Christenen worden gedoopt in de naam van Jezus Christus. Of (wat hetzelfde betekent) “in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.”

Doop

Christenen worden gedoopt in de naam van Jezus Christus. Of (wat hetzelfde betekent) “in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.” God geeft de doop als teken dat de mensen niet meer horen bij `de oude tijd’, maar bij `de nieuwe tijd’.
Mensen die gedoopt worden, belijden daarmee dat zij zijn onttrokken aan de macht van een oude meester, de zonde, om voortaan een nieuwe meester, Jezus Christus, te dienen.

Wie zich laat dopen, toont daarmee openlijk dat hij in Jezus gelooft.
Daarmee zijn zij in zeker zin solitair geworden: zij komen alleen te staan te midden van velen die daar heel anders over denken. Maar dat is niet het enige. Zij zijn ook solidair geworden met de mensen die ook Jezus volgden. God plaatst hen in een huisgezin, de familie van Gods kinderen.