De gevaarlijke basis van Acceptance and Commitment Therapie

Inleiding
Kan er een gevaar schuilen in Acceptance and Commitment Therapie (ACT), een therapie die je helpt je problemen te aanvaarden en je toe te wijden aan je waarden? Mogelijk komt deze therapie niet heel bekend voor. Toch is er een grote kans dat je ermee wordt geconfronteerd zonder daar misschien zelf van bewust te zijn. Een huisarts of bedrijfsarts die dit een geschikte therapie vindt voor o.a. burn-out klachten. Of een psycholoog die steeds meer op deze manier gaat werken voor een grote variatie aan diagnoses. Of in een revalidatiecentrum waar deze therapie de kern is van de behandeling voor patiënten met chronische pijn. Veel van wat er geschreven is over deze therapie legt voornamelijk de behandeling uit en benadrukt de voordelen. In dit artikel wil ik een evaluatie geven vanuit een christelijk standpunt. Daarvoor is het wel nodig om echt de diepte in te gaan en de onderliggende laag waar ACT op gebaseerd is, te onderzoeken. Pas dan zien we echt hoe de mooie buitenkant ons kan verhinderen om de gevaarlijke binnenkant te herkennen.  Dit artikel gaat in op wat ACT precies is, het gedachtegoed en de processen in de behandeling. Daarna onderzoeken we de postmoderne basis van ACT als een onderdeel van een nieuwe groep therapieën (de derde generatie gedragstherapie), waar het aanleren van mindfulnessvaardigheden in de behandeling verweven zit. Het onderzoeken van de basis van ACT is taaie kost, maar wel nodig om de link met het postmoderne denken te kunnen herkennen. Waarom is er nauwelijks kritiek op deze therapie? Vanuit christelijke oogpunt klinkt het zelfs wel mooi: accepteren en toewijden; met een christelijk sausje erover lijkt het zelfs wel christelijk te noemen! Hoewel het doel van ACT best aantrekkelijk lijkt, met een fundament dat steunt op een boeddhistisch en een postmodern denkkader, wil ik zelf ver wegblijven van deze therapie.

Het doel van ACT
ACT beoogt om op een flexibele manier te leren omgaan met de obstakels die men in het leven tegenkomt (Acceptance) om te kunnen blijven investeren in de waarden die men echt belangrijk vindt (Commitment). ACT stelt dat pijn, problemen en beperkingen onvermijdelijk bij het leven horen en dat alle pogingen tot het vermijden daarvan alleen maar meer pijn en lijden met zich meebrengen. In ACT is het doel niet het verminderen van symptomen. Het doel is gedachten en gevoelens te veranderen zodat deze niet meer als symptomen worden ervaren. Namelijk door iets te ervaren als symptoom wordt beweerd dat dit abnormaal is en daarom iets om vanaf te komen om weer gezond en normaal te leven. Het doel van ACT is dus niet zozeer het verminderen van klachten, maar het ontwikkelen van persoonlijke veerkracht of psychologische flexibiliteit. Acceptance and Commitment Therapie (ACT) is ontwikkeld door Hayes, Wilson & Strosahl. Onder de oppervlakte is het gebaseerd op het boeddhistische gedachtegoed. En toch wordt deze psychologische interventie steeds meer toegepast voor allerlei psychische stoornissen en ook voor de behandeling van chronische pijn. Tevens kan ACT ingezet worden bij een coachingproces voor persoonlijke ontwikkeling en om een gelukkiger leven te gaan leiden.

De zes kernprocessen van ACT
Het ultieme doel van ACT is psychologische flexibiliteit: het leren om datgene te gaan doen om een waardevol leven te leiden. Om dit doel te behalen, bestaat de behandeling uit zes processen, maar eigenlijk zijn het gewoon verschillende mindfulnessvaardigheden. De mindfulness gaat verder dan alleen meditatietechnieken; het zijn verschillende vaardigheden die ons denken her-programmeren. Ze worden kort uitgelegd.

Cognitieve defusie Met cognitieve defusie wordt geleerd cognities (kennis, ideeën of overtuigingen) en gedrag van elkaar te scheiden met als doel om afstand te nemen van je gedachten.
Mindfulness De essentie van mindfulness is het bewust aandacht geven aan het huidige moment, zonder hierover te oordelen. Het de bedoeling om te leren aandachtig te observeren en te ondergaan zonder actie te ondernemen om deze ervaring te vermijden.
Het observerende zelf (zelf als context) berust op het idee dat er een ‘zelf’ is buiten iemands huidige ervaring. Met andere woorden, we zijn niet wat ons overkomt, maar wij zijn degenen die ervaren wat er met ons gebeurt. Het leert jezelf zien in samenhang met je omgeving en dat je problemen niet zijn wie je bent.
Acceptatie is meer dan alleen maar tolerantie. Het is het actief en zonder veroordeling omarmen van de ervaring in het hier en nu. Instinctief wil de mens juist de negatieve ervaringen vermijden. Acceptatie in ACT is een actieve keus om deze ervaringen te laten bestaan zonder ze te vermijden of ze te willen veranderen.
Verheldering van Waarden Waarden zijn die kwaliteiten en idealen waarin we geloven en waar we voldoening in vinden. Het benoemen van waarden is van belang om te zorgen dat je leven in overeenstemming is met je eigen waarden. Waarden in de praktijk Door steeds meer volgens je eigen waarden te gaan leven, wordt je leven steeds waardevoller en bevredigender. Commitment in ACT is de bereidheid om je gedrag stap voor stap te veranderen in de richting van de waarden waaraan je jezelf verbonden hebt. Wat ACT dus eigenlijk beoogt is om met behulp van de cognitieve defusie de interpretatie van gedachten en gevoelens aan te passen. Hiermee wordt de objectieve waarheid in een subjectieve waarheid veranderd. Dan wordt een permanente bron van ware acceptatie gezocht in het observerende zelf van waaruit je los van je gedachten in het nu aanwezig en waarde gericht kunt zijn. Het observerende zelf is dus altijd aanwezig als een vredige toeschouwer van alles wat zich voltrekt. Het klinkt wel erg new-age dat er dus een onveranderlijk zelfgevoel is, die een veilige plek moet bieden. En als we dan onze eigen waarden bepalen, dan is het eigenlijk hetzelfde als gewoon de god in onszelf zoeken en daarnaar luisteren.

De postmoderne basis van de derde generatie gedragstherapie
We gaan nu kijken naar het fundament van ACT. Het postmoderne denken konden we al herkennen in het anders leren aankijken tegen onze gedachten. Dit postmoderne denken heeft langzaam maar zeker steeds meer invloed gekregen in de psychologie. Tot voor kort waren in de psychologie de meeste modellen gebaseerd op de filosofie van de mens als mechanisme. Deze modellen zien de psyche van de mens als een machine met verschillende onderdelen. Problematische gedachten en gevoelens worden dan gezien als fout functionerende onderdelen of fouten in de structuur van deze machine. En die fouten zijn dus te behandelen en te herstellen. In de postmoderne denkwereld is deze classificatie van gedachten en gevoelens als goed of fout nu juist niet meer wenselijk. Dit geeft de ruimte voor een andere filosofie, namelijk de Functionele Contextuele filosofie. Deze filosofie gaat ervan uit dat de waarheid subjectief is (afhankelijk van de context) en dus dat gedachten en gevoelens niet kunnen worden geclassificeerd als goed of fout. Functioneel Contextualisme is een radicaal andere filosofische benadering die in de psychologie leidt tot een andere manier van therapie doen: de derde generatie gedragstherapie. De eerste generatie was de klassieke gedragstherapie; de tweede generatie was de cognitieve gedragstherapie. Beide legden de nadruk op de verandering van gedrag, emoties of gedachten. De derde generatie gedragstherapie legt niet zozeer de aandacht op het veranderen van gedrag of gedachten, maar op het anders leren hanteren van ongewenste gedachten en gevoelens. Om die verandering te bereiken leggen de therapieën van deze derde generatie gedragstherapie allemaal een grote nadruk op acceptatie en mindfulness. Naast ACT zijn dit o.a. Dialectische Gedragstherapie (DBT), Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT), Functionele Analytische Psychotherapie (FAP).

Deze therapieën lijken dan misschien nieuw, maar dat zijn ze niet. Reeds in 1982 ontwikkelde Jon Kabat-Zin (ook de grondlegger van de westerse Mindfulness) de Mindfulness Based Stress Response: een behandeling van acht weken voor begeleiding van mensen met chronische pijn. Ook over ACT zijn al publicaties te vinden door Steven Hayes, de bedenker ervan, uit de jaren 80. Maar toen was de fundering van dit model nog te zwak om kritisch onderzoek te weerstaan. Hayes en zijn collega’s zijn nog vele jaren bezig geweest met het formuleren van de juiste filosofie en het leggen van een postmoderne fundering, voordat deze therapie voor het eerst in 1999 werd gepresenteerd en acceptabel begon te worden voor de reguliere psychologie. Het postmoderne denken heeft dus een kentering gebracht in de psychologie. Het was voor mij echter lange tijd ongrijpbaar waar de basis van deze invloed ligt. Met de bestudering van ACT is het mij nu duidelijker geworden. Deze therapie is gefundeerd op de postmoderne filosofie van Functioneel Contextualisme. Maar daartussen zitten nog 2 andere lagen: Relational Frame Theory en Applied Behavioral Analysis. De eerste is een psychologische gedragstheorie gebaseerd op het idee dat het menselijk vermogen om te relateren de basis is van taal en cognitie. Dit legt dus de basis voor cognitieve defusie. Het gaat hier te ver om op deze tussenlagen verder in te gaan. Het gevaar verschuilt zich in de postmoderne filosofie die uitgaat van de subjectieve waarheid. En de verandering naar dat postmoderne denken wordt bereikt door mindfulnessvaardigheden te leren.

Instappen in een oosterse denkwereld
Met de mindfulnessvaardigheden stappen we in de wereld van het oosterse denken. Het is niet alleen maar meditatie of tijd nemen om tot rust te komen. In ACT worden verschillende mindfulnessvaardigheden ingezet als het ultieme herkaderingsinstrument. Daarmee verplaats je pijnlijke gedachten en gevoelens van het oude denkkader naar het nieuwe denkkader. Met behulp van mindfulness functioneren diezelfde gedachten, gevoelens en herinneringen nu heel anders. Misschien zijn ze nog steeds pijnlijk, maar ze houden ons niet langer tegen om een waardevol leven te leiden.
Het uitgangspunt van de onvermijdelijkheid van het menselijk leed van ACT verraadt de link met het boeddhisme. Het boeddhisme kent ‘vier edele waarheden.’ De eerst drie daarvan stellen kort samengevat dat de wereld veel pijn en verdriet kent, dat verdriet komt omdat we te veel willen en het verdriet zal ophouden als we niet meer zo veel verlangen. Dit is toch hetzelfde als ACT? Het doel van ACT is dat we gewoon hebben te accepteren wat er is en dat we daar zo goed mogelijk mee om leren te gaan, niet om iets te veranderen. Daarnaast zorgt het leren van mindfulnessvaardigheden in de behandeling dat we nog dieper in de boeddhistische ervaringen komen. Nog even de vierde edele waarheid van het boeddhisme: die zegt dat iedereen gelukkig kan worden door het volgen van het achtvoudige pad. In dit pad wordt uitgelegd hoe je tot een ontwaakt leven komt: door de juiste visie, de juiste intentie, het juiste spreken, het juiste handelen, het juiste levensonderhoud, de juiste inspanning, de juiste concentratie en de juiste meditatie. En met ACT bestaat de behandeling uit zes processen om anders tegen onze problemen aan te kijken en vooral te richten op onze waarden. Moeten we heel veel dieper graven om de overeenkomsten te zien?

Conclusie
Ik ben me ervan bewust dat dit allemaal erg taaie kost is. Mijn bedoeling met dit artikel is om de fundering van ACT te onderzoeken en te laten zien wat er onder deze boeddhistische en postmoderne therapie verborgen zit. Het blijkt een wolf in schaapskleren te zijn! Deze schaapskleren, die zeer zacht aanvoelen, confronteren ons met dingen in ons leven die moeten veranderen. Ze leren ons dat gevoelens accepteren in plaats van de gevoelens te negeren behulpzaam kan zijn. Ze laten ons zien dat de mens in nood is. Maar daar houdt de functie van deze schaapskleren op. Ze zijn er namelijk voor bedoeld om ons te verleiden. Te verleiden in denken dat als de nood eenmaal duidelijk is, dat alleen deze boeddhistische wolf de oplossing heeft en dat je zonder mindfulnessvaardigheden niet gelukkig kan worden. Maar het wordt niet beter als we de god in onszelf gaan verheerlijken. Beter wordt het alleen als we de enige, ware God, de Schepper, gaan gehoorzamen. Hij heeft ons geschapen en weet daarom ook beter dan die wolf wat wij nodig hebben. Voor een evaluatie hebben we gekeken naar de fundering van de therapie. De moeilijkheid met elke postmoderne therapie is in de kern de ontkenning van de absolute waarheid. Die ontkenning resulteert in het niet erkennen van het echte probleem van de mensheid. Het echte probleem van de mens is dat we in een gevallen wereld leven die bezoedeld is door zonde. Alleen de Heere Jezus kan ons redden van de zonde, en dat is de absolute waarheid. Het leren accepteren van de problemen en indirect ook het accepteren van de zonde, creëert een veel groter probleem. Het zorgt ervoor dat we tevreden gaan zijn met de zondige status waarin we ons bevinden en het geluk in onszelf willen vinden. Dan zijn we dus op een punt gekomen waar we ons voor kunnen houden dat we de ware God niet meer nodig hebben in ons leven.

De houding om te blijven worstelen met onze eigen gedachten en gevoelens is volgens ACT een strijd die vaak desastreuze gevolgen heeft. ACT leert ons om deze strijd op te geven. Volgens de Bijbel is dit echter een strijd die kan leiden tot het keren tot de echte waarheid. Moeten we deze strijd dan wel opgeven? In dit geval heeft ACT op een rare manier gelijk; het opgeven van de strijd lijdt tot desastreuze gevolgen: het gevolg is namelijk dat we ons afsluiten voor “de weg, de waarheid en het leven” en daardoor zal inderdaad onze pijn, zowel psychologisch als geestelijk, alleen maar toenemen.

drs. S.F.I. Matzken MA, ing