Schrijven op maat – beoordeling en reactie

De nieuwe schrijfmethode methode voor speciaal onderwijs ‘Schrijven op maat’heeft didactische voordelen, maar is levensbeschouwelijk niet neutraal en voorts strijdig met elementaire pedagogische uitgangspunten. Op onze beoordeling kwam een kritische reactie.

B&O magazine, feb. en april 2003, door drs. R.H. Matzken
Ouders van een kind dat een ZMLK-school bezoekt, benaderden ons over ‘Schrijven op maat’, een nieuwe schrijfmethode voor het speciaal onderwijs. Zij hadden deze methode uitvoerig bekeken en sloten hun eigen analyse ervan bij met het verzoek of wij hierover meer weten en eventueel zelf deze methode willen onderzoeken. Met name vroegen zij ons om verdere informatie t.o.v. de grens tussen wetenschappelijk onderbouwde oefeningen voor de hersenen en het overschrijden van deze grens in de vorm van pendelen/wichelarij.

Onder de indruk van de analyse die deze ouders als lid van de identiteitscommissie hadden gemaakt en de gevaren zij daarbij signaleerden, gingen wij zelf op onderzoek uit. In december 2002 bezochten wij de school die overweegt deze methode in te voeren. Na kennismaking met de directeur verdiepten wij ons in ‘Schrijven op maat’, geschreven en uitgegeven door mevr. M.A.J. Ruytenberg-Wegbrands te Usquert, Wadwerderweg 3, 9988 ST, tel. 0595-424471. Daarvan namen wij achtereenvolgens door:
* Handleiding theorie, met audio cd
* Basisprogramma cijfers + schrijfpatronen
* Verbonden letters, incl. cd rom en Blokletters, incl. cd rom.

Dit eerste onderzoek leidde tot de volgende voorlopige conclusies:

1.  De methode ‘Schrijven op maat’ staat weliswaar op zichzelf, maar toont een duidelijke gelijkenis met de methode ‘Schrijfdans’

2. De methode ‘Schrijven op maat’ voldoet in didactisch opzicht aan de hoge eisen van het speciaal onderwijs voor lichamelijk en psychisch gehandicapte kinderen

3.  De methode ‘Schrijven op maat’ is levensbeschouwelijk niet neutraal en is daarmee strijdig met elementaire pedagogische uitgangspunten.

Evenals de ouders al hadden gesteld, hebben wij onderscheid gemaakt tussen diverse occulte voorbeelden, zoals het aanleren van de begrippen ‘recht’ en ‘krom’ aan de hand van de bezems van ‘Hekselien Lodewien’, astrale reizen met de ‘sterrenfee’, griezelen en uitbarsten met de vulkaan, en tot rust komen in ‘de zee van inspiratie’. Daarbij was de directeur nog in eerste instantie geneigd zich af te vragen:
“Is het mogelijk op bepaalde punten de methode aan te passen voor gebruik op een christelijke school, om daarmee de negatieve punten te vermijden en voluit profijt te trekken uit de didactische voordelen?” We zou hem daarin niet graag willen volgen?

Nader onderzoek wees echter uit dat het beantwoorden van deze vraag overbodig is. Hiermee raken wij aan een veel wezenlijker aspect, dat deze methode in de ogen van velen zowel aantrekkelijk als verdacht maakt. Dat is het conditioneren van lichaam en geest door middel van de ‘sensomotorische integratie’, wat slaat op de koppeling tussen

  • visuele waarneming: iets met de ogen waarnemen en kunnen begrijpen, en
  • waarneming via het zogenaamde dieptespiergevoel (kinesthetische waarneming).

Deze ‘samenwerking’ zal veel remedial teachers aanspreken, wie er veel aan gelegen is om deze kinderen, elk met een eigen handicap, alles aan te reiken wat tot hun ontwikkeling kan bijdragen. De grote vraag hierbij is of dit ‘alles’ wel een wetenschappelijke onderbouwing heeft of dat hier sprake is van verhullende termen voor allerlei vormen van ‘spirituele’ (lees religieuze) handelingen.

Onze conclusie komt overeen met die van de ouders en wordt ook bevestigd door het theorieboek. Daarin wordt deze samenwerking (synergie tussen kind en kosmos?) vergeleken met telefoonverkeer. “Beide hersenhelften zijn nodig voor de samenwerking van beide handen om één hand optimaal te laten functioneren. Voor dit laatste is de duimfunctie van groot belang.”. Er is hierover met prof. Dr. R. Franzke, hoogleraar Pedagogiek te Hannover (www.faithcenter.de), overleg geweest. Zie op de deelsite ‘Occult en Licht’ het korte artikel over ‘Kinesiologie’.

Op grond van deze tweede overweging is onze conclusie om dat de hele remediërende methode als zijnde onwetenschappelijk, en zelfs als gevaarlijk-conditionerend, dient te worden afgewezen. Omdat ook andere scholen voor speciaal onderwijs overwegen om deze methode aan te schaffen, hebben voor verder onderzoek contact opgenomen met de Christelijke Hogeschool Ede.

Schrijven op maat – een reactie
Naar aanleiding van onze beoordeling van de methode ‘Schrijven op maat’ in het vorige nummer ontvingen een kritische reactie op met name het tweede deel ervan, nl. het conditioneren van lichaam en geest:
“Ik ben als ergotherapeut werkzaam in het onderwijs. Met de schrijfmethode van mevr. Ruytenberg ben ik erg blij, er zitten veel goede kanten aan waar een kind met een bepaalde ontwikkelingsachterstand of schrijfproblemen mee geholpen kan worden. Mijns inziens is het wél mogelijk de methode aan te passen voor gebruik vanuit een christelijke visie en wordt de methode door u ten onrechte afgewezen.”

Zij stelt dat de beoordeling ten onrechte de ‘kinesthesie’ (het voelen van de eigen bewegingen) wordt gekoppeld aan de ‘kinesiologie’ (wat mogelijk een occulte betekenis heeft) en verwijst hierbij naar het boek ‘Neurologische aspecten van ontwikkelingsproblemen bij kinderen’ van prof. Dr. Aldenkamp, prof. Dr. Reinier en prof. Dr. Smit en besluit met: “Een kwestie van de klok horen luiden, maar . . . Een rectificatie lijkt mij op zijn plaats.”

Wij hebben hierover uiteraard nader bij terzake deskundigen ons licht opgestoken. Een van hen stelt dat inderdaad de hersenfysiologie steeds meer voortgang boekt die ons inzicht kan geven in ontwikkelingsstoornissen, op grond waarvan een therapie kan worden ontwikkeld. Maar hij stelt ook dat . . .”van de toenemende kennis hiervan maken occultisten gemakkelijk gebruik om hun esoterie in een pseudo-wetenschappelijk jasje te steken. Dit moet ontmaskerd worden, zoals bijv. de edukinesiologie, maar ik denk dat in de toekomst steeds meer zal blijken dat veel van het holistische gedachtegoed, maar dan in de bijbelse betekenis van de relatie geest-ziel-lichaam, waar zal blijken te zijn.”

Het lijkt erop dat we onderscheid moeten maken tussen ‘kinesthesie’ (bewegingsgevoel) en ‘kinesiologie’ (occulte bewegingsleer). In de praktijk wordt dit onderscheid dikwijls niet gemaakt en zo bespreekt dr. Franzke in zijn boek ‘New Age Pädagogik’ zowel het ‘creatieve schrijven’ als de begrippen Kinesiologie, Brain Gym en Edu-kinesthese allen onder het hoofdstuk ‘Spiritistische praktijken’.

Reden genoeg dus om voorzichtig te zijn en uw kinderen niet bloot te stellen aan het soort oefeningen waarbij zij bijv. via ‘liggende achten’ hun ‘linker- en rechterhersenhelften met elkaar verbinden’ of via ‘spiertests hun lichaam openstellen voor zgn. ‘kosmische energieën’.
Maar ook reden genoeg om als christenpedagogen samen met christentherapeuten deze materie nader te onderzoeken. Opdat wij niet zo dwaas zijn om op zich goede en heilzame ontwikkelingen af te wijzen. Maar ook niet om met alle goede bedoelingen in de zoveelste strik van de boze te trappen. Nader onderzoek is dus geboden en wie van onze lezers hiertoe een bijdrage wil geven, nodigen wij hierbij van harte uit.