Help! Mijn kind spreekt een andere taal

Sms, chatten, msn (omgaan met)

HELP! MIJN KIND SPREEKT EEN ANDERE TAAL! WAAR HEBBEN ZE HET OVER??

 Het is VPVJ dat je mattie de doekoes voor je mobi niet had. Sg@tje tkmt goe!

(Of: Het is vette pech voor je, dat je kameraad het geld voor je mobiele telefoon niet had. Schatje, het komt goed!) Het kan zomaar uit de PC te voorschijn rollen of van het scherm van de mobiele telefoon. Vroeger (nou ja wat heet) noemden we dat turbotaal. Nu is het gewoon straattaal en de eigentijdse manier waarop jongeren met elkaar communiceren.

Hoe begrijpen we elkaar vandaag de dag? Welke uitdaging hebben ouders, docenten en opvoeders? Hoe staan we ten opzichte van elkaar en hoe komen we tot overeenstemming wat we van belang vinden?

De volgende weergave zal een ‘momentopname’ in de snelle film van vandaag de dag zijn. Communiceren en elkaar begrijpen zijn inmiddels dynamische processen geworden met een enorm beroep op vaardigheden om prikkels en signalen en inhoud van elkaar te scheiden en écht te begrijpen wat de ander bedoelt. Hoe zaken als authenticiteit, eer, afkomst en religie daarmee te maken hebben, zal gaandeweg duidelijk worden.

 Spreken en doen
Voor christenen is communicatie onlosmakelijk verbonden met het spreken van de Schepper, het verstaan van Zijn stem. Vanaf bladzijde 1 in de Bijbel, Genesis 1:3, is te lezen dat taal en gesprekken een vast gegeven zijn in het handelen van God. God sprak en het was er. God spreekt met Zichzelf: Laat Ons mensen maken en Hij deed het. De Here God gaf de mens een uniek instrument om gevoelens, gedachten en overwegingen voor een moment te pakken en door te geven: taal. Hij heeft uiteindelijk Zijn Zoon gegeven, van wie de Bijbel leert: Hij is het vleesgeworden Woord (Johannes 1). Hij heeft Zijn Geest uitgestort, door wie we Zijn Woord, hét Woord, de Bijbel, kunnen lezen, begrijpen, ervaren en doen. Met opzet: ervaren en doen. Het lezen en begrijpen is pas ‘werkelijkheid’, als het wordt toegepast, in praktijk gebracht. Voor rationele westerlingen is dat een rare vermenging. Immers: informatie verwerking is toch tot je nemen en verwerken?

De Hebreeuwse taal, de taal van de Bijbel, kent het woord ‘Dabar’, wat vertaald moet worden met woorddaad. Onlosmakelijk zijn woorden en daden voor de Joodse interpretatie aan elkaar verbonden,. Onder invloed van het Griekse denken, is dat verloren gegaan voor de westerse Europeaan. Het komt echter vandaag de dag terug in de samenleving. Je moet doen wat je zegt en staan voor wat je doet. Dat vraagt de hedendaagse jeugd.

 Netwerk
Meer dan ooit is het van belang in welk netwerk je functioneert. Leerlingen op het schoolplein leren elkaar kennen door afkomst: “Ken je die jongen?” “Hé, ken jij Bart? Die woont op Zuid!” “Ja die ken ik, hij is okay.” Het is van belang bij wie je hoort en wie je kent. Hoe belangrijker het netwerk is geworden: het is er zeker niet eenvoudiger op geworden. Hoe maken jongeren vandaag de dag contact? Via sms, chatten, msn, online games en dergelijke. Jongeren maken bovendien contact met jong en oud. Bijvoorbeeld online gamers hebben door verschillende leeftijdslagen heen relaties op inhoud van het spel. Relaties verworden als het ware tot gedeelde interesses. Daar waar wij mogelijk nog gevaren zien in digitale netwerken en virtuele gespreksruimtes, of de computer een lastig hulpmiddel vinden in communicatie en informatieuitwisseling, is het voor de jongeren een ‘social machine’ geworden: niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Je maakt er je planning mee, vertelt wie je zelf bent (broadcast yourself: zie de successen van sites als youtube.nl en hyves.nl). Onderzoek wijst zelfs uit dat de huidige generatie jongeren de computer een waardevolle aanwinst vindt om relaties en vriendschappen uit te diepen en elkaar beter te leren kennen. Dat alle hulpmiddelen daarin meewerken, wordt op wrange wijze duidelijk uit recente publicaties dat 1 op de 3 jongeren tot 30 jaar de ervaring heeft om in een relatie ‘gedumpt te zijn’ door middel van een sms. De maatschappij, de media, de commercie: alles is gericht op netwerken en mobiliteit. Hoe moeilijk wij dat als bovenliggende generatie ook kunnen bevatten: jonge mensen groeien er in op en lijken een eigen omgang te hebben met de veelheid van informatie. Keuzes die zij maken worden ingegeven door de grote mate van informatie die voorhanden is. Ze lijken zo heel gemakkelijk hun keuzes te maken en hun eigen koers te bepalen. Misschien kijken wij daar met enige afgunst naar: hoe doen ze dat toch? De bediening van nieuwe wanna haves(hebbedingetjes), het vinden van informatie op internet, het kiezen van programma’s en het uitsluiten van oninteressante producten, reclames, beelden en geluiden.

Jongeren hebben een geheel eigen manier van omgang met informatie en het leven in een ‘consumptiemaatschappij’. Ze maken inmiddels afwegingen, die wij als volwassenen maar moeilijk kunnen geloven: het gaat niet meer (alleen) om wat je hebt, maar om wie je bent en wat je met elkaar gemeenschappelijk hebt.

 Kansen
Hoe gaan we daar als professionals mee om: jongerenwerkers, leerkrachten en dominees? Wat voor een uitdaging hebben ouders? (Of is uitdaging een moderne managementterm om een grote opgave, een zware last positief te benaderen?) We zijn in Nederland met zijn allen heel erg kind- en leeftijdgericht. Misschien niet altijd met de juiste focus, maar de ontwikkeling van een programmaministerie ‘Jeugd en Gezin’, ruime budgetten voor jeugdzorg, zorgnetwerken en al dergelijke meer maken duidelijk dat we ons erg druk maken met de jeugd.

Dat is een logisch gevolg van de samenhang tussen volwassenen (die graag jong blijven, niet te snel kinderen willen, wel geliefde grootouders willen worden) die vriendschappelijker met jongeren omgaan, de moeite die volwassenen hebben met de snelheid van ontwikkelingen en het schijnbare gemak, waarmee jongeren nieuwe ontwikkelingen ontdekken, verkennen en inlijven in het dagelijks leven.

Hoe geven we daar een antwoord op vanuit het christelijk onderwijs, vanuit de geloofsgemeenschappen en als ouders? Jongeren willen ergens bij horen: ze moeten afkomst hebben, trots zijn op ‘het nestje’ waaruit ze komen. Dat maakt, dat we te investeren hebben in jongerenwerk, werken aan contacten en relaties en het bieden van ontmoetingsruimtes. Jongeren hebben een eigen mening en willen meedenken over hoe je dat vorm geeft. Vergeet dus niet hen te betrekken bij het opzetten van activiteiten in een geloofsgemeenschap of bij de invoering van nieuwe afspraken op school. Jongeren accepteren de verschillen tussen elkaar, dus je mag geloven en daarvoor uitkomen. Je hoeft niet verlegen te zijn, als je vertelt, dat je naar de kerk gaat of een praisedienst bezoekt. Dat is geaccepteerd, zolang je de ander maar in zijn waarde laat.

Dat geeft meteen de grens aan van de omgang: wat voor jou geldt, hoeft niet voor mij te gelden. Nog een opbrengst van het Griekse denken: wie zegt dat er niets meer dan dé Waarheid is? Wij willen wel eens achter de waarheid kijken of er echt niets anders is. Fijn dat dit jouw waarheid is, ik heb de mijne. Het Joodse denken gaat uit van een absolute vorm: er is God, er is Waarheid, er is Hemel, dát moeten we onze jongeren meegeven. Het valt niet te betwijfelen!

Wat mooi dat de Bijbel, dat prachtige boek voor jong en oud, ook voorbeelden geeft van jonge mensen die in een vergelijkbare tijd groot zijn geworden. Vergelijkbare tijd? Daar moeten we wel moeite voor doen. Vertaal de moeite van Jeremia maar eens naar het heden: je zou maar in zijn schoenen staan als jong mens en een moeilijke boodschap te brengen hebben aan je eigen volk. En toch doet hij dat: een eigen stijl, een authentiek persoon. Of Timotheüs of David of Daniël of Ester of Ruth. In hun eigen situatie zijn dat aansprekende voorbeelden die vandaag heel actueel zijn. Aan ons de opdracht om die vertaling dan ook te maken in eigentijdse vormen, met eigentijdse onderwerpen, in gesprek, in wisselwerking. Geen gepreek of eenrichtingverkeer. Geef de achtergronden er maar bij, gebruik internet, surf naar het Midden- Oosten van nu en laat hen kijken, ervaren hoe actueel de boodschap van de Here Jezus vandaag is: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven en voor Mijn kinderen heb Ik werken voorbereid waarin je kunt wandelen.

Meer weten? Een actueel boek vanuit een ‘wereldse’ benadering geschreven, maar zo duidelijk en concreet om vertaling te maken naar het werken, praten en luisteren met jongeren is “Generatie Einstein”, geschreven door Jeroen Boschma en Inez Groen. Een aanrader voor professionals en werkelijk geïnteresseerden in hedendaagse jeugd.

 Pieter van Dijk