Drie-eenheid, Jezus en de Qur’an

DRIE-EENHEID, JEZUS EN DE QUR’AN

Het boek dat door  moslims als het letterlijk door Allah neergezonden woord wordt beschouwd, de Qur’an, is zelfs voor moslims vaak moeilijk te snappen. Een van de eerste islamitische exegeten van naam, al-Tabari, verzuchtte bij veel verzen uit de Qur’an die hij niet met zekerheid kon uitleggen wat de woorden betekenden: ‘Allah weet het.’  Ook wat de Qur’an over Jezus (‘Isa’) zegt, is lang niet altijd duidelijk en het lijkt elkaar soms vreemd tegen te spreken.

Geen drie-eenheid
De Qur’an spreekt zich in elk geval duidelijk tegen het idee uit, dat het wezen van Allah als drie-eenheid moet worden opgevat. In Quran (Q) 5:73 lezen we:

Degenen die zeggen: ‘Allah is de derde (persoon) van de drie’ zijn ongelovigen. Er is immers maar één God en dat is Allah. 

Voorafgaand aan dat vers lezen we: Degenen die zeggen: ‘Allah is de Christus, de zoon van Maria’, zijn spotters.  De Christus zelf zei: ‘O kinderen van Israel! Aanbidt Allah, mijn Heer en uw Heer.’  Wie partners toeschrijft aan Allah, Allah zal hem de toegang tot het paradijs ontzeggen en hij zal wonen in het hellevuur. (Q. 5:72)

Dat Mohammed een wel erg vreemd idee bij het christelijke concept van drie-eenheid had, was duidelijk.  Hij meende, dat christenen in een drie-eenheid van God, Jezus en Maria geloofden. Nu kunnen we daar lacherig over doen en dit zien als een duidelijke fout in de Qur’an, maar het is tegelijk treurig om te constateren, dat Mohammed die indruk ongetwijfeld heeft gekregen door het contact dat hij met christenen in en om Arabië heeft gehad.  Voor velen in de zevende eeuw speelde Maria een wel erg goddelijke rol.

In hetzelfde hoofdstuk van de Qur’an lezen we:
En zie, Allah zal zeggen: ‘O Jezus, zoon van Maria! Hebt u tegen de mensen gezegd: ‘Neemt mij en mijn moeder als twee goden naast Allah?’  Hij zal zeggen; ‘U zij de eer! Nooit zou ik dat zeggen!’ (Q. 5:116)

De gedachte om aan de ene God, Allah, metgezellen toe te kennen, is de doodzonde in de islam. Allah is één en hij had dus in de eeuwigheid voor Hij de wereld schiep, geen metgezellen.

Het eeuwige Woord van Allah
De islam heeft overigens wel een probleempje op dit gebied, want de Qur’an wordt door de orthodoxen gezien als een boek – en dat moeten we ons heel fysiek voorstelllen – dat van eeuwigheid bij Allah in de hemel was.  Als iets eeuwig bij Hem is, dan heeft het dus een wezenskenmerk dat alleen van Allah gezegd kan worden. Is de Qur’an dus goddelijk? ‘Nee,’ zeggen de meeste moslims.  Is de Qur’an dus op een goede dag door Allah geschapen? ‘Nee,’ zeggen diezelfde moslims.  Er is nooit een tijd geweest dat de Qur’an niet bestond.

Interessant is dat voor moslims de Qur’an een zodanig sublieme kwaliteit heeft, dat we in wezen de Qur’an, gezien vanuit de islamitische optiek en Jezus Christus, gezien vanuit christelijke standpunt, met elkaar kunnen vergelijken. Waar voor de moslim de Qur’an de ultieme en volmaakte zelfopenbaring van Allah is, is Jezus Christus dat voor een christen. Moslims zullen het schandelijke onzin van me vinden, maar de islam kent echt wel iets dat lijkt op een twee-eenheid, namelijk van Allah en diens Woord. Vandaar dat moslims de oren sluiten, als je gaat spreken over grammaticale fouten in de Qur’an, of niet-Arabische leenwoorden in de Qur’an, want dat is principieel ondenkbaar voor de orthodoxe moslim.  Het maakt niet uit, dat ik ze kan aanwijzen, want het kàn gewoon niet waar zijn. Allah immers stuurde zijn perfecte woord naar beneden om de Arabieren een eigen liturgie in het Arabisch te geven, zoals Joden en christenen dat hadden in Hebreeuws, Koptisch, Amharic en Aramees.

Jezus als de volmaakte mens
Terug naar de drie-eenheid.  Dat begrip wordt door de islam scherp afgewezen, maar tegelijk zijn in de Qur’an allerlei gedachten over Jezus Christus opgenomen die eigenlijk heel verbazingwekkend zijn.  In dit verband kan ik niet op alles ingaan, maar laat me enkele aspecten van het Jezusbeeld van de Qur’an aanstippen.

Laat me er ten eerste op wijzen dat de Qur’an Jezus voorstelt als de volmaakte mens.  Hoewel moslims uiteraard de mond vol hebben over hun profeet Mohammed, hebben de orthodoxe theologen hem nooit volmaaktheid toegedicht. Veel van zijn moderne aanhangers doen dan overigens wel.  De orthodoxe theologen zijn het erover eens, dat Jezus een uniek persoon is: bij zijn geboorte was de satan niet in staat hem fysiek aan te raken, zoals hij alle andere mensen bij de geboorte aanraakt.  Hij was ‘geheel puur’ (Q 19:19), wat volgens de islamitische theologen betekent: schuldloos, vlekkeloos, zondeloos.  Hij was dus wel een heel speciaal iemand, anders dan alle andere profeten.  Nu kwam ook geen enkele islamitische profeet via een maagdelijk geboorte ter wereld, dus dat zet Jezus ook al helemaal apart van de overige profeten.

Maar ik wil nu niet stilstaan bij de volmaaktheid van Jezus’ mens-zijn.  Het eigenaardige in de Qur’an is, dat de goddelijkheid van Jezus formeel wordt ontkend.  Hij was niet de zoon van Allah en ook geen partner in een drie-eenheid.  Tegelijk worden aan hem op verschillende plaatsen goddelijke eigenschappen toegekend.

Jezus ook een beetje goddelijk?
Jezus wordt in de Qur’an een ‘woord van God’ (Kalimat Allah) en de ‘Geest van God’ (Ruh Allah) genoemd. Nu doen moslims hun uiterste best om de mogelijke implicaties daarvan te ontkrachten, maar het is moeilijk om de christelijke concepten die hiermee verbonden zijn, niet ook in de Qur’an te zien.  Want als Jezus het Woord van God en de Geest van God is, was er dan ooit een tijd dat Hij er niet was?  Gods Woord en Gods Geest zijn toch ongeschapen? Nogmaals, moslims exegetiseren deze woorden op een manier die vooral moet bewijzen, dat Jezus in de Qur’an niet goddelijk is. Dat is lastiger met een paar andere kwestie die we nu zullen bekijken, namelijk de wonderen en tekenen die Jezus volgens de Qur’an heeft gedaan.

Jezus als Schepper
Allah wordt in de Qur’an de Schepper (al-Khaaliq) genoemd en de islam laat er geen misverstand over bestaan, dat Hij de enige schepper is.  Er is dus niemand die kan scheppen (khalaqa), want dat is een kenmerk van de goddelijkheid van Allah.  Maar hoe vreemd dat de Qur’an dan toch het volgende zegt:

Jezus zei: Inderdaad, ik schep (werkwoord: khalaqa!) voor u uit modder wat lijkt op een vogel, en ik blaas daarin, en het wordt een vogel, met de permissie van Allah.(Q. 3:49)

Dit vers wil ontegenzeglijk een spiegel zijn van de schepping van de mens, waarbij Allah de mens uit modder schiep en hem de levensadem inblies. En wat Jezus hier doet,  is niets minder dan scheppen uit niets.  Hij is Schepper.  Moslims wijzen er snel op, dat het vers zegt, dat Jezus dit deed met permissie van Allah, maar maakt dat wat uit? Naast de ene Schepper, Allah, is er nog een ander die kan scheppen.  Christenen geloven, dat Jezus niets doet wat de Vader Hem niet voordoet. De Qur’an noemt nog wel meer wonderen van Jezus, zoals dat Hij blinden en leprozen genas.(Q. 3:49)

Goddelijke kennis van Jezus
Alleen Allah heeft kennis van de onzichtbare dingen, vertelt de Qur’an ons. (Q. 3:179; 6:73; 10:20) Maar de Qur’an maakt een uitzondering voor Jezus. Hij heeft namelijk òòk kennis van onzichtbare dingen:
Ik weet wat u eet en in uw huizen opslaat. Waarlijk, dat is een teken voor u, indien u gelovigen bent.(Q. 3:49)

Jezus heeft volgens de Qur’an ook kennis van het Laatste Uur (Q. 43:61), hoewel de Qur’an evengoed zegt, dat die kennis alleen aan Allah is voorbehouden. (Q. 7:187; 33:63)  Naast scheppende kwaliteiten, kent de Qur’an dus ook kennis toe aan Jezus van zaken die onkenbaar zijn voor een mens; zulk soort kennis is alleen aan God voorbehouden.  Dit soort kennis van de verborgen dingen had Mohammed volgens de Qur’an beslist niet, (Q. 7:188) waardoor Jezus in de Qur’an dus ver boven de islamitische profeet en wel erg dicht tot God zelf opstijgt.

Wat kun je hiermee?
In het getuigende gesprek met moslims kunnen we gebruik maken van het feit, dat de Qur’an deze kennis over Jezus geeft.  Moslims weten, dat Jezus wonderen deed en Mohammed niet. Toegegeven, de Qur’an wordt als het echte wonder van Mohammed gezien.  Des te belangrijker om moslims erop te wijzen, dat de Qur’an aan Jezus goddelijke kwaliteiten toeschrijft.  Het kan geen kwaad ze te wijzen op de teksten die zeggen dat Jezus een echte Schepper (al-Khaaliq) is en alle dingen weet.  Dat is een prima startpunt voor een goed gesprek.

We moeten daarbij wel voorzichtig zijn. Immers, als we de indruk wekken dat we de teksten uit de Qur’an die met ons christelijk geloof overeenkomen, gaan hanteren in het gesprek met moslims alsof ze voor ons Schriftuurlijk gezag hebben, dan moeten we consequent zijn en ook de teksten serieus nemen die wij als christen volledig afkeuren.  De islam leert duidelijk, dat er geen drie-eenheid is en dat Jezus niet (de Zoon van) God is.  Daarom lijkt de informatie die de islam in de Qur’an over Jezus verschaft een zinvol ‘opstapje’ voor een gesprek en we kunnen er onze moslimvrienden nieuwsgierig mee maken om verder te denken over wie Jezus is en hopelijk kunnen we dan ook de Bijbel daarbij openslaan.

Dr. Jos Strengholt, Cairo