ORGAANTRANSPLANTATIE – Mag alles wat kan?

Valt er een grens te trekken bij transplantatie? Wat kun je in de Bijbel over ons lichaam lezen?

1. Inleiding: Hoe bepaalt een christen zijn standpunt?

Het standpunt van een christen wordt bepaald door de Bijbel. Sommige richtlijnen staan daarin heel direct als geboden of verboden, voor andere aspecten van het leven is meer kennis van Gods Woord nodig.

Zo merken we in de Bijbel verschil op tussen

  •  Gods geboden houden (ze opvolgen), en
  •  Zijn Woord bewaren (acht slaan op dat Woord).

De gevolgen voor het kind van God zijn ook verschillend:

Wie Mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren  (Joh. 14:2 1).

Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen  (Joh. 14:23).

Als we Gods Woord bewaren, komt er een heel nauwe relatie met de Vader en de Zoon: Ze komen bij ons wonen! Dit onderscheid kan geïllustreerd worden aan de hand van een voorbeeld van een kind met aardse ouders. Het maakt verschil uit of een kind een opdracht (gebod) van de ouders opvolgt, of dat het kind goed let op wat de ouders zeggen en hen dan op hun verjaardag iets geeft wat ze op prijs stellen. Zo zal ook een gelovige bij het bepalen van zijn standpunt niet alleen letten op duidelijke geboden of verboden in de Bijbel, maar vooral ook trachten na te speuren waar Gods verlangen naar uit gaat.

2. Organen geven: een geoorloofde liefdedaad?

Organen en weefsels zijn slechts bruikbaar, als er nog leven in is. Voor grote organen houdt dit in, dat de bloedsomloop en voor weefsels dat de stofwisseling, nog intact moet zijn. Welk medisch doodscriterium men ook kiest, men kan niet afwachten tot alle leven weggevloeid is, omdat dan voor bepaalde delen de ontbinding reeds ingezet is. Om aan geschikte organen te kunnen komen, zal men deze dus moeten halen uit een lichaam dat, ofwel nog in zijn geheel, ofwel wat betreft de organen nog levend is. Voor vitale organen houdt dit in, dat wegnemen de dood ten gevolge heeft. Denk dan eens aan:

  • Gij zult niet doodslaan. (Ex 20:13)
  • En voorwaar, Ik zal uw bloed, het bloed uwer zielen eisen; van de hand van alle gedierte zal Ik het eisen, ook van de hand des mensen, van de hand eens iegelijken zijns broeders zal Ik de ziel des mensen eisen. Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door de mens vergoten worden; want God heeft de mens naar Zijn beeld gemaakt (Gen 9:5, SV).

Eenvoudig in te zien is dat: ‘uw bloed eisen’ (= het verbod op zelfdoding), en ‘van de hand van de mens’ het verbod op moord doodslag inhoudt.

De toevoeging ‘uit de hand van iemands broeder’ vergt wat meer nadenken. Deze woorden belichamen het doden door een broeder, dat wil zeggen door iemand die je genegen is. Tegenwoordig zal men zeggen: euthanasie (= goede dood) uit liefde of medelijden, of verwijderen van levende organen uit een stervende om een ander te helpen.

3. Het dode lichaam is geen afval.

Toen stierf Mozes, de knecht des Heren aldaar in het land Moab, volgens des Heren woord. En Hij begroef hem in een dal in het land Moab (Deut 34:5,6).

God zelf(!) begroef Mozes en een kind van God wil en zal op zijn Vader gaan lijken.

Maar Michaël, de aartsengel, durfde toen hij met de duivel in twist gewikkeld was over het lichaam van Mozes… (Judas: 9).

Zonder diep in te gaan op deze moeilijke tekst kan wel het volgende geconcludeerd worden: er woedt in de geestelijke wereld een strijd om het lichaam. Het hoeft ons als gelovige dan ook niet te verbazen, dat er verwarring heerst over het juiste handelen met onze organen na onze dood. De vele tegenstrijdige meningen, ook onder gelovigen, vinden hun oorsprong in de strijd in de geestelijke wereld.

4. De minachting voor het lichaam komt van satan.

Zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens………….

Daarom heeft God hen in hun hartstochten overgegeven aan onreinheid, zodat bij hen het lichaam onteerd wordt (Rom 1:23, 24).

De boze krijgt van God toestemming het lichaam te onteren bij mensen die menselijk over God gaan denken en hun eigen inzicht volgen.

5. Ons lichaam is een tempel.

Weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam (1 Kor 6:19,20).

In de Bijbel is het lichaam niet slechts een omhulsel van de ziel, waarmee men naar believen kan handelen. God is Schepper van de hele mens. En die mens bestaat uit geest, ziel en lichaam. Het lichaam is geen bijkomstigheid, maar het is een “tempel van de Heilige Geest”. Door ongelimiteerde transplantatie wordt slechts de mens geëerd.

6. Wij zijn rentmeesters van ons lichaam.

Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? (1 Kor 6:15).

Bij punt 5 is zojuist gesteld, dat het lichaam niet een waardeloos omhulsel is, waar we mee kunnen doen wat we willen. Integendeel, het is een onderdeel van het lichaam van Christus. Door transplantatie stellen we onze leden ter beschikking van anderen.

En Hij de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Heere Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn (1 Thess 5:23).

Ook over ons lichaam zullen we verantwoording af moeten leggen. De ziel van een mens, (zijn persoon met gevoel, wil en verstand), is via het lichaam in contact met de stoffelijke wereld om zich heen en via de geest in contact met de onzichtbare wereld. Bij de komst van de Heere Jezus gaat het om de hele mens. Vanuit die gedachte zal men als gelovige handelen met zijn lichaam wat betreft bijvoorbeeld  het aan de vernietiging prijsgeven bij crematie of het aan de sloop overgeven bij orgaandonorschap.

7. De grens voor transplantatie

De ziel die zondigt, die zal sterven (Ezech 18:4).

Een dode kan niet meer beslissen. De beslissing over organen van een dode wordt genomen door een levende. De levende wordt aansprakelijk gesteld en ter verantwoording geroepen. Iemand die tijdens zijn leven een beslissing neemt voor het handelen met zijn lichaam na de dood, zal dat Bijbels moeten verantwoorden.

Op grond van het bovenstaande lijkt wat betreft transplantatie de grens te liggen bij het in leven zijn van de donor. Alleen die organen mogen getransplanteerd worden die een levend persoon bewust en vrijwillig kan afstaan en daarbij normaal kan doorleven. Na het sterven van de donor kan en mag niet meer beslist worden over zijn organen.

8. De consequenties

Het trekken van deze grens heeft voor een gelovige uiteraard de consequentie dat men ook zelf geen organen van een dode zal accepteren.

Door deze grens te trekken voorkomt men de dilemma’s die kunnen rijzen bij het accepteren van organen van geaborteerde foetussen of organen van personen die voor dat doel gedood zijn.  Dit gebeurt inmiddels wereldwijd en in de illegale orgaanhandel gaat het om veel geld.

Door deze grens te trekken vermijdt men ook de morele belasting van de nabestaanden, die optreedt bij het dood verklaren van een patiënt. Want als het moment aangebroken is dat een orgaan uit het lichaam van de donor genomen zal worden, moet men op grond van het ontbreken van hersensignalen besluiten dat de patiënt gestorven is en chirurgisch gaan ingrijpen.

Dr. W.Hoek

 

Naar aanleiding van het artikel over orgaandonatie nog enkele citaten en overwegingen.

  • Het ware christendom bestaat uit twee dingen: overgave en je verstand gebruiken (Pascal).
  • Voorkom verwarring bij discussie, onderscheid de argumenten: ethische, medische, maatschappelijke, politieke en Bijbelse.
  • De visie die men heeft wordt bepaald door het standpunt dat men bewust of onbewust heeft.

  •  Oordeelt met een rechtvaardig oordeel (Joh 7:24). Tenzij iemand geestelijk van boven af geboren is, kan men de geestelijke dimensie niet onderscheiden (Joh 3:3).
  • Let op de ontwikkeling: in vitro fertilisatie, abortus, embryo-manipulatie, euthanasie, orgaantransplantatie, genetische modificatie, synthetische mens………. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn (Gen. 11:6).
  • Wanneer men vruchtbare kritiek aan iemand wil geven, moet men eerst uitzoeken, van welke kant diegene de dingen ziet. Deze kant is waar en men moet hem daarin gelijk geven, maar vervolgens ook laten zien, waarin hij fout is (Blaise Pascal).