Een verkenning van de ideologie achter bepaalde verschijnselen op school, zoals heksenweken en griezelprojecten. Dergelijke oefeningen en projecten blijken deel uit te maken van een heel netwerk van bewuste heksen-, griezel- en gruweltraining. Door dr. R. Franzke; vertaald en bewerkt door drs. R.H. Matzken.
Voorwoord
Onderstaand verslag tekent de situatie op Duitse basisscholen midden-2001, mede bezien vanuit de voornemens van de bondsstaten voor de komende jaren.
Wie dit leest, zal zijn ogen nauwelijks kunnen geloven, zeker niet wanneer de auteur, prof. Dr. Reinhardt Franzke stelt dat het hier niet gaat om uitzonderingen, maar om het hele schoolsysteem. In Nederland ligt dat anders: hier zijn scholen immers vrij om zelf hun leermethoden te kiezen waarmee de doelstellingen (lezen – schrijven – taal) worden bereikt. In Duitsland zijn de leermethoden door de deelstaten voorgeschreven.
Dus valt het in Nederland allemaal nogal mee? Helaas constateren wij dat onze ‘vrijheid van inrichting’ geen bescherming biedt tegen dergelijke praktijken, alleen is de omvang in ons land niet zo groot als bij onze oosterburen en zijn scholen vrij zich hieraan te onttrekken. Maar dat moeten zij dan ook wel bewust doen!! en daarom hebben wij de vertaling van deze Anti-Okkultismus-Info als EDUkatern opgenomen. Het EDUkatern kan bij ons, voorzien van een uitvoerig notenregister, worden aangevraagd.
Ten geleide
De (basis)school wordt geacht kinderen op de kennis- en informatiemaatschappij voor te bereiden. Inzage in schoolboeken en leermaterialen, en vooral kennisname van de overheidsvoorschriften voor de komende jaren, laat ons echter iets geheel anders zien. De basisschool leidt de kinderen klaarblijkelijk vooral de geheimen van de magie en hekserij binnen.
Veel ouders en kinderen zijn verontrust over een bepaald verschijnsel, zoals een heksenweek op school of een bezoek aan de Griezelbus. Uit wat nu volgt, blijkt zoiets nog maar een van de toppen van een ijsberg te zijn, die wij nu gaan verkennen. Graag willen wij benadrukken dat wij ons niet richten tegen de scholen die zulke praktijken beoefenen. Bij nader inzien blijkt hier namelijk een heel systeem of ideologie achter te zitten waarvan de scholen zich niet of nauwelijks bewust zijn. Niettemin vormt de reeds genoemde heksen-, griezel- en gruweltraining in zekere zin de ideologische basis voor de vele magische praktijken die in het onderwijs op de basisscholen systematisch beoefend worden.
Basistechnieken van de Magie
Hier worden een aantal technieken behandeld, die ouders dikwijls herkennen. Door hiervan kennis te nemen, wordt hun innerlijke afkeer onderbouwd.
Magie en hekserij op de basisschool
Tot het opvoedingsprogramma in de magie op de basisscholen behoren:
– De verplichte magische lectuur (‘De kleine Heks’, ‘Krabat’ (Meester van de zwarte molen), Harry Potter enz.)
– Magische rituelen
– Heksenfeesten, heksenprojecten, griezelweken en tenslotte ook
– Heksen-, griezel-, angst- en gruweltraining.
De heksentraining op de basisschool heeft meerdere doelen. Het doel ervan is:
– Kinderen bekend maken met zgn. fantasiewerelden en fantasiewezens
– Magie, hekserij en toverij bagatelliseren en tegelijk verheerlijken.
Dit gebeurt door de kinderen met griezel, angst en gruwel, met horrorwerelden en horrorwezens te confronteren.
Fabelwezens en Fabelwerelden
In al deze boeken en materialen moeten de kinderen in vreemde, onzichtbare fabel- of toverwerelden duiken en zich voortdurend in gedachten met fabelwezens bezighouden: met monsters, draken, vampiers, geesten, spoken, kobolds, feeën, elfen, klopgeesten, trollen, reuzen, dwergen……
Het EDUkatern gaat hier verder op in en geeft voorbeelden uit de (Duitse) praktijk.
Een ervan leert de kinderen dat waarheid niet bestaat en dat men niet naar het ware geloven moet zoeken.
Griezel- angst en gruweltraining
Tot de heksentraining behoort ook de gruwel-, griezel- en angsttraining.
Op veel (Duitse) basisscholen worden kinderen op een gruwel ABC getrakteerd:
A van Angst, B van bloedzuiger, D van Dracula, F van Frankenstein, G van Geesten, H van Heksen, Hel, M van Monster, V van Vampier, W van Weerwolf, Z van Zombie.
Op de vampierparty op school, door onze lieve lagere schoolleraressen georganiseerd, moeten kinderen er als vampiers uitzien: in de spiegel staart je dan een kalkwitte tronie aan. Lichten de ogen op in de donkere oogholten, toont de bloedrode mond de scherpe hoektanden. (tekstvoorbeeld uit de basisschool).
Voor een zgn. vakoverstijgend leerproject als ‘spokenparty’ moeten de kinderen zich in een ‘lievelings-griezelgestalte’ veranderen (persbericht).
In de praktijkoefening wordt hen de dood op de meest afschuwelijke manier met gruwelscènes en skeletten dichterbij gebracht.
Terug naar de Middeleeuwen?
De heksen-, gruwel- en griezeltraining is onderdeel van een omvangrijk opvoedingsprogramma. Deze pedagogiek moet de magie, hekserij en toverij bagatelliseren en tegelijk verheerlijken. Ze moet de kinderen magische denkwijzen, het magische wereld- en mensbeeld en tenslotte ook magische (dwaal)leer- en praktijken verschaffen.
Hier wordt in deze studie uitvoerig op ingegaan.
“Volgens mijn (dr. Franzke’s) observaties zijn alle studenten die naar eigen zeggen magie en hekserij praktiseren, zowel lichamelijk als geestelijk zeer ziek en geestelijk verward. Zij zijn niet in staat om referaten te schrijven die voldoen aan normale wetenschappelijk standaards, of hun studie te beëindigen. Veelal zijn ze maandenlang in psychiatrische behandeling of moeten ze worden opgenomen.
Bijzonder gevaarlijk is ook de voorgeschreven gruwel-, angst- en griezeltraining. Dit is een binnenvoeren in de psychologie van het kwaad. De psychologie van de verschrikking, van de huiver, van de walging en de angst is de psychologie van de duivel en duivelsaanbidders. De griezeltraining evenals verschrikking en gruwel zijn vaste bestanddelen van diverse magische en occulte systemen, zoals bijv. het satanisme, het Tibetaanse tantrisme en veel andere magische en geheime culten.
De confrontatie met griezeldieren, griezelscènes en griezelgerechten (heksenkeuken), met horrorwezens en horrorscènes is een brutale mishandeling van de kinderziel. Gruwelweken en griezelscenario’s beschadigen en verkrachten de ziel van onze kinderen.
NB. Terwijl de politiek haat en geweld tegen buitenlanders en mensen met een donkere huidskleur verbiedt en hiertegen demonstratieve massamarsen worden gehouden, bewerkt de heksen-, gruwel-, angst- en griezeltraining het tegenovergestelde: Het is tegenwoordig toegestaan de kinderziel aan het boze, gruwelijke en afschuwelijke te laten wennen en de bereidheid tot geweld en haat te bevorderen.
Een bijbelse visie op heksen
Uit bijbels oogpunt werken heksen en tovenaars samen met de machten van de duisternis, met boze leugengeesten die slechts komen om te verstoren, te stelen en te doden (Joh. 10:10). Magie, hekserij en tovenarij is afgoderij en is God een gruwel (Deuteronomium18:19 e.v.). Wie hekserij en tovenarij uitoefent gaat in tegen het eerste gebod (“Gij zult geen andere goden hebben”); hij is ongehoorzaam tegen God en maakt Hem tot zijn vijand. In het Oude Testament heeft God bevolen de tovenaars te doden (Exodus 22:17). In het Nieuwe Testament heeft God het gebod tot het doden van heksen en tovenaars opgeheven. Het gebod tot doden gold slechts voor de joden, het uitverkoren volk van God, van het Oude Verbond. Toch maakt ook het Nieuwe Testament duidelijk dat tovenaars en afgodendienaars niet het eeuwige leven bij God, maar eeuwige verdoemenis in de vuurzee te wachten staat (Openb. 21:8, 22:15).
Er is dus geen bijbelse rechtvaardiging voor magie, hekserij en tovenarij. Voor alle duidelijkheid: er is (en was in de Middeleeuwen) geen rechtvaardiging voor het verbranden en verdrinken van heksen. Magie, hekserij en toverij gaan in tegen het Woord van God, net zozeer als de heksenvervolging in de middeleeuwen (gij zult niet haten, niet doden en niemand schade toebrengen). Daarom moeten christenen dubbel waakzaam zijn. Het Woord van God beveelt: gelovige christenen moeten de werken van de duisternis ontmaskeren en er geen gemeenschap mee hebben (Ef. 5:11). Tegelijkertijd moeten ze heksen niet haten of vervolgen. Gelovige christenen hebben immers geen reden bang voor heksen te zijn: ze staan onder de bescherming van de Heer zolang ze Hem gehoorzaam zijn. Toch is hekserij niet slechts een fantasiebeeld, zoals vele wetenschappers en/of heksen doen willen geloven. Hekserij werkt beslist wel.
Heksen kunnen niet genezen. Ogenschijnlijke genezingen door heksen zijn een mythe en missen elke wetenschappelijke grond. Er zijn geen wetenschappelijke bewijzen voor hun genezingskrachten. (Witte) heksen gebruiken of banale alledaagsheden of bovennatuurlijk weten uit het rijk der duisternis. Ze gebruiken of natuurlijke of bovennatuurlijke middelen.
Hun zogenaamde vertrouwen op de genezingskrachten van de natuur is een menging van alledaagsheden, bijgeloof en magie. Wanneer ze genezen en helpen gebeurt dat met natuurlijke en/of bovennatuurlijke middelen en wie zich door mensen laat helpen die met de machten der duisternis (samen)werken moet vroeg of laat een hoge prijs betalen en/of zelfs een offer brengen. Ook in de geesteswereld krijg je niets gratis. De machten van de duisternis zijn boos, ze willen uiteindelijk niet helen of helpen, maar slechts schade toebrengen. Deze schade kan uit een zware tegenslag of in een andere, veel ergere ziekte bestaan. Het geloof dat je bovennatuurlijke wonderen voor niets krijgt, is volstrekt naïef. Wanneer heksen überhaupt zouden kunnen genezen, dan vervangen ze hoogstens het ene probleem door een ander.
Heksen zijn geen ‘wijze vrouwen’. Echte heksen gebruiken de ‘wijsheid van de machten van de duisternis.’ Heksen en magiërs zijn ook geen goede en lieve mensen, ook al doen zij – en degenen die hen aanprijzen – zich zo voor. Uit bijbels oogpunt zijn heksen en magiërs met de boze verbonden. Hun liefdevolle optreden is een uiterst dunne façade waarachter haat en vijandigheid schuilgaan, die bij de kleinste aanleidingen als een vulkaan tot uitbarsting komen. Daarvan kunnen alle ouders zich overtuigen als ze de magische praktijken van de leraar bekritiseren en voor hun kinderen afwijzen. Dan is plotseling alle hooggeprezen tolerantie verdwenen. Zo gebeurt het wel dat de kinderen en/of de ouders psychisch ziek worden verklaard en therapie nodig hebben. Dan zou men de bezorgde en zorgzame ouders het liefst uit de ouderlijke macht ontzetten en het kind in een tehuis laten opnemen, waarin het zeker wordt verwaarloosd.
Verboden om zich hieraan te onttrekken!
De plicht om deel te nemen aan dit quasi-religieus onderwijsprogramma dat tegen de wet ingaat, wordt regelmatig met de plicht tot tolerantie en het verwijzen naar de schoolplicht onderbouwd. Ouders en kinderen die dit afbrekende onderwijs uit geloofs- of gewetensgronden afwijzen, worden dan belasterd en gediscrimineerd, als sektelid beschimpt, met slechte cijfers vanwege deelnameweigering bestraft, geestelijk ziek en therapiebehoeftig verklaard. En dat terwijl juist de school de prestatie in de zin van normale kennisoverdracht en vorming niet nakomt!
Critici van magische praktijken worden door de aangesproken kringen
– hetzij genegeerd
– of persoonlijk aangepakt met valse beschuldigingen en gerechtelijke aanklachten, onder beschuldiging van discriminatie en laster (vooral op Internet van kapitaalkrachtige en anonieme organisaties!!!)
ADVENT DEEL 2
Advent is een Latijns woord dat betekent: KOMST. Meestal wordt het gebruikt voor verwachting, uitzien naar de komst van een belangrijk persoon. Dan kwam er eerst een heraut die de komst van de koning kwam aankondigen en voorbereiden.
Toen de tijd was aangebroken dat Jezus geboren zou worden, zond God zijn engel Gabriël naar twee mensen:
– Zacharias, die de vader zou worden van Johannes de Doper.
– Maria, die de moeder zou worden van Jezus, de Verlosser.
Beiden konden nauwelijks geloven wat de engel tegen hen zei. Zacharias ontving een teken dat hij niet meer zou kunnen spreken tot de geboorte van Johannes.
Tegen Maria zei de engel: “Wees niet bang, want God heeft besloten u heel bijzonder te zegenen. U zult zwanger worden en een zoon krijgen, die u de naam Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn en ‘Zoon van de Allerhoogste God’ worden genoemd. God, de Here, zal Hem de troon van zijn voorvader David geven. Hij zal voor altijd over het volk Israël regeren en aan Zijn regering zal geen einde komen.”
ARK VAN NOACH DEEL 1
Ark van Noach (dl 1)
120 jaar lang heeft Noach gebouwd aan de ark, precies zoals God hem had voorgeschreven. Iedere dag klonk zijn boodschap: er komt een oordeel, maar in de ark is redding.
De afmetingen waren overweldigend:
300 el = 150 meter lang
50 el = 25 meter breed
30 el = 15 meter hoog.
De ark was gemaakt van goferhout, was bestreken met pek en had drie verdiepingen met vakken die samen het sterke geraamte van het schip vormden.
Zeven dagen voordat de zondvloed kwam, gingen Noach en zijn vrouw, zijn drie zoons en hun vrouwen de ark binnen. Toen kwamen overal vandaan de dieren aanzetten, zeven dagen lang:
– Van alle reine dieren (offerdieren): zeven paar
– Van alle onreine dieren: één paar.
ADAM EN EVA DEEL 1
Adam en Eva waren de eerste mensen die God heeft geschapen.
God vormde de mens uit aardstof, daarom heette hij Adam. Hij blies zijn adem of geest in hem en daardoor werd hij een levende ziel. Daarom wordt hij ook wel `zoon van God’ genoemd, omdat hij de enige mens was die rechtstreeks door God werd gevormd. Hij is de vader (de eerste) van het hele menselijke geslacht.
Adam merkte dat hij niemand had die bij hem paste. Daarom schiep God Eva om als vrouw naast hem te staan. Het was Gods meesterplan om man en vrouw die van naturel heel verschillend zijn, bij elkaar te brengen. Samen komen zij meer tot hun recht dan alleen. Zie ook bij: De mens.
ABRAM – GODS VERBOND DEEL 1
Abram – Gods verbond (dl 1)
Toen Abram en Saraï al tien jaar in het beloofde land woonden, kwam God naar Abram toe en sloot een verbond met hem en met zijn nageslacht. Dat zou zo talrijk worden als de sterren aan de hemel en het zand langs de zee. Het land waarin Abram als pelgrim woonde, zou hun vaderland worden. En door dat volk, Israël, zouden alle andere volken gezegend worden.
Bij het verbond hoorde ook een nieuwe naam. De nieuwe namen die God Abram en Saraï gaf leken wel een beetje op hun oude namen, maar ze sloegen vooral op de vele nakomelingen die uit hen zouden voortkomen:
Saraï: `Mijn vorstin’
Sara: `Vorstin (van volken)’
ABRAM – DOOR GOD GEROEPEN DEEL 1
Abram – door God geroepen (dl 1)
In Genesis 12 gebeurt er iets nieuws in de geschiedenis. Het gaat om een heel nieuw volk, Israël, dat zal voortkomen uit één man: Abraham, die toen nog Abram heette.Met Abram wilde God een volk op aarde brengen dat Hem kende. Zo zou iedereen op aarde herinnerd kunnen worden aan Gods bedoeling met de mensen. Maar dan moest hij wel weggaan uit zijn familie en uit zijn omgeving.
Eerst trok Abram met zijn vee vanuit Oer in het zuidoosten naar Haran in het noordwesten van Mesopotamie of Tweestromenland. Na het overlijden van zijn vader braken zij weer op voor de tweede etappe, totdat zij kwamen in het `Land van Belofte’, in Kanaän. Via Bethel reisde hij naar Hebron, om te gaan wonen bij de terebinten van Mamré. Het Nieuwe Testament vermeldt hierover: En zelfs toen hij in het land kwam dat God hem beloofd had, woonde hij in tenten als een vreemdeling, evenals Isaäk en Jakob, aan wie God dezelfde belofte deed.
ABRAHAMS ZONEN
Abrahams zonen: Ismaël en Isaäk (dl 1)
Abraham en Sara tot eindelijk hun zoon werd geboren. Zo kwam Abraham ertoe, op advies van Sara, om een kind te verwekken bij haar slavin Hagar: Ismaël, dat betekent`God hoort’. God zag naar Hagar om en vijftien jaar later hoorde Hij naar Ismaël toen zijn moeder met hem naar de woestijn werd gestuurd.
Tenslotte kreeg Sara toch een zoon. Zij had het bijna niet kunnen geloven en moest er om lachen: “Wie hiervan hoort, zal ook wel lachen!” Daarom noemden zij hun zoon Isaäk, dat betekent: hij lacht.
Als Isaäk een tiener is geworden, wordt Abraham door God beproefd. God draagt hem op om zijn enige zoon als brandoffer offeren op een berg in de verte, de berg Moria. Als ze de berg beklommen hebben, stelt Isaäk ineens de vraag: “Vader, waar is het offer?” Abraham antwoordt: “God zal zelf voor een lam zorgen, mijn zoon.” Dan verschijnt een engel die Abraham tegenhoudt. Ze vinden een ram en die wordt het offerdier in de plaats van Isaäk. Daarom noemt Abraham die plaats Moria, wat betekent: “De HERE zal voorzien.”
GRIEZELEN MET KIPPENVEL
Griezelen met Kippenvel
Steeds meer uitgevers werpen zich op het thema griezelen, dat veel kinderen aantrekt. ‘Griezelen op afstand’ kan leuk zijn, maar waar ligt de grens?
B&O magazine, door drs. R.H. Matzken
Griezelen blijft in. Steeds meer uitgevers werpen zich op dit thema dat veel kinderen erg aantrekt. Zo ook de bekende uitgever Kluitman (van Pietje Bell, Dik Trom en de Kameleon), met hun Speerpunt-serie ‘Griezels’ en vooral de Kippenvel-serie van R.L. Stine. Een aantal titels zijn:
Daaraan worden kinderen vanaf 10 jaar blootgesteld. Pedagogisch wordt niet gediscrimineerd (commercieel ook niet), want de kinderen vanaf 8 jaar mogen mee-griezelen met hun Kippenvel-junior boeken:
Behalve als Kippenvel-serie zijn boeken van Stine ook opgenomen in de serie de Zwarte Beertjes van uitgeverij Bruna, en dan is er nog de serie ‘Fear Street’ van Deltas. Genoeg dus om een kleine boekenkast te vullen.
Wij bezochten een gezin, waar de vader zijn verontrusting met ons deelde. Niet alleen vanwege deze Kippenvel-boeken, maar vooral vanwege de reactie van de openbare bibliotheek en van de christelijke school. Beide waren niet erg enthousiast over dit soort boeken, maar zouden de kinderen niets in de weg leggen wanneer ze ernaar vragen: “Wees blij dat ze boeken lezen, dat is beter dan de buis”. Welnu, soms komt dat op hetzelfde neer, want ook de Nederlandse zender Fox zendt iedere werkdag om 17.10 uur de serie Kippenvel uit: wij vragen ons af of de ouders wel eens meekijken!
Wij gingen naar de bibliotheek om de Kippenvel-boeken in te zien. Geen makkelijke opgave, want vaak is er geen enkel boek voorradig en zijn er zelfs wachtlijsten! Toch lukte het ons er één te pakken te krijgen: ‘Ga niet naar de kelder’, dat we achter elkaar uitlazen. Als volwassene heb je een flinke dosis ‘afstand’ ingebouwd, net als bij detectives die toch ook niet zonder moorden kunnen bestaan. Vandaar dus ook de–vrij algemene–houding van: “Laat ze maar begaan. Griezelen en vampiers zijn nu eenmaal ‘in’. Wanneer je er wat van zegt, lezen ze er nog meer!”
Ouders verwachten van ons een beoordeling, vooral wanneer ze betrokken zijn bij leesmiddagen en documentatiecentra. Wij geven die graag, maar maken u eerst attent op een typisch postmodernistisch verschijnsel. Hebt u ook opgemerkt dat het begrip pedagogie vrijwel geruisloos is verdwenen? Mensen die kinderen leiden en begeleiden in een wereld van kosmische energieën en entiteiten: waar zijn ze gebleven in een tijd die ‘het kind centraal’ stelt?
Daar is nu wat anders voor in de plaats gekomen, wat wij willen aanduiden als pedonomie: kinderen die zichzelf tot wet zijn (te vergelijken met autonomie). Natuurlijk hebben kinderen altijd geprobeerd om zelf uit te maken wat er moet gebeuren, maar daar stond altijd het remmende, corrigerende optreden van de opvoeders tegenover. Maar in onze tijd van ‘zelfrealisatie’ is iedere opzet om kinderen te belemmeren in hun ‘authentieke zelfontplooiing’ taboe verklaard! Christen-ouders en -leraren moeten dus ook hier, meer dan ooit, tegen de tijdstroom in roeien. Kinderen hebben recht op leiding, dus ouders-van-nu moeten ermee rekenen dat ‘opvoeden naar Gods Woord’ impopulair is en zelfs conflict betekent!
Onze beoordeling van de serie Kippenvel is uitermate negatief. Wij illustreren dit aan de hand van een voorbeeld uit de TV-serie Kippenvel. Schoolkinderen maken een excursie naar de Tower of London, waar hen onder andere allerlei martelwerktuigen worden getoond. Nog voor naar binnen gaan ziet een jongetje een verschijning van een angstaanjagende zwarte man op de trans van een toren. Zijn zusje ziet echter niets, want de man is plotseling verdwenen.
Het jongetje is doodsbang, maar zijn zusje stelt hem gerust. Afgedaald in de gewelven van de Tower en gewaarschuwd door de gids om vooral bij elkaar te blijven, worden ze opgeschrikt doordat de man van de toren plotseling tot leven komt in een beeld en als een mephisto (duivelsfiguur bij Faust) hen achtervolgt: nu behoren zij ook tot de verdoemden! Als de kinderen eindelijk, via een rioolput, uit de door hen beleefde hel ontsnappen, worden ze in de normale wereld ter verantwoording geroepen omdat hun belevenissen niet geloofd worden.
In plaats van het pedagogische begrip ‘afstand’ komt hier het postmoderne begrip ‘authentiek beleven’. Wanneer nu al bij een film voor volwassenen als ‘The Exorcist’ wordt vermeld: “deze film heeft in de VS veel psychische schade veroorzaakt”, hoeveel te meer zou dan zo’n waarschuwing op zijn plaats zijn wanneer kinderen vanaf 8 jaar, heel vaak zonder begeleiding van volwassenen, worden blootgesteld aan de verlokkingen van het bovennatuurlijke en van de onderwereld! Hier is wel heel bijzonder het tweede gebod van de grote Pedagoog van Israël van toepassing: “U mag geen beeld of afbeelding maken van wat boven in de hemel of op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is,” Exodus 20:4.
Wanneer wordt gesteld (zoals de uitgever dat doet) dat veel kinderen deze boeken met plezier lezen, kan dat voor ons geen maatstaf zijn. Wij willen zelfs aannemen dat niet alle kinderen (in het NRC-Handelsblad ‘tere zieltjes’ genoemd) van het blootstellen aan deze gruwelen nachtmerries krijgen. Maar zijn de andere kinderen (zullen wij hen ‘eeltzieltjes’ noemen?) er niet veel erger aan toe? Zij worden door het huidige griezel- en gruwel-ethos van jongs af aan vertrouwd gemaakt met de wereld van geesten en demonen. Zou hier niet een belangrijke aanwijzing liggen voor het raadsel dat door de politici als ‘zinloos geweld’ wordt betiteld?
Deze kinderen worden (figuurlijk en letterlijk) geboeid door de afschrikwekkende werkelijkheid van Gods tegenstander en tegelijk immuun gemaakt voor “alles wat waar, eervol, rechtvaardig, zuiver en mooi is en wat (als) goed bekend staat, kortom alles wat deugdzaam en loffelijk is.” (Filippenzen 4:8) Opvoeden: een strijd tussen twee bronnen van ‘waarden en normen’: uit welke bron laten wij onze kinderen drinken?
GRIEZEL- EN GRUWELTRAINING
Een verkenning van de ideologie achter bepaalde verschijnselen op school, zoals heksenweken en griezelprojecten. Dergelijke oefeningen en projecten blijken deel uit te maken van een heel netwerk van bewuste heksen-, griezel- en gruweltraining. Door dr. R. Franzke; vertaald en bewerkt door drs. R.H. Matzken.
Voorwoord
Onderstaand verslag tekent de situatie op Duitse basisscholen midden-2001, mede bezien vanuit de voornemens van de bondsstaten voor de komende jaren.
Wie dit leest, zal zijn ogen nauwelijks kunnen geloven, zeker niet wanneer de auteur, prof. Dr. Reinhardt Franzke stelt dat het hier niet gaat om uitzonderingen, maar om het hele schoolsysteem. In Nederland ligt dat anders: hier zijn scholen immers vrij om zelf hun leermethoden te kiezen waarmee de doelstellingen (lezen – schrijven – taal) worden bereikt. In Duitsland zijn de leermethoden door de deelstaten voorgeschreven.
Dus valt het in Nederland allemaal nogal mee? Helaas constateren wij dat onze ‘vrijheid van inrichting’ geen bescherming biedt tegen dergelijke praktijken, alleen is de omvang in ons land niet zo groot als bij onze oosterburen en zijn scholen vrij zich hieraan te onttrekken. Maar dat moeten zij dan ook wel bewust doen!! en daarom hebben wij de vertaling van deze Anti-Okkultismus-Info als EDUkatern opgenomen. Het EDUkatern kan bij ons, voorzien van een uitvoerig notenregister, worden aangevraagd.
Ten geleide
De (basis)school wordt geacht kinderen op de kennis- en informatiemaatschappij voor te bereiden. Inzage in schoolboeken en leermaterialen, en vooral kennisname van de overheidsvoorschriften voor de komende jaren, laat ons echter iets geheel anders zien. De basisschool leidt de kinderen klaarblijkelijk vooral de geheimen van de magie en hekserij binnen.
Veel ouders en kinderen zijn verontrust over een bepaald verschijnsel, zoals een heksenweek op school of een bezoek aan de Griezelbus. Uit wat nu volgt, blijkt zoiets nog maar een van de toppen van een ijsberg te zijn, die wij nu gaan verkennen. Graag willen wij benadrukken dat wij ons niet richten tegen de scholen die zulke praktijken beoefenen. Bij nader inzien blijkt hier namelijk een heel systeem of ideologie achter te zitten waarvan de scholen zich niet of nauwelijks bewust zijn. Niettemin vormt de reeds genoemde heksen-, griezel- en gruweltraining in zekere zin de ideologische basis voor de vele magische praktijken die in het onderwijs op de basisscholen systematisch beoefend worden.
Basistechnieken van de Magie
Hier worden een aantal technieken behandeld, die ouders dikwijls herkennen. Door hiervan kennis te nemen, wordt hun innerlijke afkeer onderbouwd.
Magie en hekserij op de basisschool
Tot het opvoedingsprogramma in de magie op de basisscholen behoren:
– De verplichte magische lectuur (‘De kleine Heks’, ‘Krabat’ (Meester van de zwarte molen), Harry Potter enz.)
– Magische rituelen
– Heksenfeesten, heksenprojecten, griezelweken en tenslotte ook
– Heksen-, griezel-, angst- en gruweltraining.
De heksentraining op de basisschool heeft meerdere doelen. Het doel ervan is:
– Kinderen bekend maken met zgn. fantasiewerelden en fantasiewezens
– Magie, hekserij en toverij bagatelliseren en tegelijk verheerlijken.
Dit gebeurt door de kinderen met griezel, angst en gruwel, met horrorwerelden en horrorwezens te confronteren.
Fabelwezens en Fabelwerelden
In al deze boeken en materialen moeten de kinderen in vreemde, onzichtbare fabel- of toverwerelden duiken en zich voortdurend in gedachten met fabelwezens bezighouden: met monsters, draken, vampiers, geesten, spoken, kobolds, feeën, elfen, klopgeesten, trollen, reuzen, dwergen……
Het EDUkatern gaat hier verder op in en geeft voorbeelden uit de (Duitse) praktijk.
Een ervan leert de kinderen dat waarheid niet bestaat en dat men niet naar het ware geloven moet zoeken.
Griezel- angst en gruweltraining
Tot de heksentraining behoort ook de gruwel-, griezel- en angsttraining.
Op veel (Duitse) basisscholen worden kinderen op een gruwel ABC getrakteerd:
A van Angst, B van bloedzuiger, D van Dracula, F van Frankenstein, G van Geesten, H van Heksen, Hel, M van Monster, V van Vampier, W van Weerwolf, Z van Zombie.
Op de vampierparty op school, door onze lieve lagere schoolleraressen georganiseerd, moeten kinderen er als vampiers uitzien: in de spiegel staart je dan een kalkwitte tronie aan. Lichten de ogen op in de donkere oogholten, toont de bloedrode mond de scherpe hoektanden. (tekstvoorbeeld uit de basisschool).
Voor een zgn. vakoverstijgend leerproject als ‘spokenparty’ moeten de kinderen zich in een ‘lievelings-griezelgestalte’ veranderen (persbericht).
In de praktijkoefening wordt hen de dood op de meest afschuwelijke manier met gruwelscènes en skeletten dichterbij gebracht.
Terug naar de Middeleeuwen?
De heksen-, gruwel- en griezeltraining is onderdeel van een omvangrijk opvoedingsprogramma. Deze pedagogiek moet de magie, hekserij en toverij bagatelliseren en tegelijk verheerlijken. Ze moet de kinderen magische denkwijzen, het magische wereld- en mensbeeld en tenslotte ook magische (dwaal)leer- en praktijken verschaffen.
Hier wordt in deze studie uitvoerig op ingegaan.
“Volgens mijn (dr. Franzke’s) observaties zijn alle studenten die naar eigen zeggen magie en hekserij praktiseren, zowel lichamelijk als geestelijk zeer ziek en geestelijk verward. Zij zijn niet in staat om referaten te schrijven die voldoen aan normale wetenschappelijk standaards, of hun studie te beëindigen. Veelal zijn ze maandenlang in psychiatrische behandeling of moeten ze worden opgenomen.
Bijzonder gevaarlijk is ook de voorgeschreven gruwel-, angst- en griezeltraining. Dit is een binnenvoeren in de psychologie van het kwaad. De psychologie van de verschrikking, van de huiver, van de walging en de angst is de psychologie van de duivel en duivelsaanbidders. De griezeltraining evenals verschrikking en gruwel zijn vaste bestanddelen van diverse magische en occulte systemen, zoals bijv. het satanisme, het Tibetaanse tantrisme en veel andere magische en geheime culten.
De confrontatie met griezeldieren, griezelscènes en griezelgerechten (heksenkeuken), met horrorwezens en horrorscènes is een brutale mishandeling van de kinderziel. Gruwelweken en griezelscenario’s beschadigen en verkrachten de ziel van onze kinderen.
NB. Terwijl de politiek haat en geweld tegen buitenlanders en mensen met een donkere huidskleur verbiedt en hiertegen demonstratieve massamarsen worden gehouden, bewerkt de heksen-, gruwel-, angst- en griezeltraining het tegenovergestelde: Het is tegenwoordig toegestaan de kinderziel aan het boze, gruwelijke en afschuwelijke te laten wennen en de bereidheid tot geweld en haat te bevorderen.
Een bijbelse visie op heksen
Uit bijbels oogpunt werken heksen en tovenaars samen met de machten van de duisternis, met boze leugengeesten die slechts komen om te verstoren, te stelen en te doden (Joh. 10:10). Magie, hekserij en tovenarij is afgoderij en is God een gruwel (Deuteronomium18:19 e.v.). Wie hekserij en tovenarij uitoefent gaat in tegen het eerste gebod (“Gij zult geen andere goden hebben”); hij is ongehoorzaam tegen God en maakt Hem tot zijn vijand. In het Oude Testament heeft God bevolen de tovenaars te doden (Exodus 22:17). In het Nieuwe Testament heeft God het gebod tot het doden van heksen en tovenaars opgeheven. Het gebod tot doden gold slechts voor de joden, het uitverkoren volk van God, van het Oude Verbond. Toch maakt ook het Nieuwe Testament duidelijk dat tovenaars en afgodendienaars niet het eeuwige leven bij God, maar eeuwige verdoemenis in de vuurzee te wachten staat (Openb. 21:8, 22:15).
Er is dus geen bijbelse rechtvaardiging voor magie, hekserij en tovenarij. Voor alle duidelijkheid: er is (en was in de Middeleeuwen) geen rechtvaardiging voor het verbranden en verdrinken van heksen. Magie, hekserij en toverij gaan in tegen het Woord van God, net zozeer als de heksenvervolging in de middeleeuwen (gij zult niet haten, niet doden en niemand schade toebrengen). Daarom moeten christenen dubbel waakzaam zijn. Het Woord van God beveelt: gelovige christenen moeten de werken van de duisternis ontmaskeren en er geen gemeenschap mee hebben (Ef. 5:11). Tegelijkertijd moeten ze heksen niet haten of vervolgen. Gelovige christenen hebben immers geen reden bang voor heksen te zijn: ze staan onder de bescherming van de Heer zolang ze Hem gehoorzaam zijn. Toch is hekserij niet slechts een fantasiebeeld, zoals vele wetenschappers en/of heksen doen willen geloven. Hekserij werkt beslist wel.
Heksen kunnen niet genezen. Ogenschijnlijke genezingen door heksen zijn een mythe en missen elke wetenschappelijke grond. Er zijn geen wetenschappelijke bewijzen voor hun genezingskrachten. (Witte) heksen gebruiken of banale alledaagsheden of bovennatuurlijk weten uit het rijk der duisternis. Ze gebruiken of natuurlijke of bovennatuurlijke middelen.
Hun zogenaamde vertrouwen op de genezingskrachten van de natuur is een menging van alledaagsheden, bijgeloof en magie. Wanneer ze genezen en helpen gebeurt dat met natuurlijke en/of bovennatuurlijke middelen en wie zich door mensen laat helpen die met de machten der duisternis (samen)werken moet vroeg of laat een hoge prijs betalen en/of zelfs een offer brengen. Ook in de geesteswereld krijg je niets gratis. De machten van de duisternis zijn boos, ze willen uiteindelijk niet helen of helpen, maar slechts schade toebrengen. Deze schade kan uit een zware tegenslag of in een andere, veel ergere ziekte bestaan. Het geloof dat je bovennatuurlijke wonderen voor niets krijgt, is volstrekt naïef. Wanneer heksen überhaupt zouden kunnen genezen, dan vervangen ze hoogstens het ene probleem door een ander.
Heksen zijn geen ‘wijze vrouwen’. Echte heksen gebruiken de ‘wijsheid van de machten van de duisternis.’ Heksen en magiërs zijn ook geen goede en lieve mensen, ook al doen zij – en degenen die hen aanprijzen – zich zo voor. Uit bijbels oogpunt zijn heksen en magiërs met de boze verbonden. Hun liefdevolle optreden is een uiterst dunne façade waarachter haat en vijandigheid schuilgaan, die bij de kleinste aanleidingen als een vulkaan tot uitbarsting komen. Daarvan kunnen alle ouders zich overtuigen als ze de magische praktijken van de leraar bekritiseren en voor hun kinderen afwijzen. Dan is plotseling alle hooggeprezen tolerantie verdwenen. Zo gebeurt het wel dat de kinderen en/of de ouders psychisch ziek worden verklaard en therapie nodig hebben. Dan zou men de bezorgde en zorgzame ouders het liefst uit de ouderlijke macht ontzetten en het kind in een tehuis laten opnemen, waarin het zeker wordt verwaarloosd.
Verboden om zich hieraan te onttrekken!
De plicht om deel te nemen aan dit quasi-religieus onderwijsprogramma dat tegen de wet ingaat, wordt regelmatig met de plicht tot tolerantie en het verwijzen naar de schoolplicht onderbouwd. Ouders en kinderen die dit afbrekende onderwijs uit geloofs- of gewetensgronden afwijzen, worden dan belasterd en gediscrimineerd, als sektelid beschimpt, met slechte cijfers vanwege deelnameweigering bestraft, geestelijk ziek en therapiebehoeftig verklaard. En dat terwijl juist de school de prestatie in de zin van normale kennisoverdracht en vorming niet nakomt!
Critici van magische praktijken worden door de aangesproken kringen
– hetzij genegeerd
– of persoonlijk aangepakt met valse beschuldigingen en gerechtelijke aanklachten, onder beschuldiging van discriminatie en laster (vooral op Internet van kapitaalkrachtige en anonieme organisaties!!!)
GRAVEN IN DE AARDE
Graven in de aarde: resultaten van de tweede studiedag over creationisme op Urk in oktober 2002
B&O magazine dec. 2002, door R.H. Matzken/W. Hoek
Voor de tweede maal werd op Urk een symposium over het creationisme gehouden over de voortgang van de creationistische wetenschap. Zaterdag 26 oktober vulden een zestigtal deelnemers de zaal van het Oude Raadhuis, waaronder ondergetekenden namens Bijbel & Onderwijs. Evenals drie jaar geleden – toen het ging over het thema ‘De ijstijd’ – werd deze zaterdag gevuld met vier boeiende voordrachten. In de middag volgde een levendige discussie, want. evenmin als de evolutionisten zijn de creationisten het over alle dingen eens. Gelukkig zijn creationisten dat over de essentiële zaken wel, waarover wij in een volgend nummer nader zullen berichten.
Algemeen werd besloten om concreet de handen ineen te slaan oom een alternatief te bieden tegen het nog steeds populaire evolutionisme dat voor veel jongeren een barrière vormt om tot een persoonlijk geloof te komen.
Creationisten zijn wetenschappers die bij hun theorieën over het ontstaan van de aarde en haar biodiversiteit (de vele soorten van leven) rekening willen houden met datgene wat de Bijbel hierover zegt. Voor hen “spreekt de Bijbel met absoluut gezag voor het hele leven, dus ook waar het gaat over de kosmos, de geschiedenis en de natuur.” Daarmee nemen zij stelling tegen de leer van Darwin (het evolutionisme) die tegen de Bijbel ingaat en alle levensvormen verklaart uit de processen van tijd en toeval sinds de Big Bang, vele miljoenen jaren geleden.
De sprekers op dit symposium zijn ervan overtuigd dat deze twee theorieën of hypothesen niet met elkaar te verenigen zijn, maar namen ook stelling tegen zogenaamd christelijke pogingen dat wel te doen:
– Het theïstisch evolutionisme gaat ervan uit dat God het levensproces startte en vervolgens leidde door alle periodes van de geschiedenis.
– Het gespleten wereldmodel maakt scheiding tussen ‘geloof’ en ‘wetenschap’ en leidt tot een tweeslachtig denken: “Op zondag mag je geloven, op maandag moet je zeker weten.”
Er werden een viertal creationistische modellen gepresenteerd, die met elkaar gemeen hadden dat er in het verleden een catastrofale gebeurtenis heeft plaatsgevonden, die in de Bijbel beschreven wordt als de zondvloed.
De afgelopen tientallen jaren vindt het creationistische catastrofemodel steeds meer aanhangers onder wetenschappers die helemaal geen christen zijn, eenvoudig omdat dit model een betere verklaring geeft van datgene wat wetenschappers tegenkomen wanneer zij ‘graven in de aarde’. Met name de catastrofetheorie, die uitgaat van de zondvloed, geeft een betere verklaring van de relatie tussen fossielen en de lagen in de geologische kolom. Hiermee verdwijnt ook de noodzaak van de ‘miljoenen jaren’ en gaan creationisten bij hun onderzoek uit van een jonge aarde van 6000 tot 10000 jaar oud.
Het symposium in Urk ging vooral over de vraag of alle lagen van de geologische kolom tijdens en direct na de zondvloed zijn afgezet of alleen de middelste lagen
De discussie liep erop uit dat het symposium meer wil zijn dan alleen een platform voor deze verschillende meningen. Natuurlijk is het boeiend te onderzoeken in welke aardlagen de dinosauriërs, hun eieren, hun nesten, hun voetstappen en hun uitwerpselen kunnen worden geplaatst. Hoe zij in de ark de zondvloed hebben overleefd en welke rol meteorieten en vloedgolven hebben gespeeld, zodat wij ze alleen nog maar ‘virtueel’ tegenkomen in Jurassic Parc!.
Algemeen werd besloten om concreet de handen ineen te slaan om een alternatief te bieden tegen het nog steeds populaire evolutionisme dat voor veel jongeren een barrière vormt om tot een persoonlijk geloof te komen.
Van de vele goede materialen vermelden wij:
‘Genesismodel en Oorsprong en Ontwikkeling van de mensheid’, een bundeling van een aantal publicaties van drs. H. Murris (E 1,80 en verkrijgbaar bij murrishr@cd-online.nl.
Verdere nuttige informatie vindt u onder meer op de volgende websites:
www.creabel.org
www.anw-antwoord.nlwww.evolutionismisdegeneration.com
www.wort-und-wissen.de
www.answersingenesis.org
GOED HATEN
Haat
Al mijn hele leven heb ik een hekel aan het woord “haat”. Ik heb ook nooit begrepen waarom mensen dit woord in hun mond namen. Ik nam mensen niet al te serieus, als ze uiting gaven aan hun haatgevoel. Ik had altijd het gevoel dat haten niet thuishoort in een christenleven. Ik vond het al helemaal raar, als ik hoorde dat God bepaalde dingen haat en deed wat veel mensen doen: verdringen wat er gezegd werd. Ik kon ook al niet meer luisteren, als het woord viel. Het maakte dat ik afhaakte. Ik was bang voor de emotie haat. Als ik het al eens voelde, dan drukte ik dat snel weg, want ik wilde immers op Jezus lijken en Jezus had zijn vijanden lief tot in de dood. Pas de laatste jaren ga ik iets begrijpen van de emotie haat. Helemaal nu ik tieners opvoed! Niet dat ik tieners haat, maar ik begrijp vaak niets van de heftige emotie achter de woorden: “Ik haat dat.”
Reuma
Als iemand ziek wordt door een bacterie of een virus, gaat zijn of haar lichaam direct aan het werk om deze bacterie of virus te elimineren. Diegene kan gaan overgeven, koorts krijgen, uitslag of diarrhee hebben. Dat zijn allemaal reacties die op het moment zeer onprettig zijn, maar er voor zorgen dat het lichaam daarna weer gezond is. Op deze zelfde manier werkt goede of objectieve haat in het leven van mensen. Het beschermt je geestelijk tegen verleidingen, verkeerde beslissingen, verkeerde keuzes, nare of kwetsende situaties.
Er is ook een slechte vorm van haat of zogezegd subjectieve haat. Die werkt als een auto-immuun ziekte. Bijvoorbeeld reuma. Hierbij gaat het lichaam reageren tegen lichaamseigen stoffen en ontstaan er ontstekingen, die niet gewenst zijn. Zo is het ook met subjectieve haat. Deze vorm van haat werkt vernietigend, zowel voor hemzelf als voor de relaties die iemand heeft. Aan reuma gaat niemand dood, maar ernstige vormen bemoeilijken het leven zeer. Het zit in het bloed en het woekert voort. Destructieve haatgevoelens worden nooit geuit naar aanleiding van de huidige situatie, maar komt voort uit de opgebouwde en niet-opgeloste gevoelens van vroeger.
Luister of kijk eens goed naar de mensen om u heen. Is er iemand die zomaar woedend kan uitvallen om een klein iets? Spreekt iemand met minachting over een ander, zelfs waar diegene bij is? Steekt iemand zijn middelvinger naar u op, omdat u een verkeerde inschatting maakte op de weg? Is er iemand die steeds terugkomt op een bepaalde manier van werken bij u of een ander? Dit hoort allemaal bij de laatste, de slechte vorm van haten. Het beschermt de persoon niet, het vernietigt hem en zijn relaties. Vaak laten veel mensen het gebeuren dat zij deze manier van haten hanteren, maar God heeft een andere manier en wil ook dat u Hem daarin navolgt.
Goed haten
In Spreuken 6:16-19 staat: Dit zijn zes dingen die de Heer haat; zeven die voor Hem een gruwel zijn:
– Hoogmoedige ogen,
– Een leugenachtige tong,
– En handen die onschuldig bloed vergieten,
– Een hart dat misdadige plannen smeedt,
– En voeten die haastig naar het kwade snellen,
– Een valse getuige die leugens vertelt,
– En degene die ruzie teweegbrengt onder broers.
God neemt stelling tegen de bedreigingen voor zijn mensen en zijn Koninkrijk. Wat zou het geweldig zijn, als wij Hem daarin zouden volgen! Door te haten zorgt Hij voor bescherming en een goede richting van zijn liefde. God veroordeelt niet de mens, maar wel zijn verkeerde daden. Met de sterke emotie-haat zegt Hij die daden niet te verdragen. Zo deed ook de Here Jezus. Hij bleef ervoor kiezen de mensen lief te hebben en duidelijk te maken waar het werkelijk om gaat. Zijn advies was vaak: ga heen en zondig niet meer.
David is een van de mensen die God daarin volgde. Lees psalm 101 maar. Overgezet naar onze tijd zouden we een eigen psalm kunnen schrijven:
Als wij zelf al vroeg leren er werk van te maken te haten op de goede manier en de dingen te haten die God haat, kunnen wij ook onze kinderen leren aan deze emotie een positieve invulling te geven. Dat vergt radicaliteit en als we onszelf herkennen in een situatie waarin we gekwetst worden of verleid, een duidelijk stappenplan om opnieuw de keuzes te maken die door het lezen hiervan weer duidelijk voor je worden.
Opvoeden tot de goede haat en de beste liefde
Het zal niet makkelijk zijn jezelf te confronteren met wat je tolereert, alhoewel je zo kunt aanwijzen in je eigen leven wat je haat, wat je onwenselijk vindt. Je krijgt namelijk wat je toelaat. Als jouw toelatingsniveau voor slechte woorden erg laag is, zullen veel mensen in je omgeving vloeken en slechte dingen zeggen. Als jouw toelatingsniveau voor roddel erg laag is, zul je veel roddelaars ontmoeten. Als jouw toelatingsniveau voor misbruik erg laag is, zul je te maken krijgen met mensen die misbruik van je maken. Dit is dus een lastige. Je moet eerst zelf echt leren haten, wat met recht gehaat moet worden. Vervolgens leren daar tegen op te komen om jezelf te beschermen. Bidden, nee zeggen, duidelijke grenzen aangeven zonder beschadigende reacties en gevolgen verbinden aan overschrijding van de grenzen. Dat kan zijn afzondering, zodra het gedrag plaatsvindt.
Nog moeilijker is het om je kinderen te begeleiden om stelling te nemen tegen de dingen in de wereld die hen schade toebrengt. Hoe breng je: “Ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen” in praktijk. Zelf doen is het beste voorbeeld. De basisingrediënten moeten bovenaan je haatlijst staan: oneerlijkheid, misbruik, onbeleefdheid, macht en onderdrukking en verder alles dat schade toebrengt aan de beste manier van liefhebben.
Van jongs af aan en spelenderwijs kun je je kinderen duidelijk maken dat grenzen echt belangrijk zijn. Met betrekking tot de zedelijke grenzen zijn er voor de basisschoolleeftijd goede boekjes, die je samen kunt lezen en bespreken (wat vind jij goed en wat vind je absoluut niet goed, hoe voelt het als….). Onder roddel versta ik alle vormen van kwaadsprekerij. Ook het op denigrerende manier spreken over leraren en medeleerlingen hoort daarbij. Maak onmiddellijk duidelijk dat je de manier van spreken niet wenselijk acht en vraag wat er werkelijk aan de hand is. Dan hoor je misschien: “Ik haat het dat die leraar niet naar mij wil luisteren” of “Ik haat het dat ze iedere keer mijn tas naar beneden gooien”. Wat gebeurt er dat er niet naar je kind geluisterd wordt? Wat zou hij of zij er zelf aan kunnen doen om de aandacht van de leraar te krijgen? Wat zou het kind kunnen doen om het pestgedrag te stoppen?
Maak je kind duidelijk dat kiezen wat je haat een heel serieuze aangelegenheid is. Waar werk je aan mee en wat wil je niet? Wat is het leven van je kind binnengedrongen dat er niet behoort te zijn? Zo wordt het immuunsysteem van jou en je kind steeds groter en sterker. We kunnen leren met onze haat ook onze liefde mee te brengen. Ondanks dat er van alles gebeurt in ons leven dat ons kan belemmeren of beschadigen, mogen we het respect voor andere mensen behouden en in het oprichten van grenzen meebrengen.
Angst, boosheid en verlies van zelfbeheersing laten het immuunsysteem niet groeien, maar breken het af. Respect, geduld, bereidheid tot praten, weten wat je wilt, vriendelijkheid en mildheid en toch niet toegeven, kunnen meegaan in de positie van het stelling nemen tegen de dingen die je niet wilt.
Doelgericht haten mondt uit in herstel en genezing.
Mensen die het goede haten in praktijk brengen, weten vaak wat hun doelen zijn. Ze werken hier door heen aan vaardigheden om anderen te kunnen helpen. Mensen die te maken hebben met verslaafde familieleden of vrienden, weten wat ik bedoel. Je houdt van de ander, maar je handelt keihard tegen de verslaving. Hierdoor ontdekt de andere mens wat jouw waarden zijn. Hij of zij kan gaan verlangen naar de grote vrijheid waar van uit je handelt en spreekt. Je biedt een authenticiteit die ze bij anderen niet tegenkomen. Dit biedt perspectieven voor herstel van de relatie en eliminatie van de verslaving. Je bent de spiegel voor de verslaafde om ook op een goede manier te gaan haten wat haar of zijn leven zo kapot maakt. Of het nu pesten, eten, geld, internet, drank, roken, drugs of wat dan ook is. Dat maakt niet uit.
No Apologies en een verbond met God.
Een van de verschijnselen in onze cultuur als gevolg van onze worsteling met onze eigen grenzen en die van onze kinderen is bijvoorbeeld internetverslaving en daaraan gekoppeld risicogedrag. In Nederland heeft de Christelijke Hulptelefoon voor kinderen een programma ontwikkeld. Dit programma is overgenomen en herschreven vanuit Amerika en wordt ook in verschillende andere landen gebruikt. Het wordt aan jongeren van 12 tot ongeveer 18 jaar aangeboden om hun een kans te bieden na te denken over hun leefstijl en gedrag. De naam van het programma: No Apologies (in het Nederlands vertaald: geen verontschuldigingen) geeft weer dat de kinderen tijdens het verwerken van de lessen nadenken over meer opties met betrekking tot hun eigen gedrag. Wat heb ik lief en wat haat ik en waarom? Opties die tot gevolg hebben dat zij geen verontschuldigingen hoeven te maken aan hun ouders, (toekomstige) partner en toekomstige kinderen. De tieners krijgen de gelegenheid een sterk karakter te ontwikkelen waarin zij de principes van God volgen. Zij zullen op een goede manier keuzes kunnen maken, overwegingen kunnen hebben, conflicten kunnen oplossen en relaties kunnen bouwen.
Wij, als ouders en onze kinderen, hebben het nodig om een verbond met God aan te gaan om Hem werkelijk te volgen. In het leven in dat verbond ervaar je de bevrijdende werking van echte liefde die grenzen en het goede haten omvat.
Frea Kroese