De Israëlieten waren een heilig volk, apart gezet voor de dienst aan God. Zij hadden wetten die rechtvaardig waren en het leven gezond maakten en beschermden. Gods wetten zijn rechtvaardig en barmhartig. Een volk dat die wetten heeft, wordt zelf ook wijs en verstandig.

Rechtvaardig (dl 1)

De Israëlieten waren een heilig volk, apart gezet voor de dienst aan God. Zij hadden wetten die rechtvaardig waren en het leven gezond maakten en beschermden.
Gods wetten zijn rechtvaardig en barmhartig.
Een volk dat die wetten heeft, wordt zelf ook wijs en verstandig.

Andere woorden voor rechtvaardig zijn: eerlijk, fair. Dat betekent dat je iemand geeft waar hij of zij recht op heeft. Dat je de prijs betaalt die een artikel of een dienst waard is: niet teveel en niet te weinig. Kortom, dat je zo omgaat met andere mensen zoals je zelf wel wilt dat anderen met jou omgaan.