Theocratie deel 3
Het volk Israël had onder de koningen een theocratie of bondsregering. Dat betekende dat God zelf zijn volk regeerde.
Theocratie (dl 3)
Het volk Israël had onder de koningen een theocratie of bondsregering. Dat betekende dat God zelf zijn volk regeerde. De koning is dan een soort onderkoning, letterlijk een koning onder God, die bij alles rekening moest houden met God en zijn Torah. Wanneer zij zich daar niet aan hielden, spraken de profeten hen daarop aan. Alle koningen hebben hierin gefaald:
– koning Saul, die een koning was naar het hart van het volk;
– ook koning David, die een koning zou worden naar Gods hart;
– zelfs de wijze koning Salomo, die Israël vrede en welvaart bracht.