Waarheen rijdt de Griezelbus

Een pedagogische en levensbeschouwelijke beoordeling van de griezelboeken van Paul van Loon, toegespitst op de voorstellingen die in de ‘Griezelbus’ worden gegeven.

Waarheen rijdt de Griezelbus, Griezelbus, Griezelbus
(op de wijs van: Zeg, ken jij de mosselman?)

Waarheen rijdt de Griezelbus, Griezelbus, Griezelbus
Ja, waar gaat de Griezelbus naar toe met onze kind’ren?

Hij rijdt naar een duister land, Fluisterland, Kluisterland
Ja, daar gaat de Griezelbus naar toe met onze kind’ren!

Samen gaan zij naar een duister land, Fluisterland, Kluisterland
Kijk! Daar rijdt de Griezelbus! weg met onze kind’ren.

  • Daarheen rijdt de Griezelbus!
  • Uit de reclame voor de Griezelbus
  • Bloedstollend griezelplezier
  • Griezelend naar de duisternis 
    (bezoekverslagen en commentaren)
  • Griezel- en gruweltrainingen – Wat zit erachter?
  • Daniel in Zweinstein
  • Oordeelt u zelf!


Daarheen rijdt de Griezelbus!
Na de dikke Griezelbus-boeken, rijdt er nu ook een echte Griezelbus door Nederland. Daarin worden voorstellingen gegeven die zoveel mogelijk ‘net-echt’ zijn. Behalve een bus, worden ook grote zalen afgehuurd om zoveel mogelijk kinderen te laten ‘genieten’ van een middagje echt griezelen. Na een aantal try-outs, waarover ouders al eerder reageerden, onder meer in het B&O magazine van februari en december 2001, begonnen in Friesland de eerste voorstellingen. Met pech, want de voorstelling in Dokkum kon tot twee keer toe niet doorgaan: een keer vanwege een technische storing bij de Griezelbus, daarna begaven de stembanden van de verteller het. “Alsof de duvel ermee speelt” . . . Het is maar van welke kant je het bekijkt. . .


Bloedstollend griezelplezier
In een uitnodiging tot de voorstelling van de Griezelbus rekent de griezelbus-boeken van schrijver Paul van Loon “met recht en reden tot de meest populaire kinderboeken die ook menig ouder uren griezelplezier bezorgen. In het kader van de Kinderboekenweek zal De Griezelbus met deze spetterende theatervoorstelling het lokaal onveilig maken. Dat wil zeggen: als jullie opgewassen zijn tegen vijf kwartier bloedstollend plezier.”
Het pedagogisch studiecentrum van het humanistisch vormingsonderwijs te Grouw denkt dat “kinderboekenschrijver Paul van Loon wel weet wat kinderen aankunnen en wat niet. . . Griezelen is een emotie die bij kinderen hoort. Niet in de zin van bang maken of bedreigen, maar gezond leren griezelen.”

De Culturele Commissie Dongeradeel (waar Dokkum onder valt) plaatst iemand die bezwaren heeft tegen de Griezelbus terug in de Middeleeuwen. Geen index voor Paul van Loon en Harry Potter en ook geen boekverbrandingen! Een eigen mening wordt niet gegeven, want “de producent heeft mij verzekerd dat het hier gaat om een vrolijke familievoorstelling. Geen onverantwoorde gruwelijkheden, maar een spannende, kindvriendelijke musical.”
Griezelend naar de duisternis 
Hieronder geven wij de berichten die enkele ouders op hun website hebben geplaatst:

Verslagen van twee proefvoorstellingen Commentaren op de voorstellingen
23 januari 2001, Diemen
Voordat ik overga tot het beschrijven van enkele scènes, eerst even de afloop. Er werd luid gezongen en geklapt, de kinderen werd gevraagd mee te klappen: de tekst ging ongeveer zo:

“Vergeet het nooit, de griezelbus is overal, is er altijd”

“Je kwade geweten, brengt je zorgen in de nacht.”

“Is er een macht die je ervan bevrijden kan?”

Een man heeft een schilderij op de kop weten te tikken met daarop een ophanging van een (kinder?)moordenaar uit een ver verleden. Hij is verraden door zijn zoon, die op het schilderij toekijkt. In de bus was al eerder de aandacht gevestigd op een strop waaraan die man zou zijn opgehangen. De vader wil het schilderij ophangen, maar de vrouw niet. Een van de jongens in de bus moet voor hun zoon spelen (hij blijft wel zitten). Hij zou lijken op het schilderij. De moeder zegt haar zoon welterusten en de vader hangt het schilderij stiekem op. Plotseling overvalt hem een razernij en komt de geest van de opgehangen man over hem. Hij wordt wild en wil het jongetje dat onder de strop zit, de strop omdoen. Dit alles omhuld met enge muziek. (…) In een volgende scène gaat het over het vissersdorpje Gurk of Gork. Daar heeft de bevolking een vrouw een oog dichtgenaaid, omdat ze een boos oog zou hebben. Een schilder wil haar graag schilderen. Zij vraagt hem om met zijn mes haar oog open te maken. Dat is een gruwelijke scène. Zij verandert (met een masker) in iemand die anderen aankijkt en dan sterven ze.

(…) een ordinair echtpaar zit op de bank en de buurvrouw, een verschrikkelijk eng iemand, vraagt of ze de babyfoon bij hen mag laten. Ze horen verschrikkelijke geluiden. De man is bang (…) en de vrouw gaat op onderzoek uit. Ze ziet een baby met een varkensgezicht en rode oogjes. De vrouw komt thuis en blijkt er net zo uit te zien. Opnieuw een angstaanjagende scène. De boodschap, ook zo gezongen: pas op met de buren, je weet nooit wat er achter de gordijnen gebeurt.

(…) vertelt over nog een vervelende jongen in haar klas. En op haar verjaardag, de volgende dag, is ook die jongen verdwenen. Ze krijgt een taart met bloederige vingertjes als kaarsjes. Vingers van die jongens die haar tante hebben vermoord.

(…) Tussendoor wordt opgemerkt dat het weer bij volle maan ideaal is voor het contact met geesten. Een man heeft een jonge vriend die gespecialiseerd is in weerwolven. Aan de kinderen wordt gevraagd wie van hen weet wat een weerwolf is, wanneer hij verschijnt, verdwijnt en hoe hij gedood kan worden.

De chauffeur van de bus, die ook wat bijrollen vervult, zei dat groep 7 of 8 de minimumleeftijd is. Jonger worden ze te bang. Maar ook bij die leeftijd worden er wel eens kinderen zo bang dat ze de bus uitvluchten.

We kunnen ons niet voorstellen dat ouders, leerkrachten en opvoeders jonge kinderen met dit soort horror in aanraking willen brengen. We zien hier ernstige gevaren en wel op verschillende terreinen. Allereerst zijn er een aantal algemene risico’s.

1. Risico’s op psychisch gebied. Niemand kan voorspellen wat de psychische reacties van kinderen zijn wanneer ze extreme angst ervaren. Het meest voor de hand liggende risico – (tijdelijke) nachtmerries – kan gedurende lange tijd aanhouden. Ernstiger verschijnselen als het ontwikkelen van fobieën en contactstoornissen zijn niet uit te sluiten. Ter illustratie een citaat uit het bovenaangehaalde verslag:

2. Risico’s voor het gedrag. Het is na enkele decennia van films en videospelletjes algemeen bekend dat het gedrag van (jonge) mensen beïnvloed wordt door hetgeen ze zien. Dat wordt bewezen door de groei van de criminaliteit onder jongeren. De gebeurtenissen in het Amerikaanse Littleton waar twee jongens geheel naar het scenario van een videospel dood en verderf zaaiden op een middelbare school, zijn een voorbeeld uit velen.

Niemand kan voorspellen in hoeverre kinderen die de Griezelbus bezoeken zich gedrongen weten een en ander te willen naspelen: dat is namelijk wat kinderen normaal doen!

3. Risico’s op moreel gebied. Onze maatschappij lijkt steeds op zoek naar sterkere prikkels. Men kan zich afvragen welke reactie de meest gezonde is: walging of waardering. Met de Griezelbus wordt kinderen voorgehouden dat dingen die niet normaal zijn maar afschrikwekkend, er ook bijhoren, gewoon voor de lol.

4. Risico’s op esthetisch gebied. Opvoeden betekent ook dat we de (goede) smaak van kinderen willen bevorderen. Het met een mes opensnijden van een dichtgenaaid oog of een verjaardagstaart met kaarsjes van bloederige vingers past daar niet in, bevordert slechts afstomping van het gevoel.

Vanuit christelijk standpunt bekeken kan men nog twee risico’s toevoegen.

5. Risico’s op zedelijk gebied. Het spelen met geesten, vampiers en weerwolven zoals in de voorstelling van de Griezelbus het geval is, brengt ons in de buurt van het occulte. In het Oude Testament wordt aan Israël ten strengste verboden zich daar mee in te laten. Het wordt een gruwel in de ogen van God genoemd. Is het niet op zijn minst opmerkelijk dat vele van de gruwelen in het Oude Testament beschreven (kinderoffers, door het vuur gaan) juist samenhangen met heidense cultussen? Christenen mogen daar de ogen niet voor sluiten.

6. Risico’s op geestelijk terrein. Niet alle kinderen reageren geschokt. Er zijn ook kinderen die dankzij dit soort voorstellingen een belangstelling voor het occulte hebben ontwikkeld en zelf op zoek gaan naar ‘geheime wetenschap’ als glaasje draaien, het ouija-bord en andere vormen van waarzeggerij. Onschuldig? Velen die zich op dit pad begaven werden jarenlang geplaagd door onverklaarbare aanwezigheden in huis, hoorden stemmen in hun hoofd en worden nu steeds meer met de drang tot zelfmoord geconfronteerd.

26 september 2001, Franeker.

Het verhaal gaat over P. Onnoval die in een vervallen huis vol zombies zit. Hij zingt een lied over volle maan, zwarte krachten en dat buiten de dood wacht. Zijn waarschuwing is: “Houd je deur op slot!”

Ondertussen komt Liselore op de ‘cirkel van licht’ af en belandt dus door nieuwsgierigheid in het huis van P. Onnoval en zijn zombies. Het kind geeft aan dat het altijd al stemmen hoort, maar dat de volwassenen haar niet geloven.

Na een lied van P. Onnoval over hoe mooi alles was, verschijnt uit de haard vol vuur iemand in het zwart met rode ogen. De haard is de poort naar de andere werkelijkheid wordt ons duidelijk gemaakt (later in het stuk zegt hij letterlijk: “Het huis is het voorportaal van mijn hel, van de werkelijke wereld.”). Het meisje kan hem niet zien.

Dan komen er een aantal flashbacks waarin naar voren komt dat P. Onnoval gepest en mishandeld werd. Ferluci (de duivel, de man uit de haard) komt in z’n leven en biedt hem het volgende aan: “Zou je geen wraak willen nemen, ze zullen bang voor je zijn” en “Je zult je dromen kunnen begrijpen”. P. Onnoval sluit een pact met de duivel en een weerwolf vermoordt alle mensen die hem iets aan hebben gedaan. Klasgenoten komen onder de trein, z’n pleegouders en z’n vriend worden vermorzeld. Dit wordt uitgebeeld in een schimmenspel, maar je hoort botten kraken en gegeten worden, je ziet het hoofd van pa nog in een wasmand e.d. Deze vermoorde mensen worden zombie. Er wordt ook een lied gezongen door de zombies waarin ze uitleggen dat zombie-zijn inhoudt dat je halverwege de dood bent.

Er ontstaat liefde tussen P. Onnoval en het kind, maar dan komt Ferluci vertellen dat alleen zotte zielen in de liefde donderen en ook wordt duidelijk dat P. Onnoval de weerwolf is. Het meisje wil bij P. Onnoval blijven, ze maakt een keuze en dan kan ze ineens ook Ferluci zien!

Volgens het kind kan Ferluci door te schrijven overwonnen worden en dan komen zijn letters op borden het podium op. Levensgroot komen aan de rechterkant van het podium de letters FER in beeld en aan de linkerkant LUC, de haard vormt de I en wij lezen dus over het hele podium L U C I F E R!!!!!! (Ferluci verdwijnt door de poort; “Ik kom terug!!”)

In de slotscène zien we ze vrolijk in de bus, kinderliedjes zingend.

· Een zombie wil bewijzen dat hij zombie is en trekt z’n oor af , hij loopt daarmee rond en laat het fladderen.

· Een zombie drinkt wijn en dat spuit z’n lichaam uit. “Ik houd ook niks meer binnen, die wormen vreten dwars door je heen”, is zijn commentaar. De wormen zie je ook uit zijn kleding hangen.

· Zombies halen verhalen op over het pak waarin je begraven ligt. Hun conclusie is dat je altijd in een goedkoop pak begraven wordt (“van C&A, nooit van Armani”) en dat die goedkope pakken zo weggerot en aangevreten zijn.

· Een zombie ziet de laatste tijd wat slecht, net of het oog vettig is en hij haalt het uit z’n kas en loopt een tijdje met zijn oog in de hand.

· De (pleeg)vader bedreigt zijn zoon, staat op een gegeven moment met een zaag boven z’n nek. Later wordt pa gedood door de weerwolf en is zelf onthoofd; zijn hoofd komt al pratend uit de wasmand zetten.

· De beste vriend van P. Onnoval wordt langzaam onder het gordijn getrokken, luid krakend wordt hij door de weerwolf verorberd, bloedspetters spatten omhoog.

· De zombies drinken uit felgekleurde schedels, met een rietje erin.

Willen we onze kinderen voorhouden dat dit soort zaken normaal zijn? Schotelen we ze niet steeds sterkere prikkels voor onder het mom van vermaak? Qua boodschap vonden wij het bijzonder schokkend: weerwolf zijn, klopgeesten (dat werden de klasgenootjes die P. Onnoval hadden gepest na hun dood), de duivel, stemmen horen, de andere werkelijkheid, zombies e.d. en dat alles speels gebracht. Het kind Liselore verbeeldt ook echt het kind dat vol onschuld en nieuwsgierigheid de andere werkelijkheid wil gaan ontdekken waarin je macht beloofd wordt.

P. Onnoval is in het stuk een schrijver en het is een anagram van P. van Loon. Je kunt je dus afvragen: heeft hij zich hier bloot gegeven; is hij het werktuig van het anagram van ferluci, lucifer dus!?! (Vergelijk Faust).

Wat kinderen in deze voorstelling meekrijgen is: ga overal op af, want je kunt zelf wel zorgen dat het goed afloopt; het kwade is de werkelijke wereld; als je dood gaat word je zombie of klopgeest (Hoe moet dat zijn voor een kind in de zaal waarvan net bijv. zijn oma is overleden? Die kwam toch in de hemel?). Wraak nemen is normaal en geoorloofd; de duivel heeft macht over alles, hij regeert; belangstelling voor het occulte levert kennis op en in ieder geval vermaak (alle erge dingen werden weer afgezwakt met een grapje).

 

Onze conclusie: Wij hadden eenmaal de pedagogiek van de hoop. 
Een generatie later groeien onze kinderen op met de pedagogiek van de angst.

Zo wordt in het begin van een programma gezongen “Houd je deur op slot!”.
Wat een tegenstelling met het liedje dat wij thuis graag zingen

“Is je deur nog op slot? Zet hem open voor God”.

Jezus is immers de Goede Herder en wil dat ook zijn voor onze kinderen.
Griezel- en gruweltrainingen – Wat zit erachter?
Prof. Dr. Reinhardt Franzke (hoogleraar te Hannover) doet sinds jaren onderzoek naar de achtergronden van occulte verschijnselen, speciaal met betrekking tot het onderwijs. In zijn gedocumenteerde studie over Hexen-, Grusel- und Ekeltraining schrijft hij onder meer het volgende:
“Bijzonder gevaarlijk is ook de soms bijna verplichte gruwel-, angst- en griezeltraining. Dit is een binnenvoeren in de psychologie van het kwaad. Het is de psychologie van de verschrikking, van de huiver, van de walging, en de angst, dat is de psychologie van de duivel en duivelsaanbidders. De griezeltraining, evenals verschrikking en gruwel zijn vaste bestanddelen van diverse magische en occulte systemen, zoals bijv. het satanisme, het Tibetaanse tantrisme en veel andere magische en geheime culten.”

God heeft voor de mens een paradijs geschapen (en opnieuw beloofd), een wereld zonder leed, ziekte, oudheid, nood en dood, een wereld zonder angst en schrik. Maar Gods tegenstander heeft slechts het tegendeel op het oog, dat is de wereld van de horror en horrorwezens, wier aanblik alleen al verschrikkelijke angsten en kwellingen geeft.
Gruwelen en griezelen, schrik en kwaad kwellen en beangstigen de normale menselijke ziel. Zij kunnen gevoelige kinderen geestesziek maken en geestelijk verwarren, ze kunnen depressies en nachtmerries veroorzaken en het leer – en prestatievermogen van de scholieren beïnvloeden. Zij zijn zelfs in staat om menselijke gevoelens zoals medelijden en meevoelen alsook het menselijke geweten te doden en daarentegen de bereidheid tot sadistische gewelddadigheden te bevorderen. In de naaste toekomst zal de geestelijke gezondheidszorg en de politie er dus nog wel een hele taak bij krijgen.

De normale menselijke reactie op griezel, gruwel en schrik is negeren of vluchten. Het feit dat basisschoolkinderen deze pedagogiek overwegend enthousiast opnemen, toont aan hoe ver verbreid de verschrikkelijke geest van de hekserij en magie al is.

Conclusie: De confrontatie met griezeldieren, griezelscènes en griezelgerechten (heksenkeuken), met horrorwezens en horrorscènes is een brutale mishandeling van de kinderziel. Gruwelweken en griezelscenario’s beschadigen en verkrachten de ziel van onze kinderen.


Daniël in Zweinstein
Er is al heel wat occults over onze kinderen uitgestort en dat gaat nog steeds door!
Nog maar kort geleden lazen ze de boeken van Kippenvel aan stukken (toen ik er een bij de bieb wilde inzien, zei de computer: dat boek is bij de binder). Dan kwamen de rages Pokemon, Halloween en Harry Potter. Nu is zijn er de Griezelbus, The Lord of the Rings en de verfilming van Narnia zonder de bijbelse achtergrond die C.S. Lewis bedoelde. Om nog maar niet te spreken van alle heksen die de kinderen ‘boeien’.

Ons advies is natuurlijk in de eerste plaats om dit allemaal zoveel mogelijk te vermijden. Geef uw kinderen liever andere dingen te doen en te lezen: er zijn zoveel goede boeken, die u kunt vinden in onze brochure Rijp zonder Gifgroen.
Maar wanneer het niet te vermijden is dat uw kinderen hiermee in aanraking komen, raden wij u aan om eens goed Daniël 1 te lezen. Daniël en zijn drie vrienden: Hananja, Misael en Azarja, hoorden bij de eerste groep ballingen die naar Babylon werden weggevoerd, ver van hun vertrouwde omgeving en de lezing van de Schriften (die toen tot en met Jeremia waren voltooid). Behalve dat zij knappe knapen waren, staat van hen vermeld:

Van huis uit . . . Op grond hiervan . . .
waren zij bedreven in wijsheid

bezaten zij veel kennis

waren zij academisch geschoold

Gingen zij dienst doen in het paleis van de koning

leerden zij de geschriften en de taal der Chaldeeën

kregen zij drie jaar lang een heropvoeding.

Wat een bedreiging was dat: compleet gehersenspoeld in de tovenarij en astrologie van ‘Zweinstein’ te Babylon! Maar het wordt allemaal nog erger Zij moesten zelfs hun naam, hun identiteit, prijsgeven! Zij hadden namen die hen met de Allerhoogste God verbonden. Die namen werden hun afgenomen in ruil voor namen die hen met een afgod verbonden.

Oude naam verbonden met Israëls God Nieuwe naam verwijzend naar Babels goden
Daniël: God is mijn richter/rechter

Hananja: De HERE is genadig

Misaël: Wie is als God?

Azarja: De HERE is een helper

Beltsazar: Bel beschermt het leven van de koning

Shadrach: Inspiratie van de zon

Mesach: Hoort bij de god van de wijn

Abednebo: Dienaar van Nebo

Toch zien deze mannen een uitweg waardoor die bedreiging wordt tot een uitdaging.
Zij nemen zich voor zich niet te verontreinigen met de spijze en de wijn van de tafel van de koning, met een verrassend resultaat. Tijdens hun studie van de ‘Old Age’ van Babel was de Here God hen nabij en zo ontvingen zij kennis en verstand van de geschriften en wijsheid. Maar omgekeerd gebeurde dat ook, zodat eeuwen later de nazaten van deze magiërs, astrologen en tovenaars de ster volgden naar de nieuwgeboren Koning in de kribbe!
Na drie jaar slagen zij allemaal cum laude! Gelijk treden zij in dienst van de koning en met wijs inzicht kunnen zij de koning bij elke zaak wijze raad geven. Beter dan alle tovenaars, wichelaars en bezweerders bij elkaar, zoals blijkt uit Daniël. 2.


Oordeelt u zelf!
Hieronder volgen enkele titels van boeken waar Paul van Loon in grossiert:

De Griezelbus 
(diverse delen) 
Griezelige gasten

Griezelbeelden

Griezelverzen van gruwelrijm

Griezelige klanken

Spoken bestaan wel!

’s Nachts is alles anders

Foeksia de miniheks

Lyc-drop

De andere werkelijkheid

Vampier in de school

Bang voor vampiers?

De vampierclub

Weerwolfhandboek

Dolfje weerwolfje

 

Tegenover al dit griezelgeweld noemen wij enkele websites die al dit griezelgeweld tegen het Licht houden en adviezen geven aan ouders en scholen om de kinderen die aan hen zijn toevertrouwd, ook in deze

Als enkele goede Amerikaanse websites noemen wij
www.family.org
www.logosresourcepages.org