Kindercrèches

Bij de Duitse uitgever Cip-Medien-Verlag verscheen Schadet die Kinderkrippe meinem Kind? Worauf Eltern und Erzieherinnen achten und was sie tun können (Veroorzaakt de crèche schade bij mijn kind? Waarop ouders en opvoedsters letten en wat ze kunnen doen) In het blad Topic, 9/2018, stond onderstaande bespreking. De Duitse situatie zal niet zo veel van de Hollandse verschillen.

Waarom kinderen in crèches schade kunnen lijden
Het onderwerp is zeer actueel en er ligt een sterk taboe op: het leed van kinderen in de kinderopvang. Er wordt veel te weinig kennis genomen van wetenschappelijk werk daarover. Dit leed moet nu nog meer kinderen in Duitsland aangedaan worden. Een aandachtspunt in het huidige regeerakkoord van de GroKo-regering (= Grosse Koalition) is namelijk de uitbreiding van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Voor dit doel wil de Bondsregering de komende drie jaar 3,5 miljard euro beschikbaar stellen. Volmondig betekent dit: “We willen de best mogelijke zorg voor onze kinderen en een betere overeenstemming van gezin en werk.” In werkelijkheid betekent dit echter dat door vermindering van de dubbele taak van gezin en werk moeders en vaders gezonder worden of blijven, maar hun peuters daardoor zieker worden.
In de crèches worden namelijk niet weinig kinderen ziek gemaakt – en dat voor een heel leven. Dit is puntig gezegd de conclusie van een actueel boek, waarin de situatie van peuters in de kinderdagverblijven vanuit zeer verschillende perspectieven wordt beschreven. Het 368 pagina’s tellende boek (zie gegevens onder) toont o.a. een vuurwerk van studies, die over de hele linie bewijzen: Wie in de eerste twee jaar zijn kind in een kinderopvang plaatst, riskeert daarmee blijvende schade voor de gezondheid van de nakomeling voor de rest van zijn leven. De Deutsche Psychoanalytische Vereinigung gaf in 2007, een “Memorandum voor uitbreiding van kinderopvang” uit. Daarin staat onder andere: Hoe jonger het kind, hoe geringer zijn bevattingsvermogen en gewenning, hoe korter de aanpassing aan de ouders, hoe langer het dagelijks verblijf in de crèche, hoe groter de crèche-groep, hoe wisselender de zorg, des te ernstiger is de mogelijke bedreiging voor zijn psychische gezondheid.” En niet alleen de psychische gezondheid.
Om deze bedreiging te kunnen bevatten, is het zeer essentieel om te begrijpen waarom juist de eerste twee levensjaren van een mens van bijzondere betekenis zijn. Tot zijn eerste verjaardag kan het kind zich nog niet als een zelfstandig bewust handelende entiteit onderkennen. Tot de volgende, de 2e verjaardag, wordt dat slechts wat stabieler. Conclusie: Vooral in de eerste twee jaar heeft het kind een hechte liefdesrelatie nodig, een zeer directe band met de ouders, in het bijzonder met de moeder. Wordt het uit deze relatie gerukt, bijvoorbeeld doordat het enkele uren wordt afgegeven in een crèche, dan raakt het gemakkelijk in een kwaadaardige (nadelige) stress. Het gevolg: het schadelijke stresshormoon cortisol wordt gedistribueerd. Niet weinig kinderen (vooral jongens) reageren op hun voortdurende spanning met een twistzieke houding, ongeduld, storend gedrag, opstandigheid, driftbuien en agressiviteit, wat op de lange termijn het sociale gedrag kan bepalen. Deze stress kan bovendien de ontwikkeling van de hersenen van het kind negatief beïnvloeden en gezondheidsproblemen op latere leeftijd veroorzaken. Er zijn aanwijzingen dat als de vroege ontwikkeling van een kind erg lastig was, later gerekend moet worden op diabetes, hogebloeddruk of overgewicht bij dit kind. Ook de hoge gevoeligheid van kinderen in de opvang is een symptoom van deze stress.
Maar weinig ouders weten wat er met hun kinderen gebeurt als die in de crèche afgegeven worden. Daarvan delen opvangmedewerkers in het boek mee: “Als opvoedster ben je in constante tijdsdruk, mondje schoonmaken, luier vervangen, geschil regelen, kind kalmeren, dat om papa en mama huilt … eten, wassen, naar de wc brengen, bed opmaken, in bed leggen, er weer uithalen. Alles moet snel en efficiënt gebeuren, want alles op tijd, waardoor er een innerlijke spanning opgebouwd wordt. Dus er is geen tijd over voor individuele aandacht.” Dus zijn ook kinderdagverblijf medewerkers gestrest, vooral als ze voor 12 tot 14 kinderen verantwoordelijk zijn en de personeelsbezetting veel te laag is. Wenselijk zou zijn een begeleiding van 1 op 3-5 kleintjes, wat voor veel kinderdagverblijven ondenkbaar is.
Een kinderopvangleidster beschrijft hoe ze hongerende en daarom schreeuwende of huilende kinderen in haar armen gehad heeft, die niet de fles van haar wilden hebben, omdat de verzorgster hen vreemd was. Deze kinderopvangleidster schat dat met wel 70 procent van de kinderen in kinderdagverblijven het niet echt goed gaat. Ze stelt, dat kinderen pas na de leeftijd van drie jaar voorzichtig met de crèche kennismaken, opdat niet gebeurt wat een collega in het boek zo uitdrukt: “Ik heb gemerkt dat de kleintjes eigenlijk een gewoon verlangen hadden en wel het verlangen naar hun moeder. “

Bron:” Schadet die Kinderkrippe meinem Kind? Worauf Eltern und Erzieherinnen achten und was sie tun können”, prijs € 29,–.
Noot van de redactie van Topic: Het net verschenen boek is een rijke bron van uitstekend bewezen argumenten met betrekking tot kinderdagverblijven. Het is pretentieuze lectuur waarin goede tips genoemd worden waarop ouders en opvoeders moeten letten.

vertaling: dr. W.Hoek