De smurfen zijn stripfiguren en bedacht door een Belgische striptekenaar. In 1959 kregen de smurfen hun eerste stripreeks en later volgden tekenfilmseries en films. Hoewel hier niet echt artikelen over zijn te vinden, geeft Wikipedia wel voldoende informatie om te kunnen beoordelen of de smurfen passen in een christelijk huis of niet. Als je het verhaal en een paar bekende figuren uit de serie onder de loep neemt, wordt al snel duidelijk dat dit niet het geval is. Neem bijvoorbeeld de volgende informatie die te vinden is op Wikipedia:

De grootste vijand van de Smurfen is de tovenaar Gargamel, die samen met zijn kat Azraël op een plek elders in het bos woont. Gargamel probeert voortdurend de Smurfen te vangen, zodat hij ze kan gebruiken voor zijn eigen magische experimenten. Bovendien wil hij vanwege zijn eerdere nederlagen wraak op ze nemen. (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Smurfen)

Gargamel is dus een kwaadaardige tovenaar. Hij is bovendien op zoek naar de steen der wijzen. Bij één van zijn eerste pogingen om bij het smurfendorp te kunnen komen, maakte hij van klei de eerste vrouwelijke Smurf, de Smurfin, die hij naar het smurfendorp stuurde om haar daar zoveel mogelijk onheil aan te laten richten. Maar Grote Smurf , de leider van de smurfen, wist de Smurfin te transformeren tot een mooie dame, waarna de smurfen haar in hun harten sloten. 

Op het personage Gargamel is kritiek gekomen, omdat men er een karikatuur in zag van de Joden inclusief de slechte eigenschappen die men wel aan deze bevolkingsgroep toeschreef. Gargamel heeft namelijk een stereotiepe grote neus, een voorliefde voor goud en een ontzettende hebzucht. Verder is de naam Azrael (de kat van Gargamel ) in de Joodse en islamitische overlevering de naam van de “engel van de dood” . 

Grote Smurf is ook een bedenkelijk figuur. Hij heeft als enige een rode muts op en geniet veel gezag. Hij neemt bijna altijd in zijn eentje de belangrijke beslissingen. Hij heeft een laboratorium (met op de deur het opschrift “Verboden te smurfen”) in het Smurfendorp met daarin allerlei toverboeken, zodat hij kan wedijveren met tovenaar Gargamel. De Grote Smurf kan zijn toverkracht ook gebruiken om de smurfen een wijze les te leren, als zij strijd met elkaar hebben of als de eenheid in het Smurfendorp in gevaar is (https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote Smurf).

Volgens de Franse socioloog Antoine Buéno zijn de stripverhalen over de smurfen  doordrenkt met racistische propaganda en verheerlijken ze een totalitaire samenleving. Hij ziet de Grote Smurf als een autoritaire figuur, vergelijkbaar met Marx en Lenin. Grote Smurf verbiedt privébezit en dwingt de smurfen te leven in een collectivistische samenleving die is gericht op zelfvoorziening op gebied van energie en voedsel. Buéno ziet hierin het verheerlijken van een communistisch ideaal (https://kloptdatwel.nl/2011/08/03/zijn-smurfen-anti-semitisch-en-racistisch/). In een boekje van hem over de smurfen gaat hij nog verder met zijn vergelijkingen. Of je alles zover kunt doortrekken, is de vraag, maar als je je meer gaat verdiepen en inlezen in het verhaal van de smurfen, kan duidelijk worden gesteld dat Grote Smurf, die in het dorp veel gezag geniet, neergezet wordt als een soort god. Hij moet de smurfen steeds behoeden voor het kwaad, hen redden en hij heeft als enige alle wijsheid in pacht en toegang tot het laboratorium. Daarnaast speelt magie, hoe onschuldig dit ook gebracht wordt, een grote rol. En op een zogenaamd ‘grappige’ manier sluipt het occulte d.m.v. namen en legendes binnen.

Afstand nemen
Wie de Heere Jezus kent, zal onder belijdenis afstand moeten nemen van een dergelijk hobby. Het is geen goed getuigenis t.o.v. anderen. In 1Thess 5: 21 en 22 staat, dat we ons hebben te onthouden van elke vorm van kwaad.