VOEDING EN GEDRAG

– een bezinning over Bijbels denken m.b.t. de relatie: voeding en gedrag –

Wiens B/brood men eet, diens W/woord men spreekt…

Lezen: Matt 18: 1-5; 19: 13-15; 21: 15, 16

 Verhinderen

Kunnen wij kinderen verhinderen tot Jezus te gaan? Jezus’ leerlingen, de latere leiders, deden het wel, terwijl Jezus net gezegd had: “Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan.” In Mattheüs 23: 13 (NBG 1951) lezen we, dat de leiders van het volk het Koninkrijk der hemelen toesloten voor de mensen. De Here Jezus noemt ze kinderen van de duivel. Om het Koninkrijk van God binnen te kunnen gaan hoorde dé leraar van Israël, Nicodemus, van Jezus, dat hij opnieuw moest worden geboren, als een kind. (Joh 3: 1-21) Van de Joodse leiders weten we, dat ze een strak systeem hadden, bestaande uit, voornamelijk zelfbedachte, regels; toch weten we, dat het volk was “als (een kudde) schapen zonder herder.” (Matt 9: 36) Waren de mensen/ouders verbitterd? De ouders brachten hun kinderen naar Jezus; ontdoken ze daarmee de religieuze regels? De discipelen joegen ze weg; Jezus raakte ze aan: Hij raakte de kinderen aan door Zijn Persoon, wie Hij was en wat Hij zei. ‘Raken’ wij onze kinderen/leerlingen ‘aan’ door onze persoon? Stellen wij ons hart net zo open als Jezus dat deed?

In Matt. 21 namen de leiders het de kinderen kwalijk, dat zij (wèl) de Here Jezus als Zoon van David erkenden en Hem lof toe riepen. Verhinderen leiders nu nog? Hoeveel ‘religieuze/onderwijskundige regels en systemen/modellen’ hebben wij, kerkelijke en onderwijsleiders, voor ‘onze’ ouders/kinderen/leerlingen bedacht? Verbitteren wij onze kinderen/leerlingen? (Ef 6:4)

Afnemen en toevoegen        

Niet alleen van brood zal de mens levenmaar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.” (Mat 4: 4)

Jezus zei tot hen: “Mijn spijze is de wil te doen van degene, die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen.” (Joh 4: 34)

Voedselbereiding: brood

Er zijn onderzoeken die aangeven, dat sinds brood fabrieksmatig wordt gebakken, hart – en vaatziekten zijn toegenomen. Is er een direct verband? (Hoe) past hierin het Bijbelvers “…brood, dat het hart des mensen versterkt,” (Ps 104: 15) of is hierop van toepassing dat je met onderzoek alles kunt bewijzen en ‘dat iedere ketter zijn letter heeft?’ Bij het tegenwoordig (industrieel) proces van voedselbereiding gaan belangrijke/essentiële voedingsstoffen verloren en worden kunstmatige (vaak chemische) stoffen toegevoegd. Het effect is tweeledig: de weerstand van het lichaam wordt verminderd door de lagere kwaliteit van het voedsel en vervolgens wordt van het in weerstand verminderde lichaam gevraagd, zich te verdedigen/beschermen tegen schadelijke en lichaamsvreemde stoffen. Tarwekiemen bijvoorbeeld, zitten boordevol vitamine E. Vitamine E werkt bloeddrukregulerend: het verlaagt een te hoge bloeddruk en verhoogt een te lage bloeddruk. Vitamine E is van groot belang voor de spieren, dus zeker voor de belangrijkste spier in het lichaam: het hart. Hartziekten zijn vooral aandoeningen van de 20e  eeuw. De consumptie van geraffineerd voedsel lijkt hiervan de belangrijkste oorzaak te zijn. Dit voedsel bevat amper nog voldoende vitamine E. Vroeger at men volkorenbrood waarin tarwekiemen verwerkt waren. Tegenwoordig eten we ‘volkorenbrood’ dat vaak gewoon wit brood is waaraan zemelen zijn toegevoegd. Zo wordt de weerstand van het lichaam vermindert en compenseert men de gevolgen meestal met medicijnen, die vaak  schadelijke bijwerkingen hebben, wat weer een nieuwe verdediging van het lichaam vraagt. Maar ‘gelukkig’ zijn er ook medicijnen om de bijwerkingen van medicijnen te bestrijden…….

In geestelijk opzicht kunnen we een parallel trekken: als we afdoen van het Woord van God of er aan toevoegen, dat, wat we zelf bedacht hebben, zal dat schadelijke gevolgen hebben voor de gemeente. Om die schadelijke gevolgen voor het Lichaam te zien, hoeven we slechts naar de kerkgeschiedenis te kijken.

Afnemen van en toevoegen aan het Woord van God

Wij mensen, zijn, vanaf het gebod in de hof (Gen 2: 16, 17), geneigd af te doen van of toe te voegen aan het Woord van God (geboden van mensen Marc 7: 7; Col 2: 22) Als iemand vraagt: “Heeft God wel gezegd…?” dan hebben wij de neiging dat Woord in twijfel te trekken; (Gen 3: 1 e.v.) het kritisch te analyseren – i.p.v. dat wij ons kritisch door het Woord laten ‘analyseren’ – ; het aan te passen aan ons denken of er een wetenschappelijk ‘behapbaar’ theologisch systeem van te maken. Dat was hét verwijt van de Heer aan de leiders; daardoor sloten zij het Koninkrijk toe voor de mensen (én de kinderen). Er zijn meerdere teksten in de Bijbel over afnemen van en toevoegen aan het Woord van God. Het gedeelte in de Openbaring van (aan!) Johannes is misschien wel het meest bekend (Op 22: 18, 19), maar ook op andere plaatsen in de Schrift komen we woorden van gelijke strekking tegen: Deut 4: 2: “Gij zult aan al wat ik u gebied, niet toedoen, noch daarvan afdoen.” Deut 12: 32: “Al wat ik u gebied zult gij naarstig onderhouden, gij zult daaraan niet toedoen, noch daar van afdoen.” Spr 30: 5,6: “Alle woord Gods is gelouterd;…Doe niets aan zijn woorden toe…” Laat je de Bijbel ‘buikspreken’, als je dat toepast op de bereiding van voedsel? Mag je, kun je het geestelijke van het natuurlijke scheiden? Hoe moeten we Gen 2: 7, 1 Thess 5: 23 en andere Schriftplaatsen zien i.v.m. de eenheid van lichaam, geest en ziel?  Hoever zijn wij meegegaan met het westerse, wetenschappelijke, analytische denken? In hoeverre is dat denken Bijbels? In hoeverre is het verwijt van het ‘zondagsgeloof’ een terecht verwijt?

Toen bij de verzoeking in de woestijn (de verleiding van/d.m.v.) voedsel ter sprake kwam, liet de Here Jezus de Schrift(ten) spreken: “Niet alleen van brood zal de mens levenmaar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.” (Matt 4: 4) en: “Mijn spijze is de wil te doen van degene, die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen.” (Joh 4: 34) De Heer laat hier het geestelijke vóór het lichamelijke, het fysieke gaan; Hij laat het Woord van God bepalen of Hij zal gaan eten, wat hij zal gaan eten en vanuit welke motivatie Hij zal gaan eten.

Bij het huwelijk zien we dit ook. Als de Bijbel fysiek/lichamelijk overspel noemt, is daar ook de verbinding met geestelijk overspel: achter andere goden/religieuze/wereldse systemen aanlopen; afval van God/afval van man of vrouw: “…die de echtvriend van haar jeugd verlaat en het verbond van haar God vergeet, want haar huis zinkt weg naar de dood,…” (Spr 2: 17, 18) Deze ‘twee – éénheid’ was dé voortdurende valkuil voor Israël. Hoe is dat met ons? De profeet Maleachi legt verband tussen echtscheiding en geweld. (Mal 2: 16) Echtscheiding is geweld tegen God, de Schepper van het huwelijk, tegen elkaar en het is geweld tegen kinderen. Het neemt (iemand) van ze af en voegt vaak (iemand anders) toe. Het neemt de vertrouwde (op)voeder weg en voegt een onbekend ‘onecht/kunstmatig’ iemand toe. Uit meerdere langlopende onderzoeken blijkt hoe ernstig de gevolgen zijn voor kinderen. Dit beslaat het sociaal – emotioneel gebied en ook de leerprestaties. “Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheidde de mens niet.” (Matt 19: 6) Zou de Heer hiermee óók niet het welbevinden van de kinderen op het oog hebben? Verhinderen wij, dat kinderen hun talenten tot ontplooiing kunnen brengen?

Voedingswaarde: afname en toevoegingen

De voedingsindustrie

Enige tijd geleden was er in het nieuws dat groente nog slechts de helft van de voedingswaarde heeft die het enkele decennia geleden had. Is er iets veranderd met onze voeding? In de landbouw worden de zogenaamde  gewasbeschermingsmiddelen gebruikt; de voordelen voor de voedselproductie zijn groot, maar zijn er ook nadelen? Voeding is een industrie geworden. Alles gebeurt mondiaal. Grote organisaties/multinationals zijn uit op een steeds groter aandeel van de markt. Sommige multinationals zijn veel machtiger dan regeringen van landen. Hoeveel belangenverstrengeling is er? Hoeveel inzicht en controle heeft de gewone burger hier nog op? Wordt er met de regels ‘gemakkelijker omgegaan’ als het de organisatie dient? Hoe ligt het met persoonlijke verantwoordelijkheden? Manipulatie (naar je hand zetten) is de zonde van de tovenarij. Hoeveel ‘betovering’ gaat er uit van een glanzende carrière in een groot bedrijf met veel macht?

Door het raffinageproces van voedsel gaan bepaalde/belangrijke, voor het lichaam noodzakelijke stoffen verloren en worden er (vaak chemische) stoffen aan toegevoegd. Voedsel moet houdbaar, goed bewerkbaar en steeds meer ‘hapklaar’ zijn.

Wie weet eigenlijk wat al die ‘(E) – stoffen’ die op de verschillende verpakkingen staan, betekenen? En als je dat al zou weten, weet je dan wat het met je lichaam doet? Het vervelende van chemische toevoegingen is, dat het effect niet onmiddellijk te zien of te merken is. Heel vaak is het effect cumulatief, d.w.z. dat er in het lichaam een geleidelijke opbouw plaatsvindt wat kan leiden tot een verscheidenheid aan symptomen. Sommige mensen zijn gevoeliger voor deze chemische toevoegingen dan anderen. Bij deze mensen – vaak kinderen – zal het een onmiddellijk effect hebben op de spijsvertering. Kleurstoffen bijvoorbeeld kunnen problemen veroorzaken. Over het algemeen geldt dat kleine hoeveelheden niet schadelijk zijn. Maar omdat de effecten gerelateerd zijn aan de doses en kinderen kleiner zijn, consumeren ze veel grotere hoeveelheden dan de ADI (Aanvaardbare Dagelijkse Inname).* Bijzonder lastig zijn de ‘cocktails’ van toevoegingen. Er is vrij veel onderzoek gedaan naar de afzonderlijke stoffen en hun werking in het menselijk lichaam, maar met het onderzoek naar combinaties van deze chemische toevoegingen is men nog maar een aantal jaren geleden begonnen. In het algemeen lijken combinaties van chemische toevoegingen een veel krachtiger effect op de zenuwcellen te hebben dan elke stof afzonderlijk. Uit onderzoek blijkt dat de effecten zelfs vier tot zeven keer zo hoog kunnen zijn. Chemische toevoegingen (als enkele stof of als een combinatie van stoffen) geven de meeste risico’s bij baby’s en kinderen. Jonge kinderen zijn het meest vatbaar voor chemicaliën die kankerverwekkend zijn. De reden is de beperkte mogelijkheid voor detoxicatie (ontgiften) door de werking van de lever in kinderen, alsmede hun geringe lichaamsgrootte. Verder hebben baby’s en kleinere kinderen ook hogere voedingsbehoeften dan ouderen. Zo draagt hun kleinere lichaamsgewicht, alsmede hun vaak minder gevarieerd voedingspatroon, bij aan een grotere vatbaarheid voor giftige stoffen.