Het leven van Mozes wordt verdeeld in drie perioden van veertig jaar.

Mozes (dl 1)

Het leven van Mozes wordt verdeeld in drie perioden van veertig jaar.

Aan het hof van Egypte In de woestijn van Midian In de woestijn van Sinaï
Met de hovelingen:
Kennis en macht
Met de schapen:
Wijsheid en inzicht
Met de Israëlieten:
Omgaan met God

Aan het eind van de eerste veertig jaar legt Mozes een soort examen af dat heel verkeerd afliep. Iedereen dacht dat hij een prins van Egypte was, de zoon van de prinses. Maar Mozes wist dat hij bij de Israëlieten hoorde. Wanneer hij hen een keer opzoekt, ziet hij hoe één van zijn volk wordt mishandeld. Dan neemt Mozes het recht in eigen hand en slaat een Egyptenaar dood en moet vluchten voor zijn leven.

Aan het eind van de tweede veertig jaar mag Mozes het volk der Israëlieten uitleiden uit Egypte. Farao wil al die goedkope slaven niet laten gaan, maar na de tien plagen laat Farao hen gaan. Na het vieren van het Pascha vertrekken de Israëlieten, door woestijn op weg naar het beloofde land.

Aan het eind van de derde veertig jaar doet Mozes iets dat God mishaagt. Daarom mag hij niet met de Israëlieten het beloofde land binnengaan. Wel geeft hij hun instructies voordat zij binnentrekken, maar zelf sterft hij nadat hij vanaf de berg Nebo het land heeft mogen zien.