Omgaan met polariteiten

Een essentieel onderdeel van de pedagogiek van prof. dr. Alfred Stückelberger is het leren omgaan met polariteiten: opvoeding tot zelfstandigheid in verantwoordelijkheid.

Tot één van de grote pedagogen uit de twintigste eeuw behoorde ongetwijfeld dr. Alfred Stückelberger uit Bazel (1899-1993). Er zijn maar weinig anderen die zestig jaar voor de klas hebben mogen staan, van onderwijzer op de lagere school tot professor in de pedagogiek. Samen met dr. Jan Waterink richtte hij een Europees samenwerkingsverband op.

In 1992 maakten wij persoonlijk kennis met de heer Stückelberger. Mede op zijn advies zijn wij begonnen met het schrijven van een eigentijdse, op de Bijbel gefundeerde, pedagogiek. Een samenvatting hiervan vindt u in de gelijknamige brochure (28 pag.), met als hoofdindeling:

I. Fundamenten van een Bijbels-gefundeerde pedagogiek

II. Bouwen aan een Bijbels-gefundeerde pedagogiek

III. Werken vanuit een Bijbels-gefundeerde pedagogiek.

Uit deze studie nemen we één (aangepaste) sectie over.

In de geschriften van dr. A. Stückelberger wordt pedagogiek gekenschetst als een terrein vol polaire begrippen en krachten (tegenstellingen die elkaar aantrekken en afstoten). Als voorbeeld noemt hij de gang van een kat in een weide. Sluipend gaat de kat zijn gang en alles blijft zoals het is totdat . . . de kat in de buurt komt van een muizenhol: dan beginnen al zijn zinnen te sidderen, zijn haren gaan overeind staan, hij heft zijn voorpoot en spant alle spieren tot de muis is gegrepen en in de bek van de kat wordt weggevoerd. In de polariteit tussen kat en muis staan beide op gespannen voet met elkaar, maar in de ontmoeting wordt deze functie opgelost.

Het menselijk leven is te vergelijken met een ‘weide’ vol polariteiten (tegenpolen) en de ontmoeting waarin deze polariteiten worden ‘opgelost’. De polariteiten roepen gedachten op en leiden tot handelingen om daarmee de polaire spanning te ontladen. Voorbeeld. Een vader komt thuis en ziet dat zijn kleine jongen stiekem een sigaret rookt. In deze ontmoeting kan de jongen deze sigaret verbergen, of hij kan zijn vader ermee uitdagen. De vader kan doen alsof hij niets ziet, of hij kan zijn zoon hierover onderhouden. Er zijn dus verschillende mogelijkheden (aan beide kanten), maar altijd wordt de spanning der polariteiten in de ‘ontmoeting’ gebroken.

Pedagogiek is niet los te denken van het menselijk leven. Daarbij gaat het niet alleen om polariteiten tussen personen, maar ook en vooral tussen zaken. Voorbeelden.

  • Wij gunnen ieder mens graag zijn vrijheid, maar daarbij mag hij mij niet hinderen.
  • Wij streven samen naar eenheid, maar die mag niet ten koste gaan van de waarheid.
  • Wij wensen niet te discrimineren, maar: “slechte omgang bederft goede zeden,” 1 Cor. 15:33.

Het hele leven, ook het christen-leven, bestaat uit ‘polaire waarden’ die ons uitdagen ermee om te gaan, bijvoorbeeld zoals akkoorden in de muziek worden ‘opgelost’.
Zonder polariteit, aldus Stückelberger, is geen pedagogiek mogelijk, want deze vormt nu juist de grondslag en doel van de opvoeding. Wanneer men ‘het leven’ beschouwt als de kunst om aan polariteiten gestalte te geven, kan men de pedagogiek kenmerken als “de kunst om op verantwoorde wijze aan polariteiten gestalte te geven.” Hiermee wordt dus altijd een waarde-oordeel gegeven, ook al wordt dit door onze (post)moderne pedagogen ontkend. Polariteit roept dus om ontlading en daar waar deze zinvol geschiedt, ervaren wij dit als zinvolle opvoeding. Leven in een spanningsvolle ontmoeting is slechts mogelijk in het zicht van de mogelijke ont-spanning, die altijd een functie van de polariteit dient te zijn.

Goede pedagogiek verstaat de kunst om de polariteit vruchtbaar te maken. Hier ligt een duidelijk verschilpunt tussen pedagogiek die zich normeert aan de Schrift en de vele vormen van ideologische pedagogiek die zich allen richten naar de ‘wereld-elementen’ van de tijdgeest. Zo’n tijdgebonden pedagogiek stelt zich op als de ‘uitvoerende macht van een levensbeschouwing en deze tijdgeest-pedagogiek is altijd eenzijdig en legt de nadruk op bepaalde waarden, zonder deze in polair verband te brengen met andere waarden. Dit euvel kleeft zowel aan extreem-rechts (t.a.v. het vreemdelingenbeleid) als aan groen-links (t.a.v. het milieubeleid).

Christelijke opvoeding kent één uitgangspunt en twee grondwaarden.
Het uitgangspunt is: de vreze des Heren, dat wil zeggen: rekening houden met datgene wat God aangaande Zichzelf heeft geopenbaard. Dit is dus: ‘opvoeden naar Gods Woord’, pedagogiek genormeerd aan de Heilige Schrift.
De twee grondwaarden zijn: kennis en wijsheid.

‘Kennis’ vinden wij uiteraard in de natuurlijke en cultuurlijke omgeving, waarin mensen opvoeden en opgevoed worden. Maar in de eerste plaats is deze ‘kennis’ te vinden in de Bijbel, met name in de Torah-boeken (Genesis tot Deuteronomium) en de leergeschriften (brieven der apostelen).
Het grootste goed en het hoogste doel is om God te kennen, en daarmee ook de mens zoals God hem heeft bedoeld. Daaruit volgen alle wezenlijke ‘polen’ van menselijk handelen, zoals wij hierboven zagen. Deze worden hiermee volledig en evenwichtig in kaart gebracht.

‘Wijsheid’ is het vermogen om in iedere situatie te komen tot een verantwoorde afweging en keuze van polariteiten. Deze wijsheid is (ten dele) te leren uit ervaring, en daaronder is stellig ook te rekenen met ‘de les der geschiedenis’ (daarom is geschiedenis-arm onderwijs ook wijsheid-arm onderwijs). Maar in de eerste plaats is zij te vinden in de Bijbelboeken, met name de ‘wijsheids-literatuur’ zoals de Psalmen en Spreuken, Jakobus, voorts de Profeten en vooral ook de Evangeliën. Wijsheid in bijbelse zin is hét kenmerk van christelijke opvoeding: het is het vermogen om juiste keuzes te maken en zijn leven voor God te verantwoorden. Wijsheid is geen menselijke kwaliteit die men kan verwerven, maar een genade-gave die God schenkt aan wie daarom vragen (Jakobus 1:8).

Stückelberger somt een aantal van deze polariteiten op, die telkens weer roepen om een juiste, d.w.z. verantwoorde keuze, in een ‘ontspannende ontlading’. Wij nemen er een aantal van over en voegen enkele andere toe die nu erg actueel zijn.

  • ieders eigenwaarde versus Gods waarden, 2 Tim. 4:2
  •  liefde en begrip versus kastijden en tucht, 2 Tim. 1:7
  •  in stilte zwijgen versus zeggen waar het op staat, Amos 5:13
  •  mondige vrijheid versus preventieve regels, Gal. 5:1
  •  straf en sanctie versus vergeving en kwijtschelding, Luc. 1:77
  •  meedoen met anderen (solidair) versus alleen durven staan (solitair), 2 Tim. 2:22
  •  je volledig ontplooien versus het eeuwige leven grijpen, 1 Tim. 6:11
  • de begeerten der wereld volgen versus rein van hart zijn om ‘God te zien’.

Het is de levenstaak van iedere opvoeder om op verantwoorde wijze om te gaan met de polariteiten van het leven. Blijkens de Schrift kan dat alleen vanuit het rekenen met “alles wat uit de mond des HEREN uitgaat”, Deut. 8:3. Doen wij dat niet, dan vliegt de wijsheid het raam uit en moeten de opvoeders zich behelpen met hun eigen-wijsheid (die botst met de inzichten van hun kinderen/leerlingen).

Als waarschuwing tegen eenzijdig omgaan met polariteiten citeren wij Dietrich Bonhoeffer: “Gehoorzaamheid zonder vrijheid is slavernij; vrijheid zonder gehoorzaamheid is willekeur. De gehoorzaamheid bindt de vrijheid, de vrijheid adelt de gehoorzaamheid.”
Dat was heel belangrijk in een tijd van ‘Befehl ist Befehl’. Maar ook nu,in een tijd van spirituele wijsheid, zijn deze woorden van Bonhoeffer actueel!

 

drs. R.H. Matzken