Laat iedereen het verstaan

Een vergelijking tussen wat de Bijbel en de Koran zeggen over een viertal actuele onderwerpen. Opgesteld door een Turkse leraar, zoon van een imam, die 30 jaar geleden christen werd.

Introductie

BIJBEL “Zoals geschreven staat: Er is niet één mens die Gods wil doet, niet één, er is niemand die verstandig is, niemand die zich tot God wendt. Iedereen gaat zijn eigen gang, ze zijn allemaal even slecht. Er is niet één mens die iets goeds doet, niet één. Hun keel is een open graf. Hun tong spreekt leugentaal, slangengif ligt op hun lippen. Hun mond is vol van vloek en venijn. Ze zijn snel ter been als er bloed moet vloeien. Waar zij komen, brengen ze verwoesting en afbraak. Ze weten de weg niet die naar vrede leidt. Ontzag voor God kennen ze niet. (Rom. 3:10-18)”

Houding tegenover Joden en Christenen

KORAN “Er zijn onder de Joden, die woorden uit hun verband rukken. En zij zeggen: ” Wij horen en gehoorzamen niet” en “luistert gij, zonder te horen” en “Raainaa”, terwijl zij woorden verdraaien en het geloof zoeken te schenden. En indien zij gezegd hadden: “Wij horen en wij gehoorzamen” en “hoort toe” en ,,Kijk ons aan” zou dit beter en oprechter voor hen zijn geweest. Maar Allah heeft hen wegens hun ongeloof vervloekt, zij geloven dus slechts weinig.” (Soera 4:46)

“O, mensen van het Boek (Christenen), gelooft in hetgeen Wij hebben nedergezonden, vervullende hetgeen bij u is voordat Wij uw leiders vernietigen en neerwerpen of hen vervloeken, zoals Wij het volk van de Sabbath vervloekten. Allah’s gebod zal volbracht worden.” (Soera 4:47)

BIJBEL “Pas op voor de valse profeten. Ze komen in schaapskleren naar u toe, maar in werkelijkheid zijn het roofzuchtige wolven. U kunt hen herkennen aan hun vruchten. Men plukt geen druiven van doornstruiken en geen vijgen van distels. Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een slechte boom geen goede. Zo kunt u hen herkennen aan hun vruchten.” (Matt. 7:15-18,20)


‘Heilige’ strijd tegen de vijanden

KORAN “Wanneer gij de ongelovigen (in oorlog) ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij overwinnaar zijt, bindt hen dan vast. En wanneer de oorlog opgehouden is, laat hen dan vrij uit gunst of voor een losprijs. Zo zij het. En indien Allah wilde, had Hij hen Zelf kunnen bestraffen. Doch Hij wilde sommigen uwer door anderen op de proef stellen. En degenen die terwille van Allah worden gedood, hun werken zal Hij zeker niet vruchteloos maken.” (Soera 47:4) “O profeet, spoor de gelovigen aan om te vechten. Als er twintig onder u zijn die stand houden, zullen zij tweehonderd overwinnen en als er honderd uwer zijn zullen zij duizend der ongelovigen verslaan, omdat zij een volk zijn dat niet wil begrijpen.” (Soera 8:65)

BIJBEL “Heb uw vijanden lief en bid voor wie u vervolgen. Dan zult gij kinderen zijn van uw Vader in de hemel. Hoe kunt u verwachten dat God u zal belonen, als u alleen uw vrienden liefhebt? Zelfs de tollenaars doen dat! U moet volmaakt zijn, zoals uw hemelse Vader volmaakt is.” (Matt. 5:44,46,48) “De Zoon des mensen is niet gekomen om de zielen der mensen te verderven, maar om te behouden.” (Luk. 9:56 SV)

KORAN “Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, doodt dan de afgodendienaren waar gij hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag.” (Soera 9:5) “Zij (de gelovigen) zullen strijden op de weg van Allah en doden en worden gedood – een onfeilbare belofte in de Torah en het Evangelie en de Koran.” (Soera 9:111)

BIJBEL Daarop zeiden zij (de joodse leiders): “Wij hebben maar één vader: God! Jezus zei: Als God uw vader was, zou u mij liefhebben. Want Ik ben van God gekomen en Ik ben nu hier. Ik ben niet op mijn eigen gezag gekomen, maar Hij heeft mij gezonden. Weet u waarom u niet begrijpt wat Ik zeg? Omdat u niet kunt luisteren naar mijn woorden! De duivel is uw vader en wat uw vader wil, wilt u ook graag doen. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij heeft ook nooit aan de kant van de waarheid gestaan omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij leugentaal spreekt, spreekt hij zoals hij is, want hij is een aartsleugenaar, hij is de vader van de leugen.” (Joh. 8:41-45)

KORAN “Zij vragen u (o Mohammed) omtrent de oorlogsbuit. Antwoord: De oorlogsbuit behoort aan Allah en de boodschapper.” (Soera 8:1) “Eet van de buit die gij ontvangt als wettig en goed en vreest Allah.” (Soera 8:69)

BIJBEL “Want de zonde betaalt een loon uit: de dood. Maar God geeft een geschenk: eeuwig leven in eenheid met Christus Jezus, onze Heer.” (Rom. 6:23) “In Hem alleen is redding, er is op aarde de mensen geen andere naam gegeven waardoor we gered zullen worden.” (Hand. 4:12) “Johannes zei: Daar is het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt!” (Joh. 1:29)


De positie van vrouwen (moslima’s)

KORAN “Mannen zijn voogden over de vrouwen omdat Allah de enen boven de anderen heeft doen uitmunten en omdat zij van hun rijkdommen besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam zijn en heimelijk bewaren, hetgeen Allah onder haar hoede heeft gesteld. En degenen, van wie gij ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen en tuchtigt haar. Als zij u dan daarna gehoorzamen, zoekt geen weg tegen haar. Waarlijk, Allah is Verheven. Groot.” (Soera 4:34)

Gij kunt geen volkomen gelijkheid tussen (uw) vrouwen handhaven, hoe gaarne gij het ook zoudt wensen. Maar neigt niet geheel tot één, zodat gij de andere in onzekerheid laat. En als gij u betert en vroom zijt, dan is Allah voorzeker Vergevensgezind, Genadevol. En als zij scheiden, dan zal Allah hen beiden door Zijn overvloed onafhankelijk maken; Allah is Milddadig, Alwijs.” (Soera 4:129-130)

BIJBEL “Mannen, hebt uw vrouw lief, zoals Christus zijn gemeente heeft liefgehad: hij heeft zijn leven voor haar gegeven. Zo moeten ook de mannen hun vrouw liefhebben als hun eigen lichaam.” (Ef. 5:22-23; 25,28) “Mannen, hebt uw vrouw lief en reageer uw ergernis niet af op haar.” (Col. 3:18-19).

KORAN “O profeet, Wij hebben voor u uw vrouwen wettig gemaakt, aan wie gij haar huwelijksgiften hebt gegeven, en degenen die uw rechterhand bezit van haar, die Allah u als een oorlogsbuit heeft gegeven en de dochters van uw ooms en tantes van vaderszijde en de dochters van uw ooms en tantes van moederszijde die met u emigreerden, en elke gelovige vrouw indien zij zich aan de profeet toevertrouwt als de profeet haar wenst te huwen; dit is slechts voor u en niet voor de gelovigen. Gij moogt verlaten wie gij wilt en tot u nemen wie gij wilt, er rust geen blaam op u wanneer gij haar terugneemt van wie gij u afzijdig hebt gehouden.” (Soera 33:50-51)

BIJBEL “Wat God heeft samengevoegd, mag een mens dus niet scheiden. Een man die zijn vrouw wegstuurt en met een ander trouwt, begaat echtbreuk, behalve in het geval van ontucht.” (Matt. 19:6, 9)

“Op iemand die leiding geeft, mag niets zijn aan te merken. Hij moet trouw zijn aan zijn vrouw, matig zijn, verstandig, beschaafd, gastvrij en een goed leraar; niet aan de drank verslaafd; niet opvliegend, maar redelijk, afkerig van ruzie en vrij van geldzucht.” (1 Tim. 3:2-3)

“Beheers je daarom en laat niemand van jullie ontrouw zijn aan zijn vrouw. De almachtige Heer, de God van Israël, zegt: Ik verafschuw het wanneer iemand zijn vrouw verstoot. Het is even erg als moord. Beheers je en blijf je vrouw trouw.” (Mal. 2:15c-16)


Verstaan moslims ook wat zij opzeggen?

KORAN In de Arabische en niet-Arabische wereld worden de Koran en zijn gebeden opgedreund als in de tijd van Mohammed. Vaak zonder dat men de betekenis ervan begrijpt. Bijvoorbeeld:

“Tabbat yadaa Ebie Lahabin va tobb. Maaegnaa anhu maaluhuuvama kasab. Sayaslaa naaran a zaatalahab. Vamraatuhuu hammalaata’l-hatabie, fiegiedeha hablun min-mesed.”(Soera 111:1-5)

Dit betekent: “De macht van Aboe Lahab en hijzelf zullen vergaan. Zijn rijkdommen en daden zullen hem niet baten. Weldra zal hij in een laaiend vuur branden. Ook zijn vrouw, de draagster van brandstof,

Om haar hals zal een koord van palmvezels hangen.”

BIJBEL In het boek Handelingen lezen wij van een Ethiopische man die in Jeruzalem een boek had gekocht dat hij op de terugweg naar zijn land zat te lezen. Een dienaar van God, Filippus, ging op aanwijzing van een engel van de Heer naast de wagen lopen en hoorde de man uit de profeet Jesaja lezen. “Begrijpt u wat u daar leest?” vroeg Filippus hem. “Hoe zou ik?” antwoordde de man, “als niemand mij daarin de weg wijst?” Hij verzocht Filippus in te stappen en naast hem te komen zitten. Het schriftgedeelte dat hij las, luidde:

“Als een lam werd hij naar de slachtbank gebracht en geen woord kwam over zijn lippen; hij hield zich stil als een schaap in de handen van de scheerder. Hij werd vernederd en het vonnis werd voltrokken. Wie kan over zijn nakomelingen spreken? Want hij werd uit het leven weggerukt.”

“Vertel me,” vroeg de kamerheer aan Filippus, “over wie zegt de profeet dit? Over zichzelf of over een ander?” En Filippus begon te spreken. Uitgaande van die woorden uit de Schrift verkondigde hij hem het goede nieuws over Jezus. (Hand. 8:30-35)

KORAN Ook voor moslims is de Koran een moeilijk boek. Daarom wijzen wij op de volgende uitspraak van de profeet: “En als gij over hetgeen Wij tot u hebben neergezonden twijfelt, vraagt dan degenen die het Boek vóór u hebben gelezen. Inderdaad, de waarheid is van uw Heer tot u gekomen; behoor daarom niet tot de twijfelaars.” (Soera 10:94)

In deze tekst wordt verwezen naar het Boek dat er was vóór de Koran, de Bijbel. Joden en christenen als raadgevers van moslims en als uitleggers van de Koran, een interessant gezichtspunt!