Wat is goed onderwijs?

Inleiding

Er heerst soms felheid in de discussie over de evolutieleer. Het gevaar bestaat dat men daardoor het doel en de innerlijke drijfveren uit het oog verliest. Het ‘digitale tijdperk’ biedt ieder de mogelijkheid gegevens te kiezen die passen in het eigen standpunt, terwijl men zich niet bewust is van de basis van die gegevens en de geestelijke dimensie in het eigen inzicht. We helpen onze jeugd door hen daarop te wijzen en hen te leren beoordelen en zelfstandig een keuze bepalen. De volgende leerdoelen kunnen daarbij nuttig zijn.

1. Leren onderscheiden: de evolutieleer is een historische wetenschap.

Kenmerk van natuurwetenschappelijk onderzoek is de herhaalbaarheid in het heden, onafhankelijk van de uitvoerder. Van de resultaten maakt iedereen dagelijks gebruik.

Figuur 1 Resultaten van natuurwetenschappelijk onderzoek.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De evolutieleer gaat over het ontstaan en ontwikkelen van leven in het verleden en is dus een historische wetenschap. De geschiedenisleraar zal uit kunnen leggen dat geschiedschrijving “standplaatsgebonden en doelgericht” is. Dat wil zeggen, dat men vanuit de huidige positie naar iets dat in het verleden gebeurd is, kijkt en schrijft daarover met een bepaald doel.

Eenzelfde gebeurtenis staat in de geschiedenisboeken van verschillende landen dan ook verschillend beschreven. Denk dan aan bijvoorbeeld de kruistochten, de koloniale tijd enz. De belangrijke vraag is dus vanuit welk standpunt wil men de geschiedenis van het ontstaan van de mens beschrijven? En daarbij hoort wat het doel van die beschrijving is is?

Figuur 2 Twee standpunten van waaruit men naar de oorsprong in het verleden kijkt.

 2. Kennis van de verwarring over het begrip evolutie

Men kan onderscheid maken tussen micro-evolutie en macro-evolutie. Een voorbeeld van micro-evolutie is het bestaan van de verschillende hondenrassen, die door gericht fokken ontstaan zijn. Macro-evolutie is de evolutie van een vis tot landdier, respectievelijk vogel.

Voor problemen als ziekenhuisinfecties, genetische modificatie, biodiversiteit etc. is kennis van macro-evolutie irrelevant. Waar het immers bij deze voorbeelden om gaat, is het ophelderen van de oorzaken van de problemen, ontwikkeling van technieken, ontrafelen van werkingsmechanismen en handhaven van de huidige biodiversiteit. Hierbij kan kennis van de mechanismen van micro-evolutie wel van nut zijn, maar speelt macro-evolutie geen rol.

Figuur 3 Illustratie ter verduidelijking van de termen ‘micro-evolutie’ en ‘macro-evolutie’.

 3. Leren exact logisch denken; enkele voorbeelden

3.1 Let op onbetrouwbare extrapolatie.

Bij de ondersteuning van de evolutieleer vanuit verschillende vakgebieden trekt men soms onbewust conclusies over iets in het verleden uit waarnemingen in het heden. Dit heet in de scheikunde en natuurkunde: extrapolatie buiten het meetgebied. In de wiskunde zal men zeggen dat de randvoorwaarden ontbreken.

Een eenvoudig voorbeeld:  kan men uit de waarnemingen om 11.00. en 11.30 uur met zekerheid concluderen waar de auto om 10.30 uur was?

Figuur 4  Extrapoleren buiten het meetgebied is niet betrouwbaar.

3.2. Leer het verschil zien tussen feit en interpretatie.

We gaan uit van een feit:  verspreid liggende fossiele botten.

Dan volgt de interpretatie: de botten worden gerangschikt en geconcludeerd wordt dat ze afkomstig zijn van een uitgestorven overgang tussen aap en mens. Een kritische vraag die daarbij gesteld kan worden is of de harige “Lucy” zintuiglijk wordt waargenomen of instrumenteel gemeten kan worden? Of hangt dit af van de gedachten die men daarover heeft?

Figuur 5  Waargenomen feit en een mogelijke interpretatie .

3.3. Verklaringen kritisch beoordelen op fysische realiteit

In een leerboek staat de volgende stelling:Grand Canyon werd gedurende miljoenen jaren uitgeslepen in gesteente.”

Er is een fysische wetmatigheid: water kan niet gelijktijdig meanderen (een slingerende beweging maken) en vast materiaal doorsnijden.

Figuur 6 De Grand Canyon

Dan een uitzending via schooltv.nl: Ongeveer 200 miljoen jaar geleden zag Nederland er heel anders uit. Het gebied was toen bedekt door zee. Geen open zee, maar een ondiepe randzee gevuld met zout water. Het was hier erg warm en droog. Daardoor verdampte het water en bleef er steeds zout achter. Dat werd een harde laag steenzout.

Weer is er een fysieke werkelijkheid: de zoutlaag bestaat uit puur NaCl (keukenzout). Er zitten geen fossielen van zeedieren in, dus geen vissen, schelpen, algen en dergelijke. Dat is toch onbegrijpelijk? [ Voor meer verschillende soorten bewijsvoering zie: http://www.evolutie.biz/Bewijsvoering/Bewijsvoering.pdf ]

4. Leren nadenken over de consequenties van een overtuiging

Speciaal voor bèta-leerlingen met een technisch rechtlijnig denkend brein kan het verhelderend werken erop te wijzen dat de bril waardoor we naar het verleden kijken onze innerlijke overtuiging/zekerheid of ons geloof is. Die ‘bril’ heeft ook invloed op de visie die men heeft op normen en waarden. [zie http://bijbelenonder.wpengine.com/evolutie-nee/evolutie-feiten-gevolgen-voor-normen-en-waarden-brochure/ ].

Figuur 7 De visie op normen en waarden wordt bepaald door innerlijke overtuiging/geloof.

Een gevolgtrekking is: het innerlijke onzichtbare (onstoffelijke) geloof is herkenbaar aan de uitwerking/de daden/het streven.

De ‘evolutieleer’ is maar één van de symptomen van niet-Bijbels-denken en wordt in feite gevoed door het begeren en de geldzucht. Journalisten, dierentuinen, musea enz  brengen wat ‘men’ begeert en wetenschappers dienen onderzoeksprogramma’s in waar geld voor beschikbaar komt. ( zie http://www.dewegwijzer.net/econweb.html )

Voor christenen (de naam werd oorspronkelijke naam gegeven aan volgelingen van Christus), gaat het ten diepste om het geloof in Jezus Christus. Hij is de Zoon van God en deze God is Geest (Joh 4:23). Jezus werd mens en liet zien hoe God is. Jezus is het vleesgeworden Woord, (het zichtbaar geworden Woord van God). Door in Hem te geloven zien we meer dan degenen die geloven in wat andere mensen zeggen (die onder invloed van een andere geest overtuigd zijn). Dan zien we achter de zichtbare wonderbaarlijke wereld de Auteur, de Schepper.

5. Conclusie

Een aspect van het onderwijs is het leren zelfstandig te denken. Speciaal in het digitale tijdperk met een overmaat aan gegevens is het belangrijk dat leerlingen kritisch logisch leren denken.

Vanuit dat oogpunt is het verstandig het onderwijs in de evolutieleer te benutten om duidelijk te maken dat mensen feiten verschillend kunnen waarnemen en interpreteren, doordat ze onbewust vooringenomen zijn. Met dat doel heeft dr. Bliss het boekje ‘Twee modellen EVOLUTIE SCHEPPING’ geschreven (zie de webshop van http://bijbelenonder.wpengine.com/webshop/ en wordt door stichting ‘De oude wereld’ lesmateriaal ontwikkeld. (zie  http://www.oude-wereld.nl/  )

 

Dr. W.Hoek