn en toch ruimte genoeg bieden voor de persoon die leeft en leert. Naarmate je volwassen wordt, kun je in elk volgend proces zelf bepalen, hoeveel grond je nodig hebt om verder te kunnen wortelen en waar die grond aan moet voldoen en heb je ook de verantwoordelijkheid om daarin zelf te voorzien.

Wortelen

In de Bijbel wordt het beeld van het wortelen meerdere malen gebruikt om te laten zien hoe nodig het is om in de grond die beschikbaar is, zich uit te strekken naar water en voedsel om te kunnen gaan groeien in kunde en kennis. Paulus gebruikt het beeld om aan te tonen dat het mogelijk is steeds meer te vertrouwen op Christus en steeds meer liefde van Hem te ontvangen. Hij stelt het geloof voor als een leef- en leerproces in Christus (Efeziërs 3:17). Hij noemt daarbij vier dimensies. Ook voor het wortelen in het leven en in het leren is het mogelijk om een “vierdimensionale ervaring” te hebben. Ik bedoel hiermee de verrukking en de verwondering die ieder mens ervaart, als blijkt dat achter zijn aanwezige kennis nog een deur zat die geopend werd naar nog meer kennis. Dat is zich uitstrekken naar. Dat is in de zin van het woord verbreding en verdieping. Deze verbazing verdiept het leven . Het doet je hongerig worden naar nog meer kennis en ervaring.

De fase van het wortelen kan door de leraar optimaal gebruikt worden om de leerling te prikkelen om zelf op zoek te gaan naar kennis en vaardigheden. Als je de fase van het wortelen niet onderkent en niet gebruikt, loop je het gevaar van uitdroging. Door het gevoel te hebben dat je gearriveerd bent of dat je het allemaal al weet, kun je terecht komen in een niet meer kunnen groeien. Dit zie je zelden bij jonge kinderen. Bij tieners kan dat op allerlei vlakken van het leven al beginnen. Door sociaal-emotionele dreiging kan de wortel verstikken. Door geestelijke trauma’s kan de wortel totaal vergroeien of zelfs verdorren.

Bij volwassenen kun je het waarnemen in de beruchte burn-out verschijnselen. Alles is al beleefd, alles is al gedaan. Door allerlei andere verschijnselen kan de fase van het wortelen ‘vergeten’ worden, waardoor groei onmogelijk wordt. Vaak volgt er dan scheefgroei of ziekte.

In elk leef- en leerproces is wortelen belangrijk om stabiliteit te creëren in de houding ten aanzien van de te leren kennis en vaardigheden. Je moet basisprincipes observeren en leren, voordat je je kunt specialiseren in een vaardigheid. Ik heb dat zelf als zwemdocente heel sterk gezien in de eerste fase van de lessen. Voordat je ooit de eerste zwemslag zal kunnen leren, moet je ervaren hebben dat

  • water een plezierig element is.
  • je met water kunt spelen, het in zekere mate kunt gebruiken.
  • water andere mogelijkheden geeft dan lucht.
  • water ook moeilijkheden oplevert.
  • je anders omgaat met ademhalen, als je met water te maken krijgt.
  • je lichaam anders reageert in contact met water.

Het is niet voor niets zo dat in de vorige generatie sommige mensen een vreselijke hekel aan zwemmen hebben gekregen. Al die basisprincipes, het wortelen, werd in vroeger tijden domweg overgeslagen en je werd zonder dat je ooit vertrouwen en begrip kon opbouwen aan een haak door het water gesleurd, stijf van angst en onzekerheid.

Groeien

Het is heerlijk om te groeien! Het is heerlijk om te laten groeien. Na de fase van het wortelen mag je het zelf gaan doen. Groeien is bevrijdend en tegelijkertijd ook frustrerend. Zelf doen betekent fouten maken. En hoe ga je daar mee om? Als de ouder of de leerkracht elke poging tot groei tegemoet komt met warmte en liefde, kun je beter omgaan met je eigen fouten. Fouten maken is niet fout, het is goed, want je ziet hoe het niet moet en je gaat proberen hoe het wel moet. Bij het woord groeien moet ik denken aan Petrus. Hoe vaak had hij het bij het rechte eind. Hij trok de goede conclusie: Jezus is de Messias, van God gezonden, onze Verlosser. En hoe zwaar berispte Jezus hem, toen hij wilde voorkomen dat de Heer zou lijden en sterven. Jezus noemde hem zelfs ‘satan’! Radicaal fout. Pfff, dat was wel schrikken. Dat is behoorlijk frustrerend, als je denkt dat je het allemaal wel heel goed weet. Het schaamrood zou je naar de kaken stijgen, als je zelf die Petrus zou zijn die het oor van Malchus eraf hakt, als je merkt dat Jezus het oor metterdaad geneest en tegen je zegt dat zwaard weg te doen. Hij had toch nog niet goed door, hoe het nou allemaal zat. Hoe ontroerend is het, als we het wanhopige verdriet zien als Petrus tegen zijn Heer zegt: “Heer, U weet het toch, U weet dat ik U liefheb.” Waarom moest dat tot drie keer toe? Wat een gevoelige les, in het bijzijn van de anderen. In dit alles leerde Petrus te groeien in het kennen van de weg van God. Een weg die zo heel anders was, dan hij verwachtte.

Ouders en leerkrachten moeten niet bang zijn om correcties te geven of te confronteren met fouten. Het is goed om dat te doen. Het is wel heel erg belangrijk dat het in een sfeer van vertrouwen en liefde gebeurt. Kinderen en leerlingen groeien goed, als zij geleid worden, als zij voldoende grenzen krijgen aangeboden.

Vandaag nog las ik in de krant dat het verschijnsel groepsverkrachtingen toeneemt. Vooral in gezinnen waar niet of nauwelijks grenzen worden aangereikt, komen jonge mensen er toe om onder groepsdruk gedrag te gaan vertonen dat immoreel, onverantwoordelijk en schadelijk is. Wij zetten vaak een stokje naast een jonge stengel, om hem voor breken te behoeden. Soms heeft een plant het nodig om tegen een raamwerk te groeien en geleid te worden door touwtjes. Zo hebben sommige kinderen veel duidelijkheid en herhaling nodig, in liefde en geduld. Bij planten loopt het raamwerk niet even weg. Het raamwerk en de touwtjes moeten blijven. Het is nodig om een consistent leef- en leerbeleid te hebben. Het snoeien van wildgroei mag best pijn doen, het maakt de plant alleen maar mooier in de bloei en vruchtbaarder in de tijd dat het product van die fase van leven of leren wordt geleverd. Het is geweldig om van je volwassen kind te horen: “Mam, ik zie ook wel dat er problemen waren, maar ik ben blij met wat u voor me hebt gedaan.” Dat bedenk je niet op het moment dat je jezelf twijfelend afvraagt of het in dit geval en op dit moment echt nodig is om je veertienjarige tiener te verbieden met een slaapfeestje mee te doen, terwijl die jankend van frustratie en ellende de hele sfeer in huis beïnvloedt.

Bloeien

In de bloeiperiode van elk leef- en leerproces kunnen we wat onze ouder of leerkracht ook kan en hebben we plezier tijdens en voldoening van het maken van iets of het handelen volgens een bepaalde procedure. Het is prachtig om de velerlei kleur en vorm van de bloemen op te merken die in het paradijs van vaardigheden en kennis geuren. Het is genieten om een leerling met plezier aan een andere leerling een moeilijk vraagstuk te horen uitleggen. Vaak merk je op dat hij absoluut geen kopie is van zijn leerkracht of ouder. Aan de manier waarop hij het uitlegt, hoor je dat hij het vraagstuk zelf doorleefd heeft en op zijn eigen creatieve manier de oplossing heeft gevonden. Vaak word je als ouder of leerkracht verrast door de totaal andere manier waarop je overgedragen kennis terugziet. Soms moet je nog wat sturing geven of je grijpt de gelegenheid aan om een prachtig compliment te geven. Soms is er feedback nodig om de vaardigheden, technieken of kennis nog verder te verfijnen. De Heer Jezus reikt het zijn leerlingen ook aan in Johannes 14:12: “Wie op Mij vertrouwt, zal dezelfde dingen doen als Ik. Zelfs nog grotere, want Ik ga naar de Vader.” Hij geeft aan hoe logisch het is dat mensen tot bloei komen. Ik moet dan onwillekeurig denken aan zendelingen die hun hele leven gaven om een taal op schrift te stellen en de Bijbel te vertalen, waardoor mensen uit dat taalgebied konden gaan leren lezen en God konden leren kennen. Door de liefde voor en hun bereidheid om Jezus Christus te volgen hebben mensen dit gedaan en dat ging vaak gepaard met veel lijden en strijd in hun persoonlijk leven. Ook in deze periode horen stress, frustratie en pijn, net als bij het groeien. Een klaproos bloeit maar even en een orchidee kan een half jaar stralen. Alle bloeimanieren zijn mogelijk in allerlei lessen en levensomstandigheden. Sommige bloemen vallen niet eens op, andere springen er uit. En samen vormen ze het boeket van het leven. Bloeiende bloemen trekken veel anderen aan, door hun geur en kleur. Dat is ook zo in leef- en leerprocessen. Deze fase is een boeiende fase. Allerlei mensen komen proeven van de opgedane kennis en vaardigheden. Er worden zelfs vruchtbare delen genomen om weer over te brengen naar andere bloemen, zodat er een kruisbestuiving plaats kan vinden. In de tijd van de industrialisatie was het soms een wedstrijd tussen uitvinders wie het eerst zou komen met het meest succesvolle product, omdat de tijd rijp was onder verschillende mensen die met dezelfde soort uitvinding bezig waren. Soms streek een ander de eer en de financiën van een product op waar iemand een lange en intensieve bloeitijd mee beleefd had.

Vrucht dragen

Waar het allemaal om gaat, houdt ook de laatste fase in. De laatste fase die tegelijkertijd weer een voorloper is van de nieuwe fase van de volgende les in het leven of de lespraktijk. Er wordt daadwerkelijk een product geleverd. Het oefenen en het genieten van de beheersing van de vaardigheden zijn voorbij. Het uiteindelijke product kan worden (in)geleverd of gepresenteerd. Of dat nu de eerste strik is die met schoenveters wordt gemaakt of het proefschrift aan het eind van de doctoraalstudie, het valt allemaal onder vruchtdragen. Het is vreugdevol om te oogsten. Zowel voor ouder en leerkracht, als voor kind en leerling. Samen blij zijn met behaalde resultaten verdient een feest. Het is goed om terug te kijken op het leerproces. Het is goed om de volkomen voldoening te ervaren die het vruchtdragen geeft. Alle frustratie en stress zijn voorbij. Er is een nieuwe ruimte ontstaan. Er mag gerust gevierd worden. Wie kent niet het glorieuze moment dat de zijwieltjes van de fiets af mogen? Wie herinnert zich niet zijn gevoel bij de blik op het eerste salarisstrookje? Wie vergeet ooit hoe zijn gevoel was, toen hij zijn jawoord gaf in de gemeente? Wie vergeet het moment dat je voor het eerst beseft wat het voor jezelf betekent dat Jezus Christus gestorven en opgestaan is uit de doden? Wie vergeet hoe goed het voelde, als in een gesprek met iemand blijkt dat de ander oprechte belangstelling heeft voor wat hij gelooft?

Zo zijn er heel veel ‘vrucht-dragen-momenten’ in het leven. De Bijbel spreekt van een voortdurende verandering ‘van heerlijkheid tot heerlijkheid’ en vlak daarna zegt Paulus dat we voortdurend aan de dood zijn overgeleverd. Daarin herkennen we weer het begin van elke nieuwe leef- en leerfase. Je voelt je zwak en ontoereikend. Sinds de zondeval is het kennelijk zo dat wij veel leren door lijden heen. Als we niet kiezen voor deze weg, komen we in de sfeer van verslavingen en gebondenheden en dan blokkeren we de stroom van Gods genade door ongeloof. Als we vertrouwen dat God ons zo gemaakt heeft dat we elke nieuwe situatie in Zijn kracht aan kunnen, ook al beheersen we er niet alle aspecten van, geeft Hij ons kracht, wijsheid en verantwoordelijkheid en de wonderlijke weg van oefening om uiteindelijk opgelucht en blij vrucht te dragen.

 

Frea Kroese