kruistochten deel 4

In het jaar 1095 hield paus Urbanus II in de open lucht een redevoering waarin hij opriep tot de eerste van zeven kruistochten om moslims uit het Heilige Land te verdrijven, dat ze sinds 638 in hun bezit hadden.

Kruistochten (dl 4)

In het jaar 1095 hield paus Urbanus II in de open lucht een redevoering waarin hij opriep tot de eerste van zeven kruistochten om moslims uit het Heilige Land te verdrijven, dat ze sinds 638 in hun bezit hadden. Deze kruistochten werden als `goede werken’ gepropageerd en waren gericht tegen de heidenen, tegen de mohammedanen en tegen alle ketters. De naam ‘kruistocht’ is ontleend aan het rode kruis, dat de ridders op hun schilden en rechterschouder aanbrachten. Onder het motto “God wil het!” en met de beloften van grote aflaten werden honderdduizenden goedgelovigen drie eeuwen lang gebracht tot een religieus fanatisme, dat leidde tot massamoord van zowel joden als moslims. Met de gezindheid van Christus had dit alles niets te maken.

De kruistochten hebben grote en blijvende schade toegebracht aan het getuigenis van de christelijke kerk. Zowel joden als moslims kunnen niet vergeten wat hier in de naam van `God’ is gebeurd. Zo nam het geweld tegen de joden in Europa hevig toe. Ook werd het Oost-Romeinse (Byzantijnse) rijk ernstig verzwakt. In 1453 viel de hoofdstad Constantinopel voor de Turken en werd de grote kathedraal, de Hagia Sofia, tot moskee omgewijd.