Mandala’s

Samenvatting: Op sommige scholen leren kinderen mandala’s tekenen. In het hindoeïsme is de mandala één van de methoden om in contact te treden met ‘de andere wereld’.

 MANDALA’S

Ouders stellen vragen over wat mandala’s zijn en waarom leerlingen deze moeten tekenen. Kennelijk is het verschijnsel erg ‘in’, ook bij christelijke scholen. Het antwoord hierop zal menigeen verbazen.

Oorsprong
Volgens de pedagoog prof. dr. Reinhard Franzke uit Hannover worden mandala’s in bijna alle basisscholen in Duitsland gebruikt. Veel opvoeders en onderwijzers zijn overtuigd van de helende werking op de kinderen. Het woord mandala komt van het Sanskriet en betekent heilige of magische kring. Sommige mandala’s beelden Indische goden af en andere magische symbolen of Indische chakra’s. Chakra’s (Sanskriet voor raderen) zijn energiepunten in het lichaam waarmee de mens in contact kan treden met zijn etherische lichaam. Hij krijgt hierdoor aansluiting op de kosmische energievelden waarmee hij in contact treedt met de wereld der geesten.

Doel
De mandala is oertaal in zeer geconcentreerde vorm, een kunstuiting die zowel in beeld als in klank wordt uitgebeeld. Mandala’s zijn bedoeld als hulpmiddel om het bewustzijn op één punt te richten en zo te voeren tot een toestand van trance. Het helpt de kinderen om andere dimensies en wezens te visualiseren en hen zo te brengen tot zgn. uittredingen (reizen buiten-het-lichaam). Voor deze beide doelen werden mandala’s eeuwenlang door sjamanen (Siberische tovenaars) en yogi’s (Indische yoga-leraars) gebruikt. De bekende psycholoog Carl Gustav Jung heeft de mandala’s in Europa ingevoerd en gebruikte ze (in zijn psychotherapie) als middel om een ervaring te hebben met ‘de andere wereld’ en om contact te krijgen met geestelijke wezens’. Hij noemde hun taal de ‘archetypische taal’ (beelden uit de oerwereld van het bestaan), waardoor een mensenkind zijn eigen ‘authentieke’ Zelf leert kennen.

Onze huidige cultuur staat hier niet meer zo afwijzend tegenover als in de tijd van de Verlichting en de secularisatie, die nog maar kort achter ons ligt. Bijbelse pedagogen waarschuwen ervoor dat mensen op deze wijze contact kunnen krijgen met de geestenwereld. De moderne spirituele pedagogen spreken van “de helende werking van mandala’s die mensen helpt bij de integratie van hun eigen persoonlijkheid”, zonder te wijzen op de gevaren van mogelijke contacten met de geestenwereld. Bij het mandala-tekenen leren kinderen “hun eigen krachtbron te ontsluiten” en ontdekken zij “hun parallellen in de hogere, kosmische werkelijkheid als hun eigen centrum of kosmogram”.

Achter dit ‘huwelijk van hindoeïsme en pedagogiek’ steekt een gevaarlijke werkelijkheid! Wij roepen ouders op hun kinderen te onttrekken aan de wereld waarvoor de Bijbel ons waarschuwt. De ernst hiervan blijkt uit de volgende Bijbelse duiding.

Een Bijbelse duiding van zgn. contacten met ‘de andere wereld’
Steeds vaker merken wij dat leraren gebruik maken van methoden die ontleend zijn aan de psychotherapie. Als vereniging Bijbel & Onderwijs richten wij ons niet op het bestrijden van symptomen, maar op het onderkennen en blootleggen van de bron waaruit dit voortkomt

Nu in onze tijd het spirituele zo’n opgang maakt, is het gevaar groot dat kinderen op school in contact met de geestenwereld worden gebracht. De verleiding waarmee de Boze mensen oproept hun eigen beperkingen te overschrijden door “als God te zijn” is altijd dezelfde. Maar de namen waaronder hij dit doet zijn aangepast aan de tijd waarin mensen leven. In plaats van Baäls en tovenaars worden nu termen gebruikt zoals ‘afdalen in het collectieve onbewuste der mensheid’ of ‘het realiseren van je authentieke zelf.’
De illusie die de mensen telkens wordt bijgebracht, is dat zij toegang kunnen krijgen tot de wereld van helende en kosmische energieën. Paulus roept ons op om die wereld te ontmaskeren door datgene wat de mensen daaruit aanspreekt bij de ware naam te noemen. Dit is niet anders dan de wereld van de Baäls uit het Oude Testament, de afgoden waarvoor de psalmen en profeten waarschuwen of de geestelijke boosheden in de hemelse gewesten van Efeziërs 6.

Zowel Mozes als Paulus hebben duidelijke taal gesproken over alle pogingen die mensen in het werk stellen om de grenzen van dit bestaan te doorbreken. Daartoe citeren wij hun woorden die gesproken zijn tot Israël respectievelijk tot de christelijke gemeente. Mozes heeft tot het volk Israël gezegd:
Het is niet in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal opstijgen ten hemel, het voor ons halen en het ons doen horen, opdat wij het volbrengen?
“En het is niet aan de overkant der zee, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal oversteken naar de overkant der zee, het voor ons halen en het ons doen horen, opdat wij het volbrengen?” Deut 30:12-13.

Paulus verwijst hiernaar in zijn brief aan de Romeinen:
“Zeg niet in uw hart: Wie zal ten hemel opklimmen? Namelijk om Christus te doen afdalen. Of: Wie zal in de afgrond nederdalen? Namelijk om Christus uit de doden te doen opkomen”Rom 10:6-7

De Bijbel rekent af met alle geheimzinnigheid en noemt de dingen bij de naam. Gods Woord is heel nuchter over de gruwelijke werkelijkheid die de mensen onder de bekoring van de geestenwereld brengt. In de Heilige Schrift straalt Gods waarachtige licht over al het occulte. Haar door God geïnspireerde auteurs waarschuwen ons voor het valse licht van Lucifer en richten ons op het waarachtige licht van Jezus Christus, de stralende Morgenster. Aan het kruis heeft Hij de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd. (Kol 2:15)

 

Voor verdere informatie raadpleeg:
Dr. R. Franzke, Stilleübungen und Fantasiereise
R.H. Matzken/A. Nijburg, Met Fantasie naar de nieuwe tijd
R.H. Matzken:Charisma uit de diepte
R.H. Matzken en T.H.Ligtenberg: Occult zakwoordenboek
Op de deelsite Occult en Licht van bijbelenonderwijs.nl staat een kort overzicht over de mandala.