Spelen we een rol?
Als kinderen spelen, heb je er geen kind aan. Ze hebben er zelf veel aan. Ze spelen de grote mensenwereld na en we zien soms hoe we zelf functioneren in hun spel. Ze beelden het een en ander uit en laten zien hoe mensen met dingen en met mensen omgaan. Soms confronterend, meer dan eens onderwijzend, nog het meest heel plezierig. Jezus nam het kinderspel in Zijn onderwijs op door te vertellen dat kinderen een bruiloft en een begrafenis spelen, levensecht.
Kinderen bereiden zich spelend voor op hun toekomstige taken. Je kunt daarvan niet eens zeggen: het is maar kinderspel. Deze kinderen spelen geen rol, maar oefenen zich in hun spel al voor later.

Toneelspel
Op meer dan één moment hebben we met toneelspel te maken. Het zijn de aardige ogenblikken op een bruiloft, wanneer het bruidspaar op een goede wijze in het zonnetje wordt gezet en spelenderwijs wordt aangetoond wie bruid en bruidegom zijn. Uiteraard moet je dan in dit spel een ander niet beschadigen. Dan gaat het aardige er echt af. Christelijk feestvieren is ook een kunst!
Bij het toneelspel kruip je in de huid van de ander. Sommigen kunnen de rol van een ander op een voortreffelijke wijze spelen. We kunnen van een goed spel genieten en er veel van leren.
Toch zijn er duidelijk grenzen aan te wijzen. Vandaar dat in het verleden nogal eens bezwaar werd aangetekend tegen toneelspel. Farel vond dat er karakterbederf optrad door de dienst van schijn, Cop vond het zinnen prikkelend en de zedigheid rovend en Calvijn had bezwaren vanwege de kledingverwisseling van man en vrouw. Toneelbestrijding treffen we aan in boeken van Nolthenius Van de Schouspelen en Voetius Disputatio de Comoediis. Later wijst Kuyper op de schade voor het leven van een christen. Hij acht toneelspel voor een christen ongeoorloofd. Als voornaamste bezwaar gold dat je in wezen die ander moet worden bij een goed toneelspel en niet meer jezelf kunt zijn. Het belangrijkste wat men aanvoerde tegen toneelspel is, dat je het heilige niet uit kunt spelen en de zonde niet mag uitbeelden.

Rollenspel
Sinds Moreno heeft het rollenspel zijn intrede gedaan. Wil je op een goede wijze gevormd worden voor het werk dat je gaat verrichten, is training hard nodig. Je moet je van tevoren niet alleen verplaatsen in de rol van een ander, maar deze rol spelen en je zo oefenen in het de ander metterdaad kunnen zijn. Voortdurend spreekt men over ‘rol’, zonder dat daarmee nu wel zo duidelijk wordt, wat je daaronder moet verstaan. Laat ik het met een citaat van Goffmann aangeven:
‘In de sociologie zijn weinig begrippen gebruikelijker dan “rol”, zijn er weinig waaraan meer belang wordt toegekend en weinig die zo onscherp worden als men ze nader bekijkt.’
De ene rol is de andere niet, maar in wezen moet je wel de ander worden, wil je goed toegerust zijn voor je taak. Het probleem is namelijk, zo meent men, dat je niet echt bent. Je bent al zo misvormd door de maatschappij waarin je geboren bent, dat het nodig is eerst tot jezelf te komen. En dat kan slechts door de ander. Door je medemens word je pas mens. Want jij was er in de wieg toe geprest om te lachen en je werd gedwongen om niet te huilen. Nu moet je eerst jezelf gaan vinden via zelfontdekking, om vervolgens te komen tot zelfontplooiing. Het rollenspel van en in de groep zorgt voor de nodige zelfverwerkelijking.
In de groep zal men je opvoeden tot het jezelf worden. Je moet je vrij spelen! Want zo bevrijdend is het rollenspel, beweert men.
Als een groep bijeen is, welke groep dan ook en zeker niet een te grote groep, moet je getraind worden in openheid. Je moet een spel spelen en in dit spel moet je ertoe gebracht worden je binnenste te laten zien. Vervolgens zal de groep aangeven wat jouw zwakke en wat jouw sterke punten zijn. En zo leer je met jezelf om te gaan en met de ander. Wanneer de hele groep jou prijst, vanwege jouw kwaliteiten is het gevaar niet denkbeeldig dat je hoogmoed wordt gevoed. Anderzijds, wanneer iedereen in de groep van mening is en dat ook zegt dat je het helemaal niet goed doet, is er het gevaar mismoedig of moedeloos te worden. Zo kreeg een groep tenslotte, met heel veel aandrang, ‘het geheim’ van iemand eruit, maar even later pleegde deze man zelfmoord. Een meisje werd ertoe gedwongen om negatieve dingen te zeggen over haar opvoeding. Toen ze ’s avonds het een en ander aan de Heere beleed in haar gebed, was het haar vaste voornemen bij haar thuiskomst dit ook aan haar ouders te vertellen en vergeving te vragen. Haar vader was zo ernstig ziek, toen ze thuis kwam dat ze dit niet meer met hem kon bespreken en er nu een probleem bij heeft gekregen. Vooral zwakken hebben nogal eens te lijden onder de ‘openheid’ die de groep bewerkt.
Vooral wanneer je de stervende of de gelovige moet spelen bij een oefening in het rollenspel, sta je voor onmogelijkheden. In de eerste plaats, omdat je je niet werkelijk kunt inleven wat sterven is en dat je met name de stervende nooit kunt spelen. Nog het meest is het onmogelijk om de zonde van de opstand te spelen en niet minder om het leven uit genade te spelen. Om het kort en goed te zeggen: wie met de zonde speelt, wordt een speelbal van de zonde en wie met de genade speelt, verspeelt de genade!
Zo zijn er ernstige bedenkingen tegen het zogenaamde rollenspel, zoals ik breder heb aangetoond in mijn boekje Welke rol speelt rollenspel?
De vraag is of rollenspel in wezen zo veel anders is dan toneelspel.
De volgende onderscheidingen zijn aan te brengen:

  1. Rollenspel is een groepsgebeuren, toneelspel niet; men kijkt er naar.
  2. Rollenspel is improviseren, toneelspel is instuderen.
  3. Rollenspel is identiteitsverlies, toneelspel is imitatie (men speelt ‘slechts’ een voorgeschreven rol).
  4. Rollenspel is confrontatiemethode, toneelspel is ten dele vrij.
  5. Rollenspel is therapie, toneelspel blijft spel.
  6. Bij rollenspel zijn de ‘toeschouwers’ spelers, bij toneelspel zijn de toeschouwers slechts kijkers, ook al steken zij er wat van op.
  7. Bij toneelspel moet je de ander inleven, bij rollenspel in de ander leven om zo jezelf te worden en te zijn. De ander is je alter-ego. Vandaar dat men spreekt van rol en tegenrol en van rolverwisseling.

Simulatiespel
Om je op je taak in de maatschappij voor te bereiden wordt meer dan eens een echte situatie gesimuleerd. Een piloot krijgt dan op de grond een hele training. Stijgen en landen vooral worden zó in de cockpit ‘beleefd’ dat je geen idee hebt dat je niet de lucht ingaat en op de landingsbaan terecht komt. Bij de politie en de brandweer worden regelmatig oefeningen gehouden om de werkelijkheid van een calamiteit zo dicht mogelijk te benaderen. Zo gaan stagiaires mee op pad om te leren, hoe je met mensen behoort om te gaan.
Dit simulatiespel is iets geheel anders dan het bovengenoemde rollenspel. Het rollenspel is meer aan karakters gebonden, het simulatiespel aan regels en structuren, zo heeft iemand het onderscheiden. Het rollenspel richt zich meer op personen, het simulatiespel is doorgaans probleemgericht.

Rol of roeping
Al te veel wordt gesproken over een rol die we hebben te vervullen. Zo zou ik telkens een andere rol spelen, dan die van vader, dan die van catecheet, dan die van pastor, dan die van voorzitter, etc. Op alle terreinen van het leven heeft God me een taak gegeven. God roept me ertoe op om mijn werk zo trouw te doen als de engelen in de hemel. Ik ben vooral mijn doen en laten in de eerste plaats verantwoording schuldig aan God, Die mij geschapen heeft en mij een plaats toebedeeld heeft. In heel mijn manier van leven gaat het erom God lief te hebben én de naaste. Ik hoef de naaste niet lief te vinden en ook is het niet mijn opdracht lief te doen, al moet mijn vriendelijkheid (en inschikkelijkheid) alle mensen bekend zijn, zegt God in Zijn Woord. Ik word ertoe geroepen om de naaste metterdaad lief te hebben, zoals dit onder andere wordt aangegeven in 1 Korinthiërs 13. Jezus leert ons in de Bergrede: Wat u wilt dat u de mensen doen, doe hen evenzo!
Dat is een hele les, levenslang. In wezen is deze liefde vrucht van de Heilige Geest, zoals Paulus daarover schrijft in Galaten 5. Hoe meer ik verbonden ben aan God en hoe meer de Heilige Geest in mij werkt, word ik gevormd om mijn taak te verrichten. De meest wezenlijke vorming ontvangen we van boven. Dat wil niet zeggen dat mensen geen vormende invloed op mij hebben. Zeg mij wie uw vrienden zijn en ik zal zeggen wie u bent! Thuis, in de veilige omgeving van het gezin, leren we het meest. Daar kunnen we elkaar corrigeren en stimuleren, zonder elkaar te ‘raken’, al moet je ook thuis weten wat je (in liefde) tegen elkaar zegt. Een man die God vreest, kan heel veel leren van zijn godvrezende vrouw, die als een tegenover fungeert heel dichtbij, dag en nacht. Samen bidden en samen leren, vooral door het lezen van het Woord van God, vormt ons om onze roeping te vervullen. In sommige Bijbelboeken treffen we veel wijze woorden aan. Met name is te denken aan de boeken Spreuken en Prediker. Salomo was de wijste man. Jezus zegt: meer dan Salomo ben Ik. Met andere woorden: van Hem Die dé wijsheid is, kunnen we nog het meest leren. Hij leert ons wie God is en wie Hijzelf is. Hij leert ons echter niet minder wie wij zijn en ook hoe we met onze naaste hebben om te gaan. De oude mens in een kind van God moet dagelijks afsterven en de nieuwe mens moet dag in dag uit opstaan in een nieuwe levenswandel. Dat is een levenslang proces.
Maar zo ontvang je hemels onderwijs, vooral als je dagelijks bidt: Leer mij Uw weg.
Want mensen kunnen je geweldig in je werk vinden, terwijl God je werk afkeurt.
Daartegenover kunnen mensen jou en je werk afwijzen, terwijl God je werk goedkeurt.
Uiteindelijk, hoe belangrijk het oordeel van mensen is, hebben we uiteindelijk te maken met het oordeel van God.
Jezus zegt: wie Mij volgt zal in de duisternis niet wandelen, maar het licht des levens hebben.
Zo hebben we een ‘voorbeeldfunctie’ in onze eigen omgeving.

Ds. J. van Amstel