Zal ik nog waarheid vinden? Een overdenking over postmodernisme

Hoe komt het toch dat de maatschappij steeds harder lijkt te worden? En dat de mensen zo druk zijn dat ze nauwelijks meer tijd hebben om er gewoon te zijn voor een ander? We leven in een maatschappij waar de ik-gerichtheid en daardoor ook de eenzaamheid steeds verder toeneemt. Heeft het te maken met de mens die op steeds weer een andere manier probeert te leven zonder zich onder de enige en echte waarheid van God te stellen? We leven al een geruime tijd in een wereld waar het postmoderne denken steeds meer de overhand krijgt. Aanvankelijk richtte het postmodernisme zich vooral tegen het ontkennen van waarheid ten aanzien van religieuze en spirituele kwesties, maar het krijgt steeds meer zijn effect in de hele basis van ons bestaan. Denk eens aan de psychologie maar ook aan de communicatie en het onderwijs. Met de vooruitgang van de wetenschap had de wereld eigenlijk een betere plek moeten worden. Dat was de belofte van het moderne denken: de mens kan alles steeds beter maken, maar die belofte kon niet worden vervuld. De oorzaak werd gezocht in de kern van het moderne denken: het geloof in de absolute waarheid. Men was zo teleurgesteld in het modernisme dat in het postmodernisme de lijnrechte tegenstelling werd gezocht in het volledig ontkennen van absolute waarheid. De oplossing werd gezocht in het relativeren van de waarheid, aan de omstandigheden en aan wat een individu voelt en bedenkt. Het fundament waarop het postmodernisme is gebouwd is dus dat waarheid subjectief is. Het is een heel erg wankel fundament met grote gevolgen en de impact van die gevolgen wordt steeds groter.

Subjectieve waarheid
De kentering in het denken van modern naar postmodern kwam vooral sinds de tweede helft van de vorige eeuw op gang. De waarheid mocht niet langer absoluut zijn, dus de betekenis werd afhankelijk van de omstandigheden. Voor de interpretatie van bv. teksten ligt een basis hiervan bij Jacques Derrida en Hans-Georg Gadamer. De leer van Derrida, het deconstructionisme, bepaalde dat woorden geen objectieve inhoud meer hebben. En Gadamer stelde dat de ervaring door de lezer de maatstaf is voor de interpretatie van een tekst, en niet meer de originele boodschap die de auteur wilde overbrengen. Dat betekent dus al dat elke lezer een andere interpretatie kan hebben, afhankelijk van de omstandigheden, gevoel, cultuur, etc. Dit had direct gevolgen op hoe de Bijbel werd geïnterpreteerd. Een ieder kon zo weer wat anders lezen in de tekst of argumenteren dat het in de huidige cultuur toch vast iets anders betekent dan vroeger.  Als de waarheid niet meer objectief en absoluut mag zijn, dan kan er ook eigenlijk geen ‘goed’ of ‘fout’ meer bestaan. Wat eerst als fout werd bestempeld, wordt dan gerelativeerd aan de omstandigheden. De maatstaf voor waarheid die dan wordt toegepast is meer gericht op wat men voelt dan wat men denkt. Dat betekent vervolgens dat ieder dan de waarheid in zichzelf kan vinden. Subjectieve waarheid betekent tolerant zijn voor de waarheid van de ander. Het betekent dat niet de feiten de waarheid bepalen, maar de gevoelens en de omstandigheden. En dat zorgt ervoor dat ieders mening even waardevol is en alle meningen gelijkwaardig zijn. Laten we kijken naar die drie punten en hoe die de laatste jaren een steeds grotere impact krijgen in zowel de samenleving als in de kerken.

Tolerantie
Er zijn genoeg omstandigheden waarin af en toe wat meer tolerantie geen slecht idee is. Maar in het postmodernisme hoort er tolerantie te zijn voor alle mogelijke meningen, behalve dan voor intolerantie. Maar tolerantie is eigenlijk al niet meer genoeg. Ondertussen zijn we ongemerkt nog een stap verder gegaan. Er wordt namelijk aanvaarding gevraagd en zelfs geëist. Bij tolerantie kon je tenminste nog je eigen mening hebben ook al moest je die dan voor je houden. Het ging dus om een verandering van je gedrag. Maar bij aanvaarding gaat het verder. Er wordt geëist dat je niet alleen de mening van de ander tolereert, maar ook respecteert, hoe absurd die mening ook is. Bij acceptatie gaat het dus ook om een verandering in je denken. De tegenstelling is dat tolerantie juist zo ontzettend beperkend is. Hoe tolerant je ook bent in het postmoderne denken, je bent nog steeds intolerant tegen de enige echte waarheid. Dus het postmodernisme, dat ons eigenlijk vrij zou moeten maken, maakt ons juist gevangen in de beperking om de objectieve en absolute waarheid te zien en te erkennen. En alleen als je de waarheid verstaat, dan zal je echt vrij worden (Joh 8:32).

Nadruk op gevoel
Omdat in het postmoderne denken niet de feiten maar het gevoel de waarheid bepaalt, wordt de nadruk op het gevoel alsmaar groter. Daarom gaat een ieder de waarheid in zichzelf zoeken. Dit brengt met zich mee dat het gevoel de maatstaf voor waarheid is geworden en niet meer het verstand. Luisteren naar het gevoel; dat is leuk voor een mening over de smaak van eten of kleding, maar hoe zit het dan met de religie? Verschillen van mening zijn nu verward met verschillen van waarheid. Als ieder zijn eigen gevoel gaat volgen, komen we al snel uit bij het universalisme dat stelt dat iedereen uiteindelijk verzoend zal worden met God. En als ons gevoel de maatstaf is om te bepalen wat wel en geen zonde is, en niet meer de Bijbel, dan zullen we ook niet meer graag een preek willen aanhoren die onze zonde aan het licht brengt. Deze nadruk op emoties en gevoelens zorgt echter ook voor een verlies aan verbondenheid. Ieder zijn mening betekent dat je uiteindelijk niet echt meer contact kan krijgen met elkaar. Als iemand tegen mij zegt dat ik mijn gevoel wel mag hebben, maar zij hebben nu eenmaal een ander gevoel, dan wordt er een blokkade opgeworpen voor verdere communicatie. In feite wordt daarmee het gesprek beëindigd. Het lijkt misschien wel dat er dan sprake is van empathie voor het gevoel van de ander, maar het is eigenlijk gewoon een stap richting afstandelijkheid.

Gelijkwaardigheid van meningen
Dat bijna iedereen een mening over van alles heeft, kunnen we uitgebreid op allerlei social media lezen. Tolerantie en subjectieve waarheid zorgen er samen voor dat al die meningen gelijkwaardig moeten zijn. Niemand heeft de echte waarheid, dus hoe gek de mening, we krijgen het allemaal te horen en moeten het allemaal respecteren. (Oeps, ik mag natuurlijk helemaal niet zeggen dat die mening gek is, want dat is al gebaseerd op mijn waarheid!) Ook die gelijkwaardigheid gaat ondertussen wel steeds verder. Zelfs de expert is dan geen expert meer. In de psychologie en vooral in veel coachingpraktijken, vindt er een fascinerende kentering plaats. Een therapeut die een postmoderne benadering gebruikt, ziet niet meer zichzelf als de expert die het probleem van de cliënt kan oplossen, maar nu wordt de cliënt gezien als de expert. Zo’n therapeut wil de ervaring van de cliënt betreden en de gedachten van de cliënt verkennen door het verhaal dat de cliënt vertelt. De therapeut helpt de cliënt om op een andere manier tegen zijn ervaringen aan te kijken, zodat hij het verhaal op een nieuwe manier kan vertellen en nieuwe betekenissen kan vormen. Uiteindelijk gaat het er vooral om dat we ons dan beter voelen over onszelf, maar of het dicht of ver van de waarheid is, dat maakt helemaal niets uit.

De gevaren in de maatschappij
Met al die verschillende waarheden, en ondanks de tolerantie aan de oppervlakte, is op een of andere manier de natuur van de mens er toch op gericht om zijn eigen waarheid te laten zegevieren. Dat is volgens mij een belangrijke reden dat in het maatschappelijke debat verschillende meningen steeds feller lijnrecht tegenover elkaar staan. Nu tolerantie niet meer voldoende is, lijkt wel dat de hardheid van meningen is toegenomen. Met minder nadruk op het verstand kan en wil men de dialoog steeds minder aangaan en met meer nadruk op gevoel is er in de discussie ook bijna geen doorkomen meer aan! En zorgt dit dan niet ook voor nepnieuws? Door het gebrek aan kritiek op alles wat er aan informatie rondzwerft, krijgt de onwaarheid al snel het stempel waarheid. Je mag immers niet zeggen dat iets onzin is? We zijn geschapen voor verbondenheid. Allereerst verbondenheid met God en daarna met de mensen om ons heen. Door vast te houden aan de waarheid krijgen we steeds meer strijd met mensen die hun eigen waarheid nastreven. Het is niet makkelijk om de enige te zijn die nog de waarheid vasthoudt. Daarom is deze strijd ook zo moeilijk. Als we maar weten dat de ontkenning van de enige en echte waarheid het basisprobleem is waar we tegen vechten. Als we eerst de waarheid van God aanvaarden, dan kunnen we wel de strijd aan die we tegenkomen in de samenleving, vooral als we strijden voor het juiste onderwijs voor onze kinderen!

De gevaren in de gemeente van Christus
Helaas is de strijd voor de waarheid ook de kerken binnengekomen. Door de focus op tolerantie is er een intolerantie ontstaan tegen autoriteit. En intolerantie tegen autoriteit maakt het concept gehoorzaamheid steeds moeilijker om mee om te gaan. Dat is vooral te merken in het erkennen van de autoriteit van God. De gehoorzaamheid is er alleen als we het ermee eens zijn. Maar dat is dan toch gewoon een schijn-gehoorzaamheid? En hoe wordt er dan bepaald wat zonde is? Als het toch geen zonde voelt, dan is de redenering dat het dan ook niet zondig hoeft te zijn. Dit leidt tot een groeiend gebrek aan zondebesef. Het leidt tot niet meer gehoorzaam kunnen en willen zijn. In Rom 7:26 schrijft Paulus: Derhalve ben ik met mijn verstand dienstbaar aan de wet Gods, maar met mijn vlees aan de wet der zonde. Als we dus ons verstand steeds meer uitschakelen en met het gevoel gaan redeneren, doen we precies waar Paulus ons tegen waarschuwt. Ja, de zonde herkennen gaat tegen ons natuurlijke gevoel in. Maar is dat niet juist de bedoeling? Om geestelijk te kunnen groeien gaat het om de natuurlijke mens te laten sterven en de geestelijke mens te laten groeien. Het gaat puur om gehoorzaamheid aan God. Als we de absolute waarheid van het leven loslaten, dan hebben dus ook in de gemeente van Christus niet meer de gezamenlijke basis die ons nu juist met elkaar zou moeten verbinden. Het gebrek aan verbondenheid leidt vervolgens tot steeds meer individualisme en dus ook eenzaamheid, helaas dus ook in de gemeente van Christus.

Conclusie
Het verdraaien en dan maar helemaal subjectief maken van de waarheid is gewoon de volgende leugen om maar niet gehoorzaam te hoeven zijn. Het is een leugen die vroeg of laat ook tot een enorme teleurstelling zal leiden. Absolute waarheid bestaat nou eenmaal. Die waarheid heeft wel zijn consequenties. Het vraagt om het leren van gehoorzaamheid. Dat betekent dus ook vooral het opgeven van de natuurlijke mens. De natuurlijke mens is niet geneigd om een waarheid van een ander aan te nemen. Maar dan de geestelijke mens: die accepteert dat er een waarheid is die buiten hem ligt. Daardoor kan de geestelijke mens gehoorzaam zijn aan God. Eigenlijk hebben de natuurlijke mens en de geestelijke mens een dieet dat elkaar tegenspreekt. De natuurlijke mens wil graag de controle in eigen hand houden en de geestelijke mens groeit juist als het zich richt in gehoorzaamheid naar God. Als je de natuurlijke mens voedt, dan honger je de geestelijke mens uit. Wat het postmodernisme bewerkstelligt is dat deze natuurlijke mens alleen maar meer ruimte krijgt. Daardoor komen we juist verder af van de geestelijke mens. In feite is de geest wel opnieuw geboren, maar we laten het geestelijke kind in ons niet groeien. Wat wellicht nog erger is, met het dieet dat ons gevoel voedt, laten we het geestelijke kind in ons gewoon verhongeren. Als je een keuze hebt gemaakt voor het geestelijke leven, kun je niet bezig blijven met het verheerlijken en voeden van het natuurlijke leven. Postmodernisme dwingt ons om ons steeds meer met de natuurlijke mens bezig te houden. Dan is er maar één keuze te maken: ons keren tegen het postmoderne denken. Onze relatie met God gaat via onze geestelijke mens. Laten we een duidelijke keuze maken voor de absolute waarheid, want alleen dan volgen we de enige ware weg.

 

drs. S.F.I. Matzken MA, ing

.