Mantra
(Sanskriet voor ‘spreuk’)
Bijbelse duiding en weerlegging
Hymnen en offerspreuken uit de vedageschriften, die later in hindoeïsme, boeddhisme en jaïnisme werden gebruikt als formule bij religieuze riten en magische handelingen. Mantra’s zijn toverspreuken of ‘aanroepen’ van een geest of godheid en de herhaling van de mantra (als dreunzang of chanting) roept dit wezen naar zich toe.
AUM (of OHM) geldt als de oermantra, als aanroep van de goden Brahma, Vishnu en Sjiva.
Een mantra is niet anders dan een ‘demonofoon’, de aanroep van een boze geest.
Wat ik (Paulus) wil zeggen, is dat de mensen die zo’n afgod een offer brengen, in feite een offer aan de boze geesten brengen en niet aan God. En ik wil niet dat u iets met de boze geesten te maken hebt,” 1 Cor. 10:20.