VOORSTELLING ALS FEIT
Indoctrinatie in het biologieonderwijs
Worden wij eerlijk voorgelicht over wetenschap in publicaties en schoolboeken?
Wetenschap is in onze cultuur alomtegenwoordig. Velen hebben hoge verwachtingen van wetenschap. Vaak terecht. Wat hebben we al niet uitgevonden en hoeveel zaken die het leven aangenamer en gezonder maken zijn met behulp ervan niet ontwikkeld! Het is geen wonder dat wetenschap een groot krediet heeft in onze cultuur. Helaas gaat daarmee gepaard een tamelijk onkritisch aannemen van alles wat ons als ‘wetenschap’ wordt opgedist.
Wetenschap niet neutraal, maar gestuurd door vooronderstellingen
Wetenschap heeft vaak de pretentie, alles te kunnen verklaren. Maar wetenschap kan zich per definitie alleen maar bezighouden met alles wat waarneembaar is, wat geteld, gemeten en gewogen kan worden. En wanneer het gaat over de historische ontwikkeling van alles wat we thans waarnemen, wordt het al wat minder zeker. Dan gaat sterk meetellen wat we – vaak onbewust – als wereldbeeld, als vooronderstelling aannemen. De vroegere Harvard wetenschapper prof. Stephen J. Gould zei het zo: “Wetenschap is geen objectieve, op waarheid gerichte machine, maar een wezenlijk menselijke activiteit, die beïnvloed wordt door hartstochten, verwachtingen en culturele vooroordelen. Culturele denktradities hebben een sterke invloed op wetenschappelijke theorieën, geven vaak richting aan speculatiemethoden, vooral wanneer er vrijwel geen gegevens zijn om hetzij de verbeelding, hetzij de vooringenomenheid te beteugelen”.
Vooronderstellingen vaak als ‘bewezen’ verondersteld
Helaas wordt zijn waarschuwing kamerbreed in de wind geslagen. Vaak worden in artikelen, maar ook in leerboeken voor school, allerlei nog te bewijzen vooronderstellingen als feit binnen een redenering gebruikt. Er bestaat een moeilijk bedwingbare neiging om dat, wat men als vooropgesteld wereldbeeld heeft, als feit naar voren te brengen. De microbioloog Michael Denton noemde dat in zijn boek ‘Evolution, a theory in crisis’: The priority of the paradigm, oftewel: de vooronderstellingen krijgen voorrang boven de waarnemingen.
Maar ook de hierboven genoemde prof. Gould viel, ondanks zijn heldere opmerkingen, in deze valkuil. Hij had vastgesteld dat de paleontologie (fossielkunde) helaas geen bijdrage levert ter ondersteuning van de (macro-)evolutietheorie. Een groot stuk bewijs voor deze theorie wordt ontleend aan de veronderstelling dat er talloze fossiele tussenorganismen zijn gevonden tussen de diverse soortgroepen. Maar, zegt Gould, ze bestaan niet. Dus valt een van de belangrijkste bewijsgronden voor de evolutietheorie weg. Punt. Concludeert Gould nu dat dus die evolutie waarschijnlijk niet heeft plaatsgevonden? Nee, want – en hier komt de aap uit de mouw – evolutie (dat dus altijd nog bewezen moet worden) heeft plaatsgevonden, dat staat vast. Hier wordt dus de vooronderstelling als feit in de redenering ingevoerd.
Wat deed Gould nu, in samenwerking met zijn collega Niles Eldredge. Hij bedacht een nieuwe hypothese, punctuated equilibrium genaamd. Want, zei hij, dat evolutie heeft plaatsgevonden, is een feit. Wij zijn er toch? Nou dan! Dus moet er een verklaring zijn voor het ontbreken van die zgn. ‘tussenvormen’. En die is, volgens deze hypothese, dat evolutie een proces is, waarbij zeer lange tijden niets verandert en dan, plotseling, vindt er in zeer korte tijd een explosie van nieuwe soorten plaats. Het is logisch dat wij van die tussenvormen niets of bijna nooit iets terugvinden, want dat gaat allemaal zo snel, dat laat nauwelijks of geen sporen achter. Dit is een niet-verifieerbare uitspraak en daarmee dus geen wetenschap.
Vooronderstellingen in schoolboeken als feit opgevoerd
Overigens wordt deze totaal onbewezen hypothese in vele leerboeken alweer als feit opgevoerd. En het is verbazingwekkend hoe weinig oppositie er is tegen deze totaal onwetenschappelijke manier van doen.
De stichting De Oude Wereld is thans bezig om in biologieleerboeken voor het middelbaar onderwijs en het VWO alle plaatsen aan te wijzen (en hopelijk te doen corrigeren) waar deze praktijk wordt toegepast. Leerlingen worden namelijk opgezadeld met onjuiste opvattingen en soms ronduit leugens. Deze leerboeken worden doorgaans ook in het christelijk voortgezet onderwijs gebruikt. Zonder correcties.
Het lijkt er op, of de leerlingen bij voorbaat de kritiek uit handen moet worden geslagen.
Het werk van De Oude Wereld op dit gebied
De stichting De Oude Wereld hanteert tien categorieën voor fouten in de biologieleerboeken:
1. Scheppingsmodel aanduiden als niet-wetenschappelijk en evolutiemodel als wetenschappelijk.
Het begint al met de terminologie: wetenschap tegenover creationisme, terwijl het moet zijn: wetenschap(smodel) tegenover wetenschap(smodel), evolutie tegenover schepping, miljarden jaren tegenover korte chronologie.
‘Omdat creationisten religie als uitgangspunt nemen, gaan we hierop niet verder in.’ Echter, het alternatieve (bijbels-chronologisch) model gaat uit van andere wetenschappelijke hypotheses op diverse gebieden.
‘De evolutie wil vanuit de wetenschap een antwoord vinden, het creationisme vanuit de religie.’ Dat ook het evolutionisme uitgaat van religieuze uitgangspunten, nl. een werkelijkheid zonder God, wordt niet gezien.
2. Acceptatie door (vele) anderen gebruiken als argument ten gunste van het evolutiemodel
‘We nemen nu algemeen aan dat…’
‘De meeste biologen zijn het er tegenwoordig wel over eens, dat…’
‘De evolutietheorie, die nu algemeen aanvaard is…’
3. Overdreven taalgebruik
‘Er zijn sterke aanwijzingen, dat…’
‘Behalve fossielen zijn er nog andere sterke aanwijzingen voor de evolutietheorie.’
‘De overeenkomstige sterke overeenkomst in de bouw van embryo’s in de eerste stadia duidt op gemeenschappelijke voorouders van gewervelden.’ Hier klopt niets van. Het is een opvatting van Ernest Haeckel. Reeds in de Berliner Volkszeitung van 29-12-1908 geeft hij toe dat zijn embryotekeningen verzonnen zijn.
‘Het is zeer waarschijnlijk dat mens en mensapen een gemeenschappelijke voorouder hebben.’
4. De miljoenen/miljarden jaren brengen als feit en radiodateringen presenteren als vaststaand
‘De oudste sporen van leven vindt men in gesteenten van 3,5 miljard jaar oud.’
‘600 miljoen jaar geleden kwam het leven in een stroomversnelling.’
‘4 miljard jaar geleden begon er zuurstof in de atmosfeer te komen.’
‘IJstijden zijn afgewisseld met warmer klimaat vanaf 600 miljoen jaar geleden.’
‘Gedurende miljoenen jaren hebben levende wezens zich aan de veranderende omstandigheden aangepast.’
‘In de loop van zeer lange tijd zijn de levensvormen op aarde ontstaan en veranderd.’
Verder zijn er honderden zinsneden die gewoon de miljoenen/miljarden jaren als feit opvoeren, zonder enige restrictie.
Radiodateringen zijn gebruikt gaan worden, omdat ze grote leeftijden schijnen op te leveren. Halfwaardetijden worden als onwrikbare waarheden opgevoerd. Maar ze zijn gebaseerd op vele oncontroleerbare aannames.Verschillende onderzoeken hebben aangetoond hoe onbetrouwbaar deze dateringen zijn. Het RATE-onderzoek dat in Amerika is uitgevoerd geeft geheel andere uitkomsten.
‘De ouderdom van fossielen kan betrouwbaar worden vastgesteld aan de hand van radio-isotopen.’
5. Geen onderscheid maken tussen micro-evolutie (variatie) en macro-evolutie
‘De meeste biologen nemen aan dat de processen die aanpassing aan de omgeving (micro-evolutie) mogelijk maken, dezelfde zijn als die een rol spelen bij de soortvorming (macro-evolutie).’ Biologisch onderzoek komt al lange tijd tot heel andere conclusies.
6. Het neodarwinisme presenteren als een wetenschappelijk onaantastbare waarheid met mutatie en selectie als de door ieder aanvaarde mechanismen
Bijv. de longvis. ‘Een deel van het spijsverteringskanaal kreeg een nieuwe functie: ademhaling. Later ontstonden de neusgaten… Latere ontwikkeling zorgde voor gescheiden wegen van ademhaling en spijsvertering.’ Kreeg, ontstond, zorgde voor. Alleen maar stellingen, geen bewijzen, geen spoor van een uitleg van de mechanismen die daarvoor verantwoordelijk zouden zijn. Onwetenschappelijk.
‘Natuurlijke selectie zorgt ervoor dat soorten voortdurend veranderen.’ Onjuist, natuurlijke selectie is een stabiliserende kracht, die afwijkingen afstraft.
7. De hypothetische ‘oersoep’ en ‘oeratmosfeer’ plus het ontstaan van leven uit levenloze stof presenteren als bewezen feiten.
‘Tot ongeveer 3 miljard jaar geleden was de samenstelling van de atmosfeer heel anders dan nu. De lucht bevatte geen zuurstof.’ Recent onderzoek toont aan dat er vanaf het begin zuurstof was, de atmosfeer nagenoeg dezelfde samenstelling had, de aarde een koele planeet was en oceanen en vastelanden dezelfde samenstelling hadden als nu.
‘Men denkt dat uit al deze reacties toevallig de eerste organische moleculen ontstonden en daaruit de eerste cellen.’ De proeven van Miller met de zgn. ‘oersoep’ vanaf 1953 worden aangevoerd als bewijs, maar Millers werk is helaas niet verder gekomen dan enkele aminozuren.
‘Sommige soorten ontwikkelden moleculen die zonlicht absorbeerden.’
8. Onjuiste informatie geven op het gebied van kosmologie, geologie, archeologie, historie en biologie
‘Langzaam begon men vraagtekens te plaatsen bij het scheppingsverhaal.’ Maar vele wetenschappers plaatsen daar ook heden nog geen vraagtekens bij. Het was een andere geest die er waaide binnen de Europese intelligentsia, die er belang bij had, om twijfel te zaaien aan het scheppingsbericht en in feite de hele Bijbel. Zoals Charles Lyell uitsprak:“Wij moeten af van de heerschappij van de geschriften van Mozes in de wetenschap”.
‘Stambomen worden gebruikt om verwantschap tussen soorten aan te geven.’ Maar Harvard-evolutionist S.J. Gould zei: “De stambomen die onze schoolboeken versieren, hebben slechts gegevens aan de knooppunten en de bladeren. De rest is speculatie.”
‘Homo habilis werd de voorouder van homo erectus’. Er is door de tijd heen een hele ‘stamboom’ van de menselijke afstamming opgezet. Maar de huidige situatie is dat we alleen maar apen en mensen hebben. Homo habilis = Australopithecus habilis, een aap. Homo erectus = een gewoon mens, net als de Neanderthaler en de moderne mens.
9. Homologie presenteren als goed argument pro evolutie
Homologie is uiterlijke overeenkomsten tussen organismen. ‘Homologie duidt op verwantschap van organismen: de organismen hebben een gemeenschappelijke voorouder.’ Maar homologe organen ontstaan vaak vanuit totaal verschillende delen van het embryo en kunnen dus geen afstamming aanduiden.
10. Stellen dat er vele fossiele overgangsvormen zijn terwijl die vrijwel geheel ontbreken
In veel leerboeken wordt breeduit gesuggereerd dat er vele overgangen zijn tussen de verschillende hoofddiergroepen, terwijl deze in het fossielenbestand vrijwel totaal ontbreken. Voor al die hypothetische overgangen bestaat in feite geen enkel bewijs. Zie S.J. Gould. Zij kunnen en mogen dus niet als feit worden voorgesteld.
Tenslotte
Deze sterk verkorte bloemlezing van de misinformatie, die via biologische leerboeken in MO en VWO aan de leerlingen wordt opgedrongen, geeft wel aan hoe ernstig de situatie is. Tot voor kort werden deze misvattingen niet tegengesproken. In het uit het Duits vertaalde, grondige biologieleerboek ‘Evolutie – het nieuwe studieboek’ wordt juist een consequente scheiding aangebracht tussen de biologische feiten en de vooronderstellingen, vanuit de evolutieopvatting als wel de scheppingsopvatting. En dat is ook de manier waarop informatie in het onderwijs moet worden gegeven. Dat voorkomt de huidige manipulatie van de leerlingen. Het is te hopen dat al het werk dat wordt gedaan er toe mag leiden, dat in het onderwijs ook op het gebied van de biologie waarheid en werkelijkheid weer de plaats gaan innemen van mythe, hypothese en veronderstelling.