Hoe beschermen we onze kinderen? Christelijke gezinnen en de digitale media

In de wereld, maar niet van de wereld
Dat is de uitdaging waar wij als christen mee te maken hebben. De wereld waarin we leven is een mediasamenleving. Dus kunnen wij er niet aan ontkomen een standpunt in te nemen in de omgang met de moderne media. Als we het niet doen, dan worden we eenvoudig meegesleurd en bevinden wij (of onze kinderen) ons eens ergens waar we nooit hadden willen zijn. Als christenen moeten we niet eenvoudig met de stroom meegaan en al helemaal niet onze kinderen onbeschermd aan deze stroom overlaten. En als we al in het midden van deze stroom zitten? Dan moeten we het er niet bij laten, maar we moeten schuld belijden, dus bekeren en ons gebruik van de media, vooral ook het gebruik door onze kinderen daarvan, van de grond af aan opnieuw regelen. Dat is juist de bijzondere kans die we hebben als christenen: wij mogen met Gods hulp altijd fouten en tekortkomingen belijden en weer opnieuw beginnen, ook als de kennissen- of vriendenkring van onze kinderen misschien met onbegrip of zelfs afwijzend reageren.

Maar ons standpunt moet handen en voeten hebben. Christenen zijn mondige onderzoekers. Zij zijn niet “altijd dwarsliggers” die al het moderne veroordelen. Ze zijn ook geen meelopers, die zich door de schijnbaar onbegrensde mogelijkheden van internet, smartphone & co laten verblinden.

Het nevenstaande boekje dat ik geschreven heb, wijst eerst op een aantal standpunten die weliswaar wijd verbreid zijn (ook onder christenen), maar die gezinnen op den duur niet helpen, omdat ze evenmin een Bijbels fundament hebben. Wat is het standpunt van veel mensen ten opzichte van de digitale media?

Enthousiast?
In feite is de wereld binnen enkele jaren drastisch veranderd door de digitale technologie en de wereldwijde netwerken. We hebben toegang tot informatie- en communicatiebronnen die wat betreft kwantiteit, variëteit, snelheid en bereik alles overtreffen van wat eerder beschikbaar was. Zijn we echter ethisch gezien daarmee verder dan de Atheners in Handelingen, die “hun tijd aan niets anders besteedden dan om wat nieuws te zeggen en te horen” (Hand 17:21)? Wat dragen de digitale media bij aan onze geestelijke groei? Helpen ze ons bij het nakomen van Gods doelen voor ons leven? Leren we meer wijsheid, bezonnen nadenken, actieve naastenliefde, nederigheid, puurheid of geduld? Of worden we eerder gehinderd in deze deugden? Dan is enthousiasme ongepast.

Afwijzend?
Nee, natuurlijk willen we niet blind zijn voor de dingen die echt beter zijn geworden met behulp van moderne technologieën. Om een paar sleutelwoorden te noemen:

  • Computers nemen ons veel routinewerk uit handen.
  • Computers vergemakkelijken het opstellen en corrigeren van teksten en ook het verbreiden ervan.
  • Computers sturen machines met grotere precisie, zelfs gecompliceerde medische operaties. We mogen beslist veel zegen daarvan ontvangen.

En zelfs het actieve gebruik van de moderne media biedt ons als christenen nieuwe mogelijkheden. Via internet en moderne communicatiekanalen kunnen wij bijvoorbeeld het evangelie zenden naar landen die geen evangelieverkondiging en Bijbelverspreiding toestaan.

Pragmatisch?
Dat lijkt op het eerste gezicht de gouden middenweg te zijn. Media zijn slechts transportmiddelen. Het is blijkbaar alleen belangrijk wat men daar mee transporteert en wat men daardoor afneemt. Het komt dus op de inhoud aan. Van de media kunnen we altijd en overal gebruik maken om het ons makkelijker te maken. Deze schijnbaar “verstandige” benadering is echter een misvatting, want de media doen wat met ons, met onze hersenen en met onze persoonlijkheid en dat zelfs onafhankelijk van welke inhoud ze transporteren. Gemiddeld grijpt iedere Duitser meer dan 100 keer per dag zijn smartphone, onderbreekt daarvoor zijn werk en gedachten. Werkpauzes die vroeger voor nadenken of stille gebeden gebruikt werden, gaan steeds meer verloren, om in plaats daarvan de nieuwste WhatsApp nieuwtjes of dergelijke meldingen te gebruiken. Wereldse hersenonderzoekers, zoals prof. Manfred Spitzer, slaan al jaren alarm, maar veel christenen wiegen zich met hun pragmatische aanpak in bedrieglijke zekerheid.

Gelaten?
Veel ouders hebben wel een onprettig gevoel over wat hun kinderen allemaal met pc en smartphone doen, maar de druk van buiten is zo sterk dat men gelooft: “Het is wel erg, maar toch niet meer te veranderen. De pc wordt in-tussen voor school en beroep gebruikt, en zonder WhatsApp is men als buitenstaander van zijn vriendenkring, misschien zelfs van de jeugd van de gemeente geïsoleerd.” Nee, een houding van berusting en gelatenheid is een fatale fout! Op veel alledaagse terreinen is het belangrijk om onze kinderen en adolescenten te beschermen tegen gevaren (wegverkeer, waarschuwingen voor slecht weer of infectieziekten). Zouden wij ze dan zonder bescherming achterlaten in de jungle van digitale werelden? In plaats van een wig tussen generaties toe te laten (de jongeren leven in de mediawereld en de ouderen hebben er geen idee van wat ze daar doen), zouden we het mediathema moe-ten zien als een kans voor open gezinssamenhorigheid. Is het geen goed oefenveld om te leren hoe je Bijbelse principes kunt toepassen op actuele situaties in het leven?

Wettisch?
Zijn een paar regels de oplossing van het probleem? Typische voorbeelden: “Maximaal één uur internet per dag” of “Pas op zestienjarige leeftijd je eerste eigen smartphone.” Dat kunnen in individuele gevallen verstandige aanbevelingen zijn, maar zeker niet in het algemeen. Ze kunnen niet afgeleid worden van Bijbelse principes noch effectieve bescherming bieden! Zelfs in een uur kun je veel schadelijke dingen zien en zelfs met zestien jaar (dikwijls juist dan!) kan men nog erg kwetsbaar zijn voor negatieve invloeden. Waar ouders en leiders naar moeten streven, is dat kinderen zowel onderscheidingsvermogen als een geestelijke overtuiging hebben (zoals de jonge Daniël, die nam zich in zijn hart voor om zich niet te verontreinigen, zie Daniël 1: 8). We bereiken deze houding niet door wetticisme.

Vrijblijvendheid?
Omgekeerd betekent dit niet, dat je helemaal geen regels zou moeten geven. Veel opvoeders zijn van mening dat het voldoende is om jongeren voor te lichten over de gevaren van de media en het dan aan hun eigen verantwoordelijkheid over te laten. Als christenen weten we, dat de mens niet alleen rationeel handelt en daarom is voorlichting alleen niet een oplossing voor het probleem.

Veel raadgevers en voorlichtingsinstanties beperken zich tot waarschuwen tegen de “rode gebieden” van internet, dat wil zeggen, tegen schadelijke in-houd, tegen aanvallen van hackers, verslaving, oplichting en spionage van onze gegevens. Het zijn terechte waarschuwingen en het is goed om de gevaren te kennen en ertegen te waken, bijvoorbeeld door bescherming en filterprogramma’s.

Maar onze aandacht moet niet alleen gericht zijn op deze onmiddellijke gevaren, maar ook op de overvloed aan banaliteiten die worden geconsumeerd en uitgewisseld via de media. Denk aan de daaraan verspilde levenstijd en onderschat niet de impact op onze persoonlijkheid, vooral op kinderen. Hersenonderzoekers hebben vastgesteld: kinderen worden bij mediagebruik meestal onbeschermd overgeleverd. Ze wijzen op: ongewenste prikkels, emotioneel opwindende beelden en dubieuze aanbiedingen. Dit heeft een wezenlijke invloed op de ontwikkeling van het menselijk brein. Hersenontwikkeling is gerelateerd aan gedrag, denken, voelen en geheugen. Als kinderen en tieners dagelijks urenlang voor hun schermen doorbrengen, verandert hun perceptie, hun gevoel voor ruimte en tijd, hun emotionele wereld en het vermogen om hun weg te vinden in het echte leven.

De cruciale vraag waar het van afhangt, wat de media met ons en onze kin-deren doen, is niet hoeveel minuten per dag we met ze omgaan (dat hangt van veel factoren af, zoals ons beroep of de vereisten van de betreffende school). Nee, de cruciale vraag is welke innerlijke houding we tegenover de media hebben. Wat zijn ze voor ons of voor onze kinderen? Voor veel jonge mensen van tegenwoordig zijn hun personal computers en vooral hun mobiele apparaten statussymbolen, prestigeobjecten en de populaire gaming- en communicatieapparatuur. Juist deze houding moet worden aangepakt! Wat we nodig hebben om veilig te blijven voor het verkeerde denken van deze wereld is een kritische afstand. Computers en mobieltjes zijn niets anders dan werkgereedschappen of alledaagse voorwerpen. Als we dat geloof-waardig kunnen overbrengen (en dat kan alleen als we het als volwassenen voorleven!), dan lukt het om als een christelijk gezin een goede weg te vinden door de mediajungle.

De meest effectieve bescherming, vooral binnen een christelijk gezin, is daar-om het principe dat pc en mobieltje (indien mogelijk geen smartphone!) geen privé- apparaten, maar gezinsapparaten zullen zijn en dat het gebruik zo mogelijk onder de ogen van andere gezinsleden zal plaatsvinden. Een groot gevaar van smartphones en sociale netwerken is namelijk het feit dat onze tieners een groot deel van hun tijd in een parallelle wereld doorbrengen. Het is een wereld waar volwassenen geen toegang tot hebben: een wereld waarin niet alleen een heel eigen taal wordt gesproken, maar waar eigen regels en waarden van toepassing zijn. Deze waarden worden meestal niet beoordeeld aan de hand van Bijbelse maatstaven en er zijn geen ouders, leraren of jeugd-leiders die het in de gaten kunnen houden en waar nodig corrigerende maat-regelen kunnen nemen. Niet zelden wordt in deze wereld gepest, gelasterd, roekeloos geflirt of op zijn best slechts “gechilld” (= jeugdtaal voor niets doen) en urenlang onzinnigheden uitgewisseld. In deze wereld wordt het denken en oordelen van veel jonge mensen gevormd, maar meestal niet volgens Bijbelse criteria. Wijsheid, heiligheid, reinheid, respect voor gezag, nederigheid, kuisheid en veel andere Bijbelse waarden worden in deze parallelle wereld niet geleerd.

En dit is toch Gods doel voor onze dagelijkse routine: communicatie hoort binnen het gezin plaats te vinden en deze communicatie zal moeten dienen om Bijbels denken en handelen te leren: “Deze woorden, die ik u heden ge-bied, moeten in uw hart zijn. U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u op-staat” (Deuteronomium 6: 6-7).

De uitvoering van de voorgestelde praktijken zal beslist enige strijd kosten. Laten we alert zijn en bidden dat we niet tegen elkaar strijden in de gezinnen (kinderen versus ouders) – daarin zou de vijand zegevieren – maar dat we samen vechten tegen de overweldigende tijdgeest, tegen alle groepsdruk en alle verleiding, tegen de poging van de duivel om een wig tussen families te drijven, om de jongeren van de ouderen te scheiden en ze in plaats daarvan te trekken in een parallelle wereld. Gezinnen zijn een schepping van God, bedacht als een zegen, waar kinderen opgroeien en voor hun verdere leven geleid en gevormd worden. Sociale netwerken daarentegen zijn de uitvinding van machtige bedrijven, waarvan het hoofddoel is zoveel mogelijk gegevens van mensen te verzamelen om die voor hun eigen doeleinden te gebruiken en er veel geld mee te verdienen.

We moeten ons ervan bewust zijn dat we in een geestelijke strijd gewikkeld zijn. Gepoogd wordt ons denken en ons oordeel te verzwakken en, zo mogelijk, aan te passen aan de tijdsgeest. Het is een kwestie van stand-houden en onze kinderen sterk maken. Moge onze hemelse Vader ons daarbij helpen!

Axel Volk
vertaling dr. Wim Hoek
Axel Volk is de auteur van Wie schützen wir unsere Kinder? Uitg. Daniel Verlag ISBN 978-3-945515-08-2