Grondslagdenken versus perspectiefdenken

Wat is het uitgangspunt?

 Grondslagdenken versus perspectiefdenken

Inleiding

Momenteel beleeft het protestants-christelijk onderwijs een aardverschuiving van grondslagdenken naar perspectiefdenken. Met het gevaar dat met deze aardverschuiving het christelijk onderwijs de nek om wordt gedraaid.

Populair

Zo op het eerste gezicht heeft Nederland paradoxale trekjes. Aan de ene kant gaat minder dan 20% van de bevolking regelmatig – dat is minstens eens per maand – naar de kerk. Aan de andere kant kiest ruim 60% van de bevolking voor onderwijs met levensbeschouwelijke grondslag, waarvan de helft voor protestants-christelijk en de helft voor katholiek onderwijs. Waarom kiezen ouders in deze tijd voor een christelijke school? Op die vraag wordt verschillend gereageerd: meer aandacht voor normen en waarden; minder allochtonen; in de buurt; klein en gezellig; goede resultaten; geen alternatief; staat goed bekend. Allemaal argumenten die omgekeerd ook kunnen gelden voor openbaar onderwijs. Slechts een deel van de ouders geeft aan de grondslag belangrijk te vinden. Eén reactie stemt mij daarbij tot nadenken: ‘Overigens vind ik dat er een groot verschil zit tussen christelijk onderwijs nu en in de jaren 70. Het is veel opener geworden en niet de hele dag met de Bijbel op schoot. Dat strenge is er vanaf, al zal dat per school wel verschillen. Ik vind er niets mis mee om je kind naar een christelijke school te laten gaan, ook al zou je zelf niet gelovig zijn. Je kind krijgt wat Bijbelse onderbouwing mee. Zolang dat op een relaxte manier gebeurt’.

Relaxed

Grondslag prima, zolang je er maar relaxed mee omgaat. Er niet te veel de nadruk op leggen. Ik hoor dit geluid heel veel om mij heen. De grote verhalen zijn voor velen voorbij. Samen vormen we het verhaal. Gaan we ons pad en sprokkelen we inspiratie uit tal van bronnen. Doen we wat goed voelt. Nederland gooit massaal het anker in eigen schip. Of verankert het schip hooguit nog aan andere schepen. In die beleving pas geen grondslag. ‘Christelijk’ is equivalent geworden voor ‘fatsoenlijk’. Het woord  ‘christelijk’ wordt via de afkorting ‘PC’ weggemasseerd uit de logo’s van christelijke scholen. En naast ‘christelijk onderwijs’ duiken andere, verzachtende, termen op als ‘levensbeschouwelijk onderwijs’, ‘religieus onderwijs’ en ‘christelijk geïnspireerd onderwijs’.

Onderwijs 3.0

Dat roept de kernvraag op: wat is de grondslag van het christelijk onderwijs anno 2014? Als overtuigd en enthousiast christen zou ik verwachten dat elke christelijke school als grondslag heeft dat Jezus Christus onze Heer en Verlosser is, dat de Bijbel ‘van kaft tot kaft’ waar is en dat God niet wil dat er iemand verloren gaat, maar dat ieder mens behouden zal worden. Was het maar waar. Verus, de vereniging voor christelijk onderwijs, gaat een heel andere kant op. Ze omarmt volledig de overtuiging dat een beroep op een grondslag in deze tijd niet meer past. In het mei-nummer van haar magazine breekt Guido de Bruin, één van de identiteitsadviseurs van Verus, een lans voor christelijk onderwijs 3.0. Bij christelijk onderwijs 1.0 kwam de christelijke grondslag tot uiting in alle aspecten van het schoolleven. Bij christelijk onderwijs 2.0 bleef het grondslagdenken aanwezig, maar vager, met als risico dat levensbeschouwelijke educatie een schaamlap werd. Volgens De Bruin is de tijd nu rijp voor christelijk onderwijs 3.0. Bij deze benadering wordt de grondslag ingeruild voor een gedeeld perspectief, een droom. In die droom gaat het om scholen met een keur van etnische en levensbeschouwelijke diversiteit. Scholen die bijdragen aan een maatschappij waarin mensen gelijkwaardig zijn, oog hebben voor elkaar, elkaar willen ontmoeten, voor elkaar willen zorgen en elkaars talenten benutten. Berry Hakkeling, directeur van integraal kindcentrum De Ark in Vlaardingen, wordt daarbij aangehaald, die zegt: ’In een samenleving waarin mensen ‘minder, minder, minder’ roepen is het goed als christelijke scholen juist verbinding zoeken met bijvoorbeeld het islamitisch en hindoe-onderwijs.’

Bezinning

school

Nu begrijp ik de bezinning en het verlangen naar die nieuwe verbinding wel. We leven in een tijd waarin het enkele feit van de protestants-christelijke identiteit door beleidsmakers en politiek niet meer als voldoende legitimatie wordt gezien of als een belemmering voor regionale samenwerking wordt gezien, bijvoorbeeld als het gaat om samenwerkingsverbanden ten behoeve van kleine scholen. Schoolbesturen zoeken daarom naar nieuwe verbindingen. Met het gevaar dat die nieuwe verbindingen de plaats van de protestants-christelijke identiteit op termijn gaan verdringen.

Ander perspectief

Maar niet alleen Verus omarmt het perspectief denken. Kars Veling, voormalig lid van Eerste en Tweede Kamer voor de ChristenUnie, schrijft in de essaybundel ‘Van deze tijd’ van de Stichting Steunfonds Christelijk Onderwijs het volgende: ‘Een strijd over een nog overgebleven grondslagformulering in de statuten leidt tot niets anders dan onbegrip en irritatie. Mij lijkt het vruchtbaar om dit grondslagmodel van de christelijke organisatie te vervangen door een perspectiefmodel. Ik bedoel daarmee een vorm van organisatie van christelijke activiteit die wordt ondernomen vanuit het doel.’ Veling pleit voor een ‘ankers los!’ en verwijst daarbij naar een soortgelijke ontwikkeling bij de politieke partij, de hulpverleningsorganisatie en de krant.

Eén perspectief?

Hebben het perspectiefdenken van Veling en Verus met elkaar te maken? De Bruin verwijst in zijn artikel o.a. naar die essays van Veling en van Buijs, bijzonder hoogleraar politieke filosofie en levensbeschouwing. In eerste instantie verbaast mij dat, omdat Veling in zijn betoog doelt op het dagblad, het ND. Zo op het eerste gezicht is het ND trouw aan haar grondslag gebleven. Heeft Veling dan niet een heel ander perspectief voor ogen dan Verus? Misschien wel, maar deze van oorsprong gereformeerde krant, die steeds meer voor en door niet-gereformeerden wordt geschreven en regelmatig journalistieke bijdragen uit de Volkskrant publiceert, heeft misschien wel meer op haar grondslag ingeleverd dan ze zelf wil. Naast versoepeling op het punt van kerklidmaatschap en/of binding aan belijdenisgeschriften is namelijk een veralgemenisering merkbaar die de grondslagbinding geen goed doet. De “christelijk betrokken” insteek heeft als gevolg dat bijvoorbeeld ook een rooms-katholieke bisschop zijn column kan plaatsen. Als je daarbij let op de plaats die de cultuur in al haar vormen krijgt, ligt de vraag voor de hand of het ND haar grondslag, namelijk het “Jezus Christus is Heer”, niet uit het oog heeft verloren. Zie je bij het algemeen christelijk onderwijs de verschuiving van grondslag naar perspectief duidelijker dat Jezus Christus een droom wordt en de doeleinden slechts christelijke afgeleiden worden, bij een dagblad als het ND gaat het geleidelijker. Willen we deze geleidelijke horizontalisering een halt toe roepen dan is het zaak duidelijk te zijn als bestuur, als directies en als leerkrachten. Wat willen we met onze school, met onze scholenkoepel? En hoe leggen we dat vast in statuten en beleidsnota’s? En als het gaat om de samenwerking met andere scholen, wat is dan het uitgangspunt? Het past in het raam van het postmoderne denken dat een algemeen christelijke en een rooms-katholieke school fuseren, maar is dat wel mogelijk als je je grondslag, namelijk het vasthouden aan ‘de Bijbel alleen en Jezus Christus alleen’ wilt handhaven?

Pelgrimbeweging

Er is nog een andere ontwikkeling die in dit verband genoemd moet worden. Identiteitsadviseur De Bruin, verbonden aan Verus, is nauw betrokken bij de beweging van de Pelgrimscholen, een vanuit Oostenrijk overgewaaid netwerk van scholen die vanuit hun visie op het goede leven hun leerlingen en studenten oriënteren op een duurzame, rechtvaardige en vreedzame wereld. In het Manifest Pelgrimscholen staat als eerste zin: ‘Wij zien de mens als een pelgrim, op weg naar een duurzame, rechtvaardige en vreedzame wereld. Als pelgrims zijn wij op weg, zonder te weten of we ons doel zullen bereiken. We geloven dat dit een zinvolle weg is, ongeacht of we het doel bereiken. Op deze weg zullen we soms flink doorlopen en de handen uit de mouwen steken en soms ook rust en verstilling zoeken.’ Verus ziet dit als de toekomst van het christelijk onderwijs en organiseert momenteel meerdaagse bijeenkomsten waarin ze leiders van christelijke scholen enthousiast maakt voor het pelgrimconcept. Het bovengenoemde Manifest is op die bijeenkomsten leidend.

 Nog Bijbels verantwoord?

Het klinkt allemaal zo mooi. Duurzaam. Rechtvaardig. Vreedzaam. Op zich allemaal ronduit Bijbelse notities. En toch: hoe bestaat het dat de Vereniging voor Christelijk Onderwijs zich inlaat met zo’n tegen de Bijbel ingaande  beweging? ‘Zonder te weten of we ons doel zullen bereiken?’ Hoe verhoudt zich dat met  de Bijbelse woorden: ’U hebt Jezus Christus lief zonder Hem ooit gezien te hebben; en zonder Hem nu te zien gelooft u in Hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde, omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: uw redding’. Op weg naar een duurzame, rechtvaardige en vreedzame wereld? Ja, mits ook wordt onderkend dat deze wereld ooit voorbij gaat. En dat deze door zonde doortrokken wereld niet zo maakbaar is, als we als mens graag zouden willen. Het zou dan ook Bijbelser zijn om de zin als volgt te formuleren: Wij zien de mens als een pelgrim, op weg door een gebroken wereld. Op weg met een zeker doel, de toekomst van Jezus Christus in een nieuwe hemel en op een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont.  Wij geloven dat dit een zinvolle weg is , waarop we elke dag in afhankelijkheid van God mogen leven, ons werken gezegend weten door God zelf en uiteindelijk Zijn nieuwe leven mogen bereiken’.

 Vergelijking met het CDA

We hebben bij het CDA gezien wat het loslaten van de grondslag betekent. Vanaf het moment dat drie christelijke partijen met elk een sterk christelijke grondslag zich in 1980 verenigden tot het CDA heeft de partij grote hoogten gekend, maar verdween tegelijkertijd de grondslag onder hun voeten. En dus werd ook binnen het CDA gezocht naar een versie 3.0 van nieuwe woorden en nieuwe beelden, waarin nog wel iets van de door Geert Wilders bejubelde ‘joods-christelijke traditie’ en het pleidooi van Jan Peter Balkenende voor het ‘normen- en waardendebat’ is te herkennen, maar de woorden over God, Jezus en de Bijbel langzaamaan verstommen. Verus wil via een vergelijkbaar pad het christelijk onderwijs van nieuw elan  voorzien. Haar nieuw perspectief geven. Een opwindend doel om samen enthousiast voor te gaan. Nieuwe woorden en nieuwe beelden. Al was het maar vanuit een institutioneel belang. Maar het 3.0-streven dat Verus voorstaat,  heeft wat mij betreft niets meer met christelijk onderwijs te maken.

Tot slot

Resteert wel de vraag hoe je in deze tijd krachtig Bijbels/christelijk onderwijs kunt bieden. Daarbij zullen we ons steeds meer af moeten vragen wat ten diepste onze grondslag is. Wat mij betreft is dat dus de Bijbel  en – kort gezegd – de erkenning dat Jezus Christus je Redder en Heer is. Binnen die grondslag kunnen gereformeerde, reformatorische, evangelische en veel protestants-christelijke scholen elkaar prima vinden. En met een gezamenlijke grondslag en een gezamenlijk perspectief schouder aan schouder  de toekomst in gaan. Denkt u daarbij ook even aan een functie in een MR, een gebedsgroep of  in een schoolbestuur. Allemaal belangrijke bouwstenen!

 

Dick Tillema