Tolkien en Rowling
WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN TOLKIEN EN ROWLING (HARRY POTTER)?
Voorstanders van de Harry Potterboeken proberen, die wel eens te vergelijken met de Narnia-boeken van C.S. Lewis en vragen ons: “Als jullie Harry Potter dan zo gevaarlijk vinden, wat zeggen jullie dan van Lewis (Narnia)en Tolkien?”
Ja, het is waar dat beide auteurs gebruik maken van sprookjes en magische figuren. In beide series komen bewonderenswaardige karakters en schurken voor en komen kinderen in de betoverde werelden van Narnia en Midden-aarde terecht. Maar daar houdt de vergelijking dan ook op. Je kunt natuurlijk van mening verschillen over het gebruik van magie in kinderboeken, maar in wezen gaat het om twee belangrijke zaken die resp. levensbeschouwelijk en pedagogisch van aard zijn. Bij Harry Potter spelen vooral twee zaken die bij Narnia heel anders liggen:
- God en de duivel worden voorgesteld als een en dezelfde hogere macht (holisme). Mensen moeten ‘hem’ helpen door de zwarte kant ervan te bestrijden en de ‘goede’ kant te versterken, waarbij alle magische technieken geoorloofd zijn;
- De gruwelijke realiteit van het occultisme (en er is nauwelijks iets te noemen dat in de Potterboeken niet voorkomt) wordt voorgesteld als onschuldige fantasie waarvan kinderen zelf wel ‘afstand’ kunnen nemen.
Het gevolg is dat Rowling haar lezers zowel geestelijk als moreel in grote verwarring achterlaat. Daarentegen brengt Lewis hen een wereld binnen waar Gods gezag wordt erkend en beleefd – een wereld die – ondanks de realiteit van het kwaad – mensen mogen deelhebben aan zijn goedheid en genade.
De boeken van Tolkien staan hier tussenin. Daarin gaat het vooral om sagen en legenden, om mythologie, zoals Koning Arthur en de Graal. In zijn laatste interview in 1971 heeft Tolkien duidelijk afstand genomen van mensen die in De Ban van de Ring christelijke symboliek meenden te herkennen. Woordelijk zei hij: “Ik keer mij af van allegorie waar ik dat ook maar ruik,” maar eventueel mag men zijn boeken zien als een allegorie van de hele mensheid.
Vergeleken met Harry Potter biedt Tolkien – ondanks al het geweld – toch een zekere ‘afstand’. Bij Potter gaat het vooral om allerlei magische handelingen, waaronder het raadplegen van de doden, waaromheen een kostschoolverhaal met drie kernpersonages is geweven. Bij Tolkien gaat het om een mythologisch verhaal waarbij magie – uiteraard – een functie heeft.
Maar beide auteurs maken kinderen van jongsaf aan vertrouwd met het occulte. Zo is er een rechtstreeks verband verband te leggen tussen deze boeken en een van de bekendste en gevaarlijkste rollenspelen Dungeons and Dragons (Het Oog des Meesters), waar het verschil tussen fantasie en werkelijkheid wordt uitgewist. Op die manier worden de jonge lezers en spelers tot leergierige tovenaarsleerlingen, die iedere keer – zo jong als ze zijn – weer vanaf perron 9¾ de Zweinstein Express nemen naar hun ‘Hogeschool voor Hekserij en Hocus Pocus’.
Kabouters en elfen
In de verhalen van Tolkien komen allerlei aard- en luchtgeesten voor. Bestaan die werkelijk of alleen maar in de fantasie van sprookjes en mythen? Heeft de Bijbel er wat over te zeggen?
Zie de deelsite Occult en Licht bij het woord ‘Kabouters’.
Wat kunnen opvoeders doen?
1. Leg aan de hand van de Bijbel uit hoe de geestelijke wereld in elkaar zit. Die is niet neutraal, maar is goed en kwaad, waarheid en leugen. De geestelijke wereld kent een goede God, als Schepper van alles wat er is, met zijn heilige engelen, maar ook een tegenstander, de duivel en zijn demonen, die erop uit zijn alles wat goed is te vernietigen en de mensen als rentmeester van de schepping te bedriegen.
2. In 2 Corinthe 2:10-11 legt Paulus uit dat wij ons op de hoogte moeten stellen van de manier, waarop de satan denkt, zoals de leringen van boze geesten waarvoor Timotheus wordt gewaarschuwd. (1 Tim. 4:1) Neem deze met uw kinderen door en zoek in de Bijbel op, hoe wij ze allemaal kunnen weerleggen. Ga daarna met na welke leringen in het boek/de film voorkomen en wat de Bijbel daarvan zegt.
3. Let vervolgens op de manier waarop het boek/de film met deze leringen omgaan, met andere woorden of zij hierbij een zekere ‘afstand’ jegens de lezers/kijkers in acht nemen. Ons inziens gebeurt dit bij de Tolkiens mythologie beter dan in de boeken van Rowling Potter en Paul van Loon, waar de kinderen veel meer in de wereld van de magie worden betrokken.
Wijs hen dan op alles wat tot die ‘afstand’ bijdraagt zoals de humor, de hobbits, vriendschap en heldendom, maar ook op alles wat verleidend en bedreigend overkomt, zoals de listen van de luchtwezens en het geweld van de orks. Wijs hen dan ook op welke wijze de Bijbel ‘afstand’ schept, als er wordt gesproken over tovenaars als Bileam en waarzeggers, zoals de heks van Endor of Simon de tovenaar.
4. Ouders, zorg dat u iets afweet van datgene wat er allemaal nog meer op de kinderen en jongeren afkomt, zoals momenteel de wicca.
De tijd waarin we nu leven lijkt meer op de Bijbelse tijden van Richteren en Koningen en Handelingen dan de tijd waarin de ouderen onder ons zijn opgegroeid.
Neem met hen door wie Jezus Christus werkelijk is en laat hun zien, dat Hij
– van tevoren waarschuwt – door zijn Woord en Geest – om het geweten niet te belasten (dus in geval van twijfel: niet overhalen!)
– als u merkt, dat uw kind wel belast is, bid om vrijmaking (Joh. 8:36), ook al is het in onwetendheid gebeurd (1 Tim. 1:13); vraag om volkomen reiniging (1 Joh. 1:7) van het geweten.
Bovenal: BID VOOR ONZE KINDEREN!