Inspelen op veranderingen in het onderwijs

Wat is je houding t.o.v de veranderingen in het onderwijs op de school van je kind(eren)?

Inspelen op veranderingen in het onderwijs


Meestal lopen de scholen (besturen en schoolteams) daarbij voorop. Als regel vallen die veranderingen in twee groepen uiteen:
* urgente veranderingen, die te maken hebben met vorm en procedure en
* wezenlijke veranderingen, die te maken hebben met inhoud en identiteit.

Iedere school reageert zo goed mogelijk op urgente veranderingen, want hiermee is het voortbestaan van de school gemoeid. Vaak kost dit bijna alle tijd die de school beschikbaar heeft om aan vernieuwing te besteden. Het gevolg is dat er nauwelijks tijd overblijft om aandacht te besteden aan veranderingen die het wezen van de school bepalen. Dan wordt de prioriteit bepaald door de vraag: Is de continuïteit van de school ermee gediend? Is dat niet het geval, dan wordt het naar het tweede plan verschoven.

Het inspelen erop kost veel tijd en geld en moet in de vrije uren gebeuren. Liefst ook nog budget-neutraal, een mooi woord voor: het mag niets extra kosten. Toch zijn die veranderingen boeiend en is iedereen van de noodzaak overtuigd, zodat de tijd en het geld er toch komen. Niemand wil immers de vooruitgang tegenhouden en die vooruitgang begint bij de (jonge) mens, dus bij het onderwijs!
Daardoor is er vaak niet eens tijd om na te denken over de wezenlijke veranderingen. Hieronder staat een handreiking om christenen te helpen inspelen op veranderingen. Het is een aanzet.


Wat voor veranderingen bepalen de (christelijke) identiteit van de school?
Vanuit onze contacten met ouders constateren wij een aantal ingrijpende veranderingen die van alle kanten op ons afkomen. Die veranderingen maken, dat veel zaken die vroeger vanzelfsprekend waren, dit voor velen niet meer zijn. Of dat allerlei zaken de school binnenkomen, die het karakter ervan ten diepste aantasten. Sommigen zien die veranderingen als een bedreiging. Dat hoeft niet zo te zijn. Alles was vroeger niet ideaal. Zie de veranderingen als een uitdaging, zodat je op een creatieve manier erop in kan spelen.

Mens- en wereldbeeld
Bij velen is het bestaande mens- en wereldbeeld de afgelopen jaren ingrijpend gewijzigd. Daarbij ruimt het seculaire, materialistische denken het veld voor het nieuwe postmoderne denken. Ineens is het weer ‘in’ om te spreken over de religieuze dimensie, het spirituele en heeft men oog voor het goddelijke in de natuur. De andere religies zijn niet meer iets van verre continenten, maar op veel scholen ontmoeten we kinderen van die religies in onze klas. Hoe spelen wij daarop in, met andere woorden: hoe bereiden we al die leerlingen voor op de eenentwintigste eeuw?

Omgaan met de Bijbel, eerbied voor God
Vroeger had ‘Bijbelse geschiedenis’ en ‘godsdienstonderwijs’ een nogal geïsoleerde plaats. Tegenwoordig is dat veel minder het geval en wordt ‘godsdienstonderwijs’ een erkend vak, waarvan de cijfers meetellen bij de toetsen. Vaak wordt hiervan ook de naam veranderd, bijvoorbeeld in levensbeschouwelijke vorming, of in wereldreligies of levende godsdiensten. Kun je in deze tijd nog wel belangstelling vinden voor onderwijs dat van de Bijbel uitgaat? Hoe geven wij lessen uit de Bijbel, als een groot deel van de leerlingen niet meer uit christelijke milieus komt? In de praktijk blijkt dat de leerlingen van nu meer belangstelling hebben voor geestelijke of ‘spirituele’ zaken dan vijf of tien jaar geleden.
Opvoeding met of zonder vaste waarden en normen
Wij leven in een tijd die grote moeite heeft met vaststaande waarden en normen, die voor alle mensen zouden gelden. Vroeger dachten de mensen daar al verschillend over en dat leidde tot verschillende schooltypen:
* scholen die uitgingen van de Bijbel, al of niet verbonden aan een bepaalde kerk,
* scholen die uitgingen van humanistische waarden zoals menselijke waardigheid en tolerantie,
* scholen die zich baseerden op spirituele idealen zoals de Vrije scholen, enz.

Veel jongeren zijn hun oriëntatie in het leven kwijtgeraakt. Steeds meer wordt gevraagd naar waarden en normen. In het leskatern ‘Ieder mens waardevol?!’ (zie webshop) worden Bijbelse maatstaven aangereikt.
De multiculturele school
De multiculturele school is een school waarin ruimte is voor kinderen afkomstig uit diverse culturen en waar die kinderen ook worden voorbereid om burgers te zijn in een multiculturele samenleving. In de praktijk blijkt dat scholen dat heel verschillend invullen, bijvoorbeeld door het samen vieren van elkaars feesten. Daarbij wordt vaak niet uit elkaar gehouden waar het gaat om culturele zaken en waar het gaat om religieuze handelingen. Aan het eerste kunnen we gewoon deelnemen, maar aan het tweede niet, want dan zouden wij afbreuk doen aan ons eigen belijden en het respect voor de religie van anderen.

Een christelijke school is een school die ruimte aan leerlingen uit allerlei culturen biedt. Net als in de Handelingen der apostelen kan het christelijke zich op allerlei manieren uiten, maar daarin is geen ruimte voor rituele handelingen waarmee andere geesten of goden worden geëerd of aangeroepen.
Ecologie in de ban van ‘moeder Gaia’
De laatste jaren is er een algehele reactie op het welvaartsdenken waar te nemen. Men heeft ingezien, dat er grenzen zijn aan de groei en dit heeft geleid tot een ecologisch bewustzijn, dat nog lang niet genoeg tot iedereen is doorgedrongen. Terecht wordt op de scholen grote aandacht besteed aan natuur- en milieuonderwijs.
In de praktijk slaat dit vaak naar het andere uiterste door. Veel projecten over natuur en milieu gaan uit van de zgn. diepte-ecologie, die de aarde als een levend organisme beschouwt waarmee de mens op mystieke wijze is verbonden. Dit leidt tot projecten met allerlei vormen van primitieve natuurreligies, zoals het communiceren met bomen met behulp van praatstokjes of het aanroepen van ‘Gaia’ als de moedergodin aarde.

Natuur- en milieuonderwijs behoort uit te gaan van het Bijbelse begrip ‘verantwoord rentmeesterschap’. Bij het voortgezet onderwijs kan dit begrip een onderdeel zijn van het vak economie, waarbij leerlingen leren rekenen met de zgn. eco-factor.
Het occulte is dichtbij
Eén van de karakteristieken van het nieuwe denken is het opnemen van het esoterische (naar binnen gerichte) denken in de samenleving. Het lijkt er wel eens op alsof de wereld terugkeert naar de periode van vóór de kerstening. Deze `Wiederverzauberung der Welt’ komt tot uiting in een vloed van mystieke en magische lectuur. Zo gaat bijna een derde van de kinderboeken over occulte thema’s op een wijze die de kinderen hier eerder voor uitnodigt dan er tegen waarschuwt. Denk aan de thema’s van de kinderboekenweek, zoals ‘In ’t holst van de nacht’ of ‘Heksenketel’. Ook methoden maken zich hieraan schuldig.

De deelsite ‘Occult en Licht’ geeft informatie over diverse occulte verschijnselen.
Moderne leermethoden
Door allerlei oorzaken, waaronder bovengenoemde, hebben veel kinderen op school gedrags- en concentratiemoeilijkheden. In toenemende mate komt dit tot uiting in pesten en ook in faalangst of examenvrees.
In veel gevallen tracht men deze kwalen te bestrijden met behulp van animistische of spiritistische technieken, zoals kinderyoga of ‘een reis naar binnen’. Daarbij leert het kind om zijn eigen geleidegeest op te roepen, wat soms leidt tot nieuwe kwalen zoals `stemmen in je hoofd’. Er is zelfs een hele nieuwe pedagogiek ontstaan: de spirituele pedagogiek, waarbij het kind de toegang krijgt tot de ‘onbeperkte bronnen van het kosmisch onbewuste’.

Omdat NLP (= Neuro-linguïstisch programmeren)  op de moderne methoden invloed heeft,  is van prof. dr. R. Franzke, hoogleraar pedagogiek in Hannover, een brochure over dit fenomeen vertaald (zie webshop).

Seksuele voorlichting
Voorlichting over seksualiteit op de scholen is geen vraag meer maar een feit. In de oude spelling was sexualiteit een geschenk van God in het huwelijk, met de nieuwe spelling isseksualiteit voor de meesten een produkt waarover je kunt beschikken, mits het maar ‘veilig’ wordt gedaan. Deze verandering komt vooral tot uiting in de moderne literatuur en voorts in het vakgebied ‘Gezond gedrag’ op de basisschool en het nieuwe vak ‘Verzorging’ bij het voortgezet onderwijs.

Alternatieven zijn de methode ‘Genoeg is meer dan veel’ voor het basisonderwijs en het boek ‘Zorg nou zelf’ voor het voortgezet onderwijs.

Evolutionisme verplicht?
In een tijd waarin veel wetenschappers zich afkeren van de evolutietheorie, wordt de kennis ervan voor het voortgezet onderwijs verplicht gesteld! Hiermee worden leerlingen voorbereid op de wereld van gisteren, in plaats van hen toe te rusten voor de wereld van morgen!

Ga uit van beide richtingen: evolutionisme (dat leert dat al het waarneembare ‘vanzelf’ is ontstaan) en creationisme (dat uitgaat van een intelligentie buiten het systeem van het waarneembare). Zie de deelsite ‘Evolutie? Nee!’

Maatregelen van de overheid
De fusiegolf heeft zowel het voortgezet als het basisonderwijs overspoeld. Daardoor werden veel scholen gedwongen tot het samengaan met scholen van een andere identiteit, zodat leerkrachten van de ene school ook op de andere aangesloten scholen konden lesgeven. De overheid erkende, dat deze fusies consequenties hadden op de identiteit van de scholen en wilde dat tot uitdrukking brengen in de zgn. schoolgids.

In  ‘Identiteit van de schoolgids’ worden wegen gegeven om binnen het kader van de wettelijke bepalingen toch de identiteit van de eigen school zo duidelijk mogelijk te profileren. Hierbij gaat het onder meer om vragen als ‘ Wat is nu eigenlijk christelijk onderwijs?’ en ‘Hoe gaan we op school met de Bijbel om?’
De Bijbel leert ons geen religie, maar biedt ons een relatie
Juist in deze tijd is wel bijzonder actueel dat christelijke scholen als vanouds ‘Scholen met de Bijbel’ zijn. Van groot belang is het omgaan met de Bijbel als het Woord van God zoals in de reformatie wordt beleden. Haar ‘Sola Scriptura’ drukt uit, dat er geen andere macht naast of boven de Bijbel staat: geen traditie, geen filosofie, geen natuurwetenschap of psychologie. Een tweede uitgangspunt van de reformatie is het besef dat de Bijbel zichzelf uitlegt, waarvan ook alle bijbelvertalers zijn uitgegaan.
Even actueel is de vraag van Jezus Christus aan zijn discipelen: “Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?” (Mattheüs 16:15) Veel mensen in onze tijd vinden de Here Jezus een groot profeet (“de grootste behalve Mohammed”), of een groot en inspirerend voorbeeld. Maar wat de mensen –en dus ook de kinderen– nodig hebben is geen verheven doel of innerlijke verlichting, maar verzoening met God. Het christendom is immers geen religie, maar een relatie die God ons aanreikt.