Discipelen deel 2

In dit woord herken je het woord ‘discipline’, dat houdt in: aanvaarden van correctie en afzien van zaken die er minder toe doen.

Discipelen (dl 2)

In dit woord herken je het woord ‘discipline’, dat houdt in: aanvaarden van correctie en afzien van zaken die er minder toe doen. Tijdens zijn leven had Jezus twaalf discipelen:
Simon Petrus en zijn broer Andreas waren vissers en wierpen hun netten in zee. Jezus kwam naar hen toe en zei: “Komt achter Mij, en Ik zal jullie vissers van mensen maken.”
Jakobus en Johannes, zonen van Zebedeüs waren ook vissers. Zij repareerden de visnetten in het schip van hun vader toen Jezus hen riep hen om Hem te volgen.
Filippus en Bartholomeüs (Nathanaël).
Toen Filippus Jezus had leren kennen, vertelde hij dat dadelijk aan zijn vriend Nathanaël. Jezus noemde hem een man ‘zonder bedrog’, dus goudeerlijk.
Thomas en Mattheüs (Levi), de tollenaar.
Thomas staat bekend omdat hij twijfelde toen de anderen hem vertelden van Jezus’ opstanding: “Eerst zien, dan geloven.” Mattheüs of Levi was tollenaar (belastinginner) van beroep en schreef later een evangelie over Jezus.
Jakobuszoon van Alfeüs en Simon van Kana, de Zeloot
Thaddeüs en Judas Iskariot, die Jezus zou verraden.