Postmodernisme
Leven in een postmoderne cultuur
Sinds ongeveer de zeventiger jaren van de vorige eeuw vindt er een kentering plaats in het denken: van het moderne naar het postmoderne denken. Vooruitgang en ontwikkeling zorgen er continue voor dat wij ons moeten aanpassen aan veranderde omstandigheden. Echter, in de laatste veertig jaar is het niet alleen de technologische ontwikkeling geweest, maar tevens de totale verandering in het denken die aanpassing vereist. In de tachtiger jaren was er vanuit de christelijke hoek nog wel kritiek op dit denken, toen vaak aangeduid als newage-denken, maar deze kritiek is langzamerhand weggeëbd. Het postmodernisme heeft nu grote invloed gekregen, maar een evaluatie ervan horen we niet vaak. Dit is ook wel logisch, want dit heidense denken schakelt juist de kritiek uit door haar nadruk op tolerantie! Maar willen we en kunnen we als christenen ons eigenlijk wel volledig overgeven aan dit denken? En wat is nou eigenlijk de ideologie van dit denken die we worden geacht over te nemen? Daarom is het goed om stil te staan bij wat het postmodernisme precies is om het te kunnen beoordelen en te toetsen aan wat de Bijbel leert.
Van modern naar postmodern
In het moderne denken lag de nadruk op het rationele, de logica en de wetenschappelijke bewijzen. In het postmoderne denken is deze nadruk verplaatst naar vooral aandacht voor de spirituele ervaring en de emoties. In het modernisme kon je iets zeker weten: iets was waar of niet waar. De kern van het postmodernisme is echter dat waarheid subjectief is en dat absolute waarheid niet meer bestaat. Dit heeft verschillende gevolgen. In dit artikel kijken we naar drie punten van het postmodernisme die alle drie consequenties zijn van het feit dat de absolute waarheid niet meer bestaat: tolerantie, nadruk op de emoties en gelijkwaardigheid van ieders mening. Maar eerst onderzoeken we de kern van het postmodernisme: het ontkennen van een absolute waarheid.
Subjectieve waarheid vervangt de absolute waarheid
Absolute waarheid is waarheid die altijd geldt en dus onafhankelijk is van de omstandigheden. Een subjectieve waarheid daarentegen is afhankelijk van de persoon en zijn of haar emoties en kan daardoor ook veranderlijk zijn. Zo kunnen er over precies dezelfde situatie verschillende interpretaties of meningen zijn, omdat iedere persoon er anders tegenaan kijkt, maar deze worden dan alle als “waarheden” gezien. De basis hiervan ligt bij het denken van o.a. Jacques Derrida en Hans-Georg Gadamer, met name hun gedachten over de betekenis van teksten. In het moderne tijdperk was de intentie van de auteur de belangrijkste maatstaf van wat een tekst betekent. Men zocht dus vooral naar de boodschap die de auteur wilde overbrengen om een tekst te begrijpen waarna deze eventueel kon worden toegepast. Derrida’s deconstructionisme leerde dat woorden geen objectieve inhoud meer hebben. Gadamer stelde, dat een interpretatie van een tekst vooral afhankelijk is van hoe de tekst door de lezer wordt ervaren. Er is dan geen absolute waarheid over de tekst, alleen maar een subjectieve waarheid. Verschillende lezers hebben verschillende interpretaties en al deze interpretaties worden gezien als een mogelijke, subjectieve waarheid. Waarheid wordt afhankelijk van de omstandigheden, dus wat vandaag geldt, is morgen misschien weer anders. Deze afwijzing van absolute waarheid is de kern van het postmoderne denken. Meteen rijst dan de vraag of we de Bijbel dan nog wel eenduidig kunnen begrijpen? In het moderne denken werd de boodschap die de auteur voor de oorspronkelijke lezer had, beschouwd als de absolute waarheid. Het was dus eerst zaak de context te begrijpen om de oorspronkelijke boodschap te reconstrueren en pas daarna kon gekeken worden hoe deze boodschap nu relevant kan zijn. Maar in het postmoderne denken kunnen we meteen beschouwen hoe een tekst wordt ervaren. Toen ik naar een christelijke studentenvereniging ging, was ik verbaasd om te ervaren dat Bijbelstudies vooral een uitwisseling van gedachten waren geworden over een tekstgedeelte. Ik had, met mijn moderne mindset, een grondige studie verwacht en een antwoord op wat de betekenis, de waarheid, zou kunnen zijn.
Kernpunt 1: tolerantie
In het postmodernisme is tolerantie zeer belangrijk. Wat echter niet getolereerd wordt, is intolerantie! Tolerantie betekent respect hebben voor de ander, ongeacht diens mening. Intolerantie is er in de collectieve afkeer van geweld en onrecht, maar ook in het afwijzen van elke vorm van discriminatie, zelfs die discriminatie die op basis van geloof wordt gemaakt. Deze intolerantie heeft bijv. de SGP onlangs ervaren, toen zij van hogerhand geboden werd haar standpunt over het passief kiesrecht van vrouwen te herzien, omdat deze als discriminerend werd ervaren.
Deze nadruk op tolerantie is een logisch gevolg van het ontbreken van absolute waarheid. Als die niet langer bestaat, dan mag je een ander jouw waarheid dus ook niet opleggen. Discussies vinden dan ook niet plaats om iemand te overtuigen van elkaars waarheid, maar puur en alleen om elkaar te informeren over de eigen, subjectieve waarheid.
Deze tolerantie werd in het begin door christenen wellicht nog als zeer bevrijdend ervaren. De tolerantie en het daarbij behorende respect wat in het postmodernisme wordt getoond voor een andere mening zorgde ervoor, dat christenen minder werden aangevallen over hun levensovertuiging. Het postmodernisme bracht niet alleen meer ruimte voor spiritualiteit, maar ook voor allerlei verschillende soorten van spiritualiteit. Hier zien we dan ook meteen het nadeel, want tolerantie en respect voor andere meningen brengt tevens met zich mee dat ook kritiek op valse leringen niet wordt getolereerd. Uiteindelijk leidt deze tolerantie dus tot een uitschakeling van kritiek en een geloof waar er vele wegen zijn die tot God leiden en waar een ieder het recht heeft zijn geloof op zijn eigen manier te beleven.
Kernpunt 2: Nadruk op emotie
Een tweede kernpunt van het postmodernisme is de nadruk op beleving van emoties. Rationele overtuigingen en redeneringen zijn onderhevig geworden aan het gevoel. Deze nadruk zien we in allerlei situaties terug. Denk bijvoorbeeld eens aan de nieuwsberichten. In het journaal vertelt de journalist niet alleen maar de kale feiten, maar benadert soms ook een aantal mensen om een eerste reactie op hoe dit nieuws wordt ervaren. Blijkbaar is het erg belangrijk geworden om te weten hoe de ander, zowel de deskundige als de leek, zich voelt. Ook de populariteit van programma’s op het gebied van reality-tv laat zien, dat we graag willen weten hoe anderen zich voelen en gedragen in bepaalde omstandigheden.
Ook in de kerken zien we een grote verschuiving naar het gevoel. Een Bijbelstudiegroep is veel vaker een gespreksgroep om met elkaar te delen hoe een bepaalde tekst wordt geïnterpreteerd en veel minder een uitleg door iemand die de materie grondig heeft bestudeerd. Dit komt ook, omdat rationeel weten wat de Bijbel ons leert eigenlijk niet meer voldoende is. Mensen zoeken de ervaring van God en het gevoel dat God bestaat en tot hen spreekt. In de liederen zien we ook steeds meer nadruk op het gevoel. Het veelvuldig herhalen van liederen werkt op het gevoel; voor het verstand zou die herhaling namelijk niet nodig zijn; dan zou één keer voldoende zijn om de boodschap over te brengen. De nadruk op gevoel gaat zelfs nog verder. Beslissingen worden veel vaker genomen op basis van hoe iets voelt. Men denkt dat als het niet goed voelt, dan kán het toch niet goed zijn? En dit werkt dus ook door in hoe instructies van de Bijbel worden opgevat. In het modernisme werden Gods geboden uiteengezet om deze te gehoorzamen. In het postmodernisme is ons eigen gevoel voorop komen te staan. Dit betekent dat we sommige geboden naast ons neerleggen, vooral die niet goed voelen of als we vinden dat deze niet meer passen in de postmoderne tijd. Het gevoel bepaalt dus of we willen luisteren naar God en zijn Woord.
Kernpunt 3: Gelijkwaardigheid van meningen
Het feit dat waarheid subjectief is geworden, betekent ook dat alle verschillende waarheden dezelfde waarde hebben. Ieder heeft wat dat betreft recht op zijn eigen waarheid. Dit betekent dan ook dat zelfs een deskundige van een leek te horen kan krijgen: “Ja, dat is jouw mening, maar ik vind…” Eigenlijk betekent dit dan ook dat we helemaal niet persé de mening van de deskundige autoriteit hoeven over te nemen. Die persoon is immers ook feilbaar en het hoeft dus niet jouw waarheid te zijn. In het onderwijs wordt daarom veel meer nadruk gelegd op het leren vormen van een mening, helaas vaak zonder dat daar noodzakelijk een goed geïnformeerde basis voor is gelegd. Aangezien zelfs de mening van onze leraren als feilbaar wordt gezien, moeten de leerlingen zelf een mening leren vormen. Deze zelfde situatie zien we in de kerk. Er is veel minder nadruk op grondige kennis opbouwen en meer op het vormen van een mening. Dit betekent dat de autoriteit die in het moderne denken werd toegekend, nu zeker minder aanwezig is, want elke mening is gelijkwaardig.
Postmodernisme en de Bijbel
Het christelijk leven zal altijd een hele kentering in ons denken teweegbrengen. Dit wordt groter of anders naarmate de cultuur verandert. De kern van het postmodernisme, het afwijzen van absolute waarheid staat tegenover de leer dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is (Joh 14:6). Is dit dan iets dat veranderlijk en subjectief kan zijn? De waarheid zal ons vrijmaken (Joh 8:32): een absolute waarheid over een onveranderlijke God. Jezus zei ook dat “niemand komt tot de Vader dan door Mij.” Er is dus maar één weg tot God en dus ook maar één waarheid. Dit past niet in het plaatje van het postmodernisme en haar tolerantie. De Bijbel leert juist dat we alle dingen moeten testen (1 Thess 5:21) en moeten oppassen voor valse profeten (1 Joh 4:1). Dit houdt in dat we onze kritiek helemaal niet moeten uitschakelen! Uiteindelijk is Christus het hoofd van het lichaam, de gemeente (Col 1:18). Hij is onze autoriteit.
Conclusie
Het hele persoonlijke en maatschappelijke leven wordt beïnvloed door deze totaal veranderde ideologie van het postmodernisme, zonder dat men zich daar voldoende van bewust is. De effecten zijn merkbaar in opvoeding, scholen, gemeentes en relaties. Alleen door het onderkennen van het Bijbelse gedachtegoed kunnen deze invloeden erkend worden. Het is meer dan nodig om na te denken over de postmoderne invloed in het christelijke leven. We leven in een postmoderne cultuur, dus uiteindelijk zal ieder moet voor zichzelf de balans moeten opmaken wat voor consequenties deze ideologie heeft.
Mevr. drs. S.F. I. Matzken MA, ing