Focussen in het onderwijs

Zoveel kinderen, zoveel problemen?

Is er ooit eerder een tijd geweest waarin zoveel gesproken werd van en over kinderen met problemen? Het onderhand in alle lagen van de samenleving ingeburgerde begrip ADHD is al lang niet meer voldoende om een ontwikkelingsstoornis te duiden. Het probleemkind’ kan namelijk variatie vertonen in ontwikkelingsstoornissen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een enkelvoudige en een meervoudige ontwikkelingsstoornis. Als voorbeelden van een enkelvoudige ontwikkelingsstoornis worden ADHD en ADD gezien1 beschouwd als directe familie van de steeds vaker geconstateerdmeervoudige ontwikkelingsstoornis PDD-NOS.2  beide worden Ook autisme valt onder deze noemer.3 Autisme en PDD-NOS worden gerekend tot de meest voorkomende psychologische stoornissen die bij kinderen worden aangetroffen. Een betrekkelijk nieuwe naam in het rijtje van gedragsstoornissen en voor veel mensen nog een vaag begrip, is ODD en daarnaast is ook CD4 te noemen. En zijn we er dan? Nee, er zijn meer stoornissen te noemen. Er wordt voor het categoriseren van de stoornissen wel gebruik gemaakt van het idee van een ‘glijdende schaal’ waarop vervolgens al of niet aanwezige symptomen worden afgezet, naast aard en zwaarte ervan en hun eventuele interactie onderling. Zo bevinden kinderen met meervoudige ontwikkelingsstoornissen, als bijvoorbeeld autisme, zich aan de ene kant van de genoemde schaal, terwijl aan de andere kant zich kinderen bevinden met enkelvoudige, bijzondere of meervoudige ontwikkelingsstoornissen van mildere aard. Tussen die beide uitersten vind je kinderen met ontwikkelingsstoornissen die worden benoemd met het begrip PDD-NOS.

Zoveel problemen, zoveel oorzaken?

Als het gaat om de oorza(a)k(en) van ontwikkelingsstoornissen, wordt wel verondersteld, dat deze waarschijnlijk het gevolg zijn van een klein genetisch of biochemisch probleem in de hersenen. Een probleem, dat mogelijk zou zijn ontstaan tijdens de ontwikkeling van de hersenen in de periode van de zwangerschap. Vooral ten aanzien ADHD wordt dit aangenomen. Overmatig alcoholgebruik door de vader voor, of de moeder voor of tijdens de zwangerschap wordt ook als mogelijke oorzaak aangemerkt. Er wordt onderzoek gedaan naar de rol van smaakversterkers, kleurstoffen en conserveringsmiddelen evenals naar de invloed van bepaalde vaccinaties. Ook de steeds gecompliceerder en veeleisender wordende maatschappij trekt hier, meer dan waarschijnlijk, haar sporen. Als dit laatste invloed op de ontwikkeling van een kind heeft, mag ook het effect van traumatische ervaring (van welke aard ook) binnen een gezin niet worden uitgesloten. Volledige zekerheid met betrekking tot de (mogelijke) oorza(a)k(en) van de ontwikkelingsstoornissen (zijn) er niet en al evenmin kan er zelfs in alle gevallen met absolute zekerheid een juiste diagnose worden gesteld en derhalve aan het probleem de juiste naam worden gegeven. Wat is er aan te doen? Er valt te denken aan medicatie (bijvoorbeeld Ritalin1), een adequaat inspelen op kind en problematiek door bijvoorbeeld het onderwijs middels o.a. een op het kind gerichte leeraanpak en begeleiding, gedragstherapie en mogelijke begeleiding van een kindertherapeut of kinderpsychotherapeut. Maar juist in dit alles geldt:

Pas op uw kind!

Niet enkel de onzekerheid over de oorza(a)k(en) van zogenaamde ontwikkelingsstoornissen en het soms niet juist kunnen diagnosticeren ervan, moet de ouder al tot waakzaamheid aansporen, maar helemaal de hoe goed ook bedoelde aanpak2 van ‘het probleemkind vraagt om een alert zijn én blijven ten behoeve van het welzijn van concreet jouw kind. Dit geldt in het bijzonder de christenouder! Maar juist ook het christelijk onderwijs zou hier meer doordrongen mogen én moeten zijn van de haar toevertrouwde verantwoordelijkheid in het – in breedste zin – begeleiden van het kind. Is het niet allereerst zaak om te herontdekken welke plaats een kind voor en bij God inneemt? Is vervolgens een herijken van normen en waarden in en bij de opvoeding en verzorging van het kind niet van uiterst belang? Vergeten we bij dit alles niet de noodzaak van een doordrongen zijn van wat christen-zijn volgens Gods Woord inhoudt. Dit alles zal een kritisch toetsen aan Gods Woord van welke oorzaak, diagnose en aanpak ook tot gevolg hebben.

Hoe God het kind ziet

Psalm 127 laat in het derde vers weten, dat kinderen een erfdeel van God zijn en in het Woord blijkt, dat zij voor Hem een bijzondere plaats innemen. Met name in het Nieuwe Testament staan prachtige voorbeelden die laten zien hoe Hij in Jezus zijn grote liefde voor het kind uit en dat specifiek in relatie tot Zijn Koninkrijk. In Mattheüs 18 wordt vanaf vers 1 door Jezus de plaats van het kind glashelder aangegeven. Er wordt daar niet alleen gezegd het kind te ontvangen in Zijn naam, maar ook gewaarschuwd het kind niet tot zonde te verleiden. Degene die dat weldoet, kan beter een molensteen om zijn hals gehangen krijgen en verzwolgen worden in de diepte van de zee! De engelen van kinderen, zegt vers 10, zien voortdurend het aangezicht van de Vader. Zegt dit niet voldoende van de positie die het kind voor God inneemt? Het hart van God voor het kind spreekt duidelijk in het verlangen van Jezus om het kind te zegenen: [l]aat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods (Matt19:13). Hij neemt hen daarbij zelfs in zijn armen (Marc10:16). In zijn oproep aan volwassenen om te worden als een kind (Matt 18:3), maakt Hij het kind tot toonbeeld! Tot slot nog een woord van Jezus: [u]it de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt Gij lof bereid (Matt 21:16). Plaats tegen de achtergrond van deze bemoedigende, troostrijke en beloftevolle woorden nu het kind met een probleem…

Een veilige plaats bij God en… op de school?

Als het kind voor God een dusdanige bijzondere plaats inneemt, mag en moet de ouder dan niet tenvolle rekenen op de hulp, steun en leiding van God in ondermeer probleemsituaties rond het kind? Belangrijk is hier je als ouder rekenschap te geven van de verhouding tot God. De Bijbel geeft immers aan, dat velen Heere Here zeggen, terwijl zij amper of geen relatie met Hem hebben. Wanneer de zekerheid van het geloof in Jezus Christus bevestigd kan worden, dan blijkt helaas vaak, dat Hij in de concrete noodsituatie nauwelijks, dan wel tenminste met ongeloof als de Almachtige wordt gezien. Oswald Chambers geeft terecht aan, dat daaromde meesten van ons zulke treurige voorbeelden van het christendom zijn’ en koppelt dit aan onze overgave aan Jezus Christus.1 Is Hij waarachtig ons fundament en onze bron in en voor heel ons leven? Is Zijn Woord richtsnoer en maatstaf in ons handelen en omgaan met elkaar én met ons kind? Zeker is, dat God past op het kind dat Hem wordt toevertrouwd. Hij maakt zijn beloften waar. Bij Hem is er een voor het kind veilige plek. Dit ontslaat je als ouder echter niet van je door God gegeven verantwoordelijkheid voor het kind, niet als het gaat om de plaats van het kind binnen het eigen gezin en niet bij het noodzakelijk uit handen moeten geven van verantwoordelijkheid voor het kind aan de school. Is de school van uw kind voor dat kind een veilige plaats? In het bijzonder als het kind een ‘probleemkind’ is? Is de school niet alleen in naam een christelijke school, maar daadwerkelijk gefundeerd op Jezus Christus en Zijn Woord? Is dit merkbaar in niet alleen de lessen, maar ook in de benadering en begeleiding van het kind? Past u op uw kind en… wordt er op uw kind gepast? Hier laten helaas veel christenouders steken vallen, zij bekommeren zich niet of nauwelijks meer om de identiteit – en dus de concrete setting – van de school in de praktijk. 

Inroepen van hulp

Als het gaat om het probleemkind, mag je als christenouder rekenen op God. Dit behoeft allerminst het inroepen van professionele hulp uit te sluiten. Zorgvuldigheid is daarbij echter niet alleen van belang ten aanzien van een te stellen diagnose, mogelijke therapie en medicatie, maar sowieso ten aanzien van de geboden hulp op zich. Veel van de aangeboden hulp – zelfs van christelijke zijde – is nadrukkelijk te bevragen. Er blijken meer dan 250 psychotherapieën te zijn waarvan een heel groot gedeelte duidelijk occulte wortels heeft. Veel therapeuten schuwen in combinatie met de door hen aangeboden therapie alternatieve (lees occulte) geneeswijzen niet. Wenselijk is, dat een en ander duidelijk vanuit christelijk perspectief wordt ingevuld en getoetst. Er moet namelijk helaas geconstateerd worden, dat veel vormen van therapie zich qua oorsprong of uiting niet laten verenigen met het christelijk geloof en het kind (én ouder) eerder dieper in de problemen brengen. De meeste vormen van therapie, ook als het gaat om de problematiek van ontwikkelingsstoornissen, laten niet alleen God buiten beschouwing, maar accentueren louter ‘het zelf’ van, in dit geval, het kind. Daarbij gaan veel therapin – zelfs onder de noemer wetenschappelijk – ook nog eens terug op Oosterse, ronduit occulte bronnen.1 Te veel christenen investeren hun geloof liever in bijvoorbeeld de psycholoog, psychotherapeut en psychiater, dan in een pastorale benadering vanuit God en Zijn Woord. Constateert Selwyn Hughes niet terecht, dat genoemde hulpverleners de mens wel uit elkaar weten te halen, maar vaak niet weer in elkaar weten te zetten, in elk geval niet op een hoger plan weten te brengen.2

Een voorbeeld van een af te wijzen therapie

Een geleidelijk aan steeds meer terrein winnende therapie, is Focussen. Hoewel het binnen het bestek van dit artikel onmogelijk is naar behoren uit te leggen wat dat precies inhoudt, wordt op de oorsprong en op enkele voor zich sprekende aspecten van deze therapie gewezen – op zich voldoende om aan te tonen dat deze therapie als Bijbels onverantwoord door de christen is af te wijzen. De therapie is ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog, filosoof en oprichter van ‘The Focusing Institute’, Eugene Gendlin. Onderzoek toont aan, dat de therapie in essentie terug gaat op ten laatste het gedachtegoed van Jung, terwijl (niet alleen1) een geschreven voorwoord door Marilyn Ferguson onbetwist boegbeeld binnen de newage-beweging – in Gendlin’s boek Focusing (Bantam Books 1981) newage-invloeden aantoont. Daarnaast, of in samenhang daarmee, verraadt Focussen een mengeling van yoga en boeddhistische meditatietechniek en neigt het naar een vorm van hypnotherapie ((auto= zelf) hypnose). Verder maakt onderzoek ondubbelzinnig duidelijk, dat veel ‘ingewijde’ therapeuten (waaronder reguliere psychologen, psychotherapeuten etc.) in hun praktijk de therapie combineren en/of aanvullen met een variëteit van alternatieve, als occult te benoemen behandelmethoden zoals mindfulness, regressietherapie, Reiki etc. Sommige focustherapeuten ‘beschouwen’ Gendlin als een soort goeroe.2 In de focustherapie concentreert de cliënt zich, volgens een uitgewerkte methodiek (stappen), op een innerlijk opgeroepen gevoel: felt sence (felt meaning). Het gaat daarbij om een naar binnen richten van de aandacht voor wat er lijfelijk in je omgaat. Er wordt gesteld, dat Focussen zo toegang geeft tot ‘de wijsheid van je lichaam’.3 Die innerlijke wijsheid wordt ook wel ‘Het Ware Zelf’ genoemd. Gendlin spreekt hier ook over ‘the still, small voice en daarmee zijn we op het spoor van Gendlin terug4 bij Jung met the Self, het Zelf. In de focustherapie staat zelfverwerkelijking centraal.5 Er moet bij focussen ten aanzien van ‘felt sence’ de vraag gesteld worden waarmee degene die focust nu werkelijk in contact komt. Als we Gods Woord horen getuigen, dat in de mens zelf geen goed woont en Paulus spreekt van ‘ik ellendige mens’ en daarbij het lichaam benoemt als ‘lichaam dezes doods’ (Rom 7:24), is zondermeer voor de christen de focustherapie al geen begaanbare weg. De gezindheid van het vlees is… de dood (Rom 8:6). Is het niet mogelijk, meer dan zeer waarschijnlijk zelfs, dat – helemaal wanneer de ervaring van ‘felt sence’ binnen focussen een religieuze dimensie wordt toegekend1de cliënt een ervaring meemaakt vanuit de duisternis? Er is nu eenmaal geen neutraal gebied, het is of van God, of van de duisternis.2 Laten we hier onbehandeld de plaats die erin deze therapie, in navolging van Jung, gegeven wordt aan de duiding van dromen. De occulte interesse van Jung is algemeen bekend.3

Onderzoek rond de focustherapie laat hier meer duidelijke verwantschap zien. De focustherapie raakt, evenals Jung, de weg van introspectie en dat kan een gevaarlijke weg zijn en is zeker voor de christen geen weg om tot gezondheid te komen. Inmiddels blijkt de therapie al meer haar plek binnen de school te vinden, of probeert die juist te winnen. Ten aanzien van de gedachte– en materiaalontwikkeling rond focussen en het kind levert de Nederlandse therapeute Marta Stapert een belangrijke bijdrage en dat niet enkel voor ons land, maar wereldwijd via ‘The Focusing Institute’ van Gendlin. Haar materiaal laat zien, dat de feitelijke aanpak en uitwerking van de therapie voor het kind en voor volwassenen slechts in zoverre verschilt, dat de therapie op de ervaringswereld van het kind is/wordt aangepast. Stappen en het doel – het komen tot ‘felt sence’ – blijven hetzelfde. Naast het kind probeert men vanuit de focus-ideologie tegelijk het betrokken onderwijzend personeel niet alleen voor de focustherapie te winnen, maar ook tot focustherapeuten te scholen. Het gaat zelfs zover, dat heel het schoolgebeuren in de focus-ideologie wordt ingebed. Het gaat zelfs nóg verder. Als echte ‘evangelisten’ probeert men ook het thuisfront voor de focustherapie te strikken.1 Als het bij de focustherapie, zoals aangegeven, om een Bijbels te verwerpen therapie gaat, die duidelijk antiBijbels en dus duistere achtergronden heeft, laat het gevolg zich raden. Vandaar nogmaals: pas op uw kind. Moet die oproep niet uitgebreid worden met: Pas op uzelf! Pas op de school! Focussen? Ja, maar dan alleen op de Leidsman en Voleinder van het geloof, Jezus Christus! Hij en Hij alleen geeft volkomen betekenis aan het leven. Hij roept daarbij niet op te proberen je leven – je ik – te behouden, maar juist te verliezen.

Tot slot

Het mag en moet voor de christenouder en opvoeder duidelijk zijn, dat bepaalde uitingen genoemd als horend bij bepaalde ontwikkelingsstoornissen, onder andere zelfmutilatie, anorexia, het horen van stemmen etc. een duidelijke geestelijke achtergrond kunnen hebben en als zodanig benaderd en behandeld moeten worden. Wanneer de gemeente van Jezus Christus aan de Bijbel gehoorzaam zou zijn, zou zij ook in de zaak van het probleemkind de vindplaats van heil zijn. Er is hier veel aan terrein terug te winnen! Laat het laatste woord inzake de problematiek van gedrags- ontwikkelingsstoornissen niet over aan de wereld (het wordt tijd dat de gemeente weer vindplaats van heil is!), maar zoek als christenouder, pedagoog en pastor etc. naar Gods leiding en wijsheid op basis van Zijn Woord voor en naar een juiste benoeming en aanpak, en dat vanuit het geloof en vertrouwen dat het kind Hem kostbaar en waardevol is! Pas op het kind!

 drs. J. G. Hoekstra

 

 

1 ADHD is de afkorting voor Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder = aandachtstekort/hyperactiviteitstoornis, waarbij het ‘aandachtstekort’ doelt op concentratiegebrek en ADD is de afkorting voor Attention Deficit Disorder en wordt beschouwd als één van de subtypes van ADHD. Als onderscheid tussen de beide genoemde vormen wordt aangegeven, dat kinderen met ADHD in hun gedrag hyperactief zijn en kinderen met ADD eerder passief. Het heet dat de laatste groep niet snel herkend zal worden omdat ze minder opvallen door lastig gedrag.

2  PDD-NOS is de afkorting voor Pervasive Developmental Disorder-NotOtherwise Specified. Het woord ‘pervasive’ kent in de Nederlandse taal geen echt gelijkwaardig begrip en dient in deze context te worden vertaald met ‘in alles (d.w.z. alle delen van de hersenen) doordringend‘. PDD-NOS is een ontwikkelingsstoornis.

3  Dyslexie komt soms tegelijk voor bij kinderen met ADHD ofPDD-NOS.

4  ODD is de afkorting voor Oppositional Defiant Disorder = oppositioneel-opstandige gedragsstoornis. De ontwikkelingsstoornis ODD wordt gekenmerkt door twee problemen: agressiviteit en de neiging anderen opzettelijk lastig te vallen. CD staat voor Conduct Disorders en is een antisociale gedragsstoornis. Samen worden deze gedragsstoornissen ook wel disruptieve stoornissen genoemd (DBD wat staat voor Disruptive Behavior Disorder). Soms is een combinatie van ODD met ADHD mogelijk – ODD lijkt sowieso veel op ADHD. Ligt bij de ADHD de nadruk op impulsiviteit, bij ODD ligt de nadruk op agressiviteit.

1  In Engeland is Ritalin intussen verboden en wordt het geclassificeerd als verslavend middel. Er wordt zelfs gesuggereerd dat zelfmoord een gevaar is bij het afkicken. Ook zou het diverse negatieve lichamelijke bijwerkingen kunnen hebben. Het zou bijvoorbeeld anorexia kunnen veroorzaken, tot denkstoornissen kunnen leiden, hartritmestoringenkunnen veroorzaken en het kind in de groei belemmeren (vgl. pag. 8 van het rapport van de Citizens Commission on Human Rights De Gevaren van Psychiatrische Drugs’ – vertaling en Nederlandse cijfers Nederlands Comité voor de Rechten van de Mens, 2005.)

2  Het door wie, hoe en van waaruit.

1  Oswald Chambers, Geheel voor Hem, Uitgeverij Ten Have, Baarn 1966, pag. 70.

1  Vgl. J.W. Becker e.a., Secularisatie en alternatieve zingeving in Nederland,Sociale en CultureleStudies – 24,Sociaal en

Cultureel Planbureau/ Vuga Uitg. Den Haag, 1997, pag. 24. Zie ook Els Nannen,Psychologie – Waardevrij?, Bijbel&Onderwijs 28 oktober 2008.

2  Selwyn Hughes,Every Day with Jesus,Daily devotional, Jan/Feb; CWR, WaverlyHouse, Farnham,Surrey UK.

1  De focustherapie haakt b.v. – vanuit met name de newage-visie – vaak en gretig in op de functie van de twee hersenhelften.

2  Prof. dr. Mia Leijssen, psychotherapeut en hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven noemt Gendlin in één van haaartikelen ‘meester’ – vgl. Mia Leijssen, Focussen als innerlijk luisteren, KERN v.z.w. centrum voor psychotherapie erelatievorming, maart 2008, pag. 9.

3  Vgl. o.a.Mia Leijssen, ibid.,pag. 6.

4  Dit spoor loopt terug via Rogers met theactualizing tendency, Maslow met the self-actualizing tendency en Emerson met the Over-Soul.

5  Zie E. T.Gendlin, Focusing-oriented psychotherapy: A manual of the experiential method,Guilford Press, New York 1996,

pag. 21,22. Gendlin zegt: ‘…when a person’s central core or inward self expands…it strengthens and develops, the I” becomestronger’. Dat staat haaks op de Bijbelse boodschap waar juist het sterven aan het ik benadrukt wordt.

1  De therapeut Egbert Monsuur van Integro Hardenberg stelde in een persoonlijk gesprek: ’Het is een stimulans voor een positievere en dieper gaande spiritualiteit. En vgl. Elfie Hinterkopf, Integrating Spirituality in Counseling: A Manual for Usingthe Experiential Focusing Method, the American Counseling Association,Baltimore, hoofdstuk 7.

2  Vgl. M. Dieperink, Jezus of de Goeroe? Kok, Kampen, pag. 81.

3  C.G. Jung, Herinneringen, dromen, gedachten, Van Loghum Slaterus, Arnhem 1963.

1  Een niet bij name te noemen praktijk probeert zelfs ook kerken voor de therapie te winnen onder de noemer ‘partners in pastoraat’. Dus: pas op de kerk!