Antroposofie: de leer van Rudolf Steiner

Beknopte informatie over een verleidelijk wereldbeeld

Binnen het scala van de huidige occulte verleidingen neemt de antroposofische mythe een actuele plaats in. Heel duidelijk wint deze school van denken steeds meer sympathie bij de ontwikkelde klassen, maar ook bij de middenklasse. Hoe meer het westers christendom door vreemde religieuze invloeden beïnvloed of door overdreven geestelijke tendensen geïnfiltreerd wordt, hoe meer de onzeker geworden religieuze mens het vertrouwen in het openbaringskarakter van de Bijbel verliest. Hij wendt zich tot het humanistische atheïsme of tot de heilsleer van het Verre Oosten. Geen wonder dus dat het alternatieve substituut voor religie van Rudolf Steiners leer (1881-1925) zoveel terrein wint.

Antroposofische basisschool in Amersfoort

Het wereld- en mensbeeld van Steiner heeft een zekere fascinatie voor de niet-ingewijde waarnemer. Het idealisme van de aanhangers van de antroposofische gedachte is bijna bewonderenswaardig. Steiner is de grondlegger van biologisch-dynamische landbouw, de vrije scholen en de natuurgerelateerde geneeskunde in antroposofische ziekenhuizen. Maar ook paramedische praktijken, euritmie[i], bioritmiek[ii] en vele andere zaken die verband houden met de farmacologie zijn terug te voeren op het kosmische wereldbeeld van deze geestesrichting.

Maar er zijn ook andere resultaten van het spirituele erfgoed van deze eindtijdfilosoof. Het is vooral zijn ‘kosmologie’, die onaanvaardbaar is voor de christen en die ten grondslag ligt aan het hele onderwijssysteem. De door Rudolf Steiner gestichte antroposofie is een occulte filosofie die een mengeling van christelijke, boeddhistische, neoplatoonse, Indiase en spirituele elementen vertegenwoordigt. Laten we een paar basisideeën van Steiner bekijken.

Het beeld van God in de antroposofie
Volgens de leer van Steiner is niet God de Schepper van de wereld, maar de ‘Elohim’ (goden als meervoud) of ‘geesteswezens’ (Genesis 1: 1). Hij spreekt ook niet van ‘schepping’, maar neutraal van de ‘bestaansgrond’ van de wereld. Aan het begin van de ‘kosmische ontwikkeling’ (evolutie) stond het puur spirituele. Deze ging gedeeltelijk in het materiële over. Het andere deel zweeft als een doelgericht en leidend principe over het hele ontwikkelingsproces dat volgt. Om de wazige leerstellige uitspraken van Steiner over God, de schepping en Jezus Christus iets te verduidelijken, moeten de eerste twee punten van het ‘credo’ dienen dat R. Steiner zelfs voor de ‘christelijke gemeenschap’ heeft geschreven:

  1. Een almachtig geestelijk en fysiek goddelijk wezen is de bestaansgrond van de hemel en de aarde, die zijn schepselen vaderlijk voorgaat.
  2. Christus, door wie de mensen de opwekking van het stervende aardse bestaan verkregen, is voor dit goddelijke wezen de Zoon die in de eeuwigheid is geboren.

Het beeld van Christus bij de antroposofen
Steiner ziet in het Nieuwe Testament twee verschillende Jezusfiguren, die hij construeert uit de verschillende geslachtsregisters. In het Evangelie van Lucas ziet hij de ‘Nathan’-Jezus, in het Evangelie van Mattheüs de ‘Salomo’-Jezus. De laatste was op twaalfjarige leeftijd gestorven en de geest van Zarathoestra, die in hem woonde, ging over naar de Nathan-Jezus. Pas bij de doop daalde het grote ‘Christus-ik’ af in de Nathan-Jezus. De dood van Jezus aan het kruis wordt niet opgevat als het zoenoffer voor onze zonden (Romeinen 3: 25), maar als een daad van aanbidding in verbinding met antieke mysterieculten. Volgens Steiner was Christus het perfecte voorbeeld van menselijke ontwikkeling. De ware uniciteit van Jezus ligt in het feit, dat hij door slechts één reïncarnatie ging! Over de opstanding zegt hij, dat niet het verheerlijkte lichaam van Christus is opgewekt, maar een vage entiteit die hij ‘zonnegeest’ en fantoom noemt.

Het mensbeeld van antroposofen
Steiner spreekt, in tegenstelling tot Bijbelse uitspraken (bv. 1Thess 5 : 23), niet van de geest, de ziel en het lichaam van de mens, maar van een tweedeling: een bovenste goddelijk deel en een lager deel. Het lagere deel bestaat uit het fysieke lichaam, de duurzame eigenschappen van de ziel met een  onafhankelijk oordeel en de individualiteit van de mens. Het fysieke lichaam is aanwezig bij de geboorte, alle andere delen ontwikkelen zich en voegen zich daar op door Steiner vastgelegde tijdstippen bij. Zonde, als de fundamentele staat van de van God gescheiden mens, is vreemd aan de antroposofie. Je spreekt wel van fouten en vergissingen. Hoewel termen als ‘zonde en schuld’ nog steeds opduiken, zijn ze te wijten aan de fout van een deel van de mens. Daarom heeft de mens geen verlossing nodig.

Het idee van evolutie in de antroposofie
Steiner ontkent, zoals al aangegeven, het wonder van de schepping. Hij zegt: “Ik ben niet door God geschapen, maar ik ben geëvolueerd uit eerdere levensfasen.” Het gevolg van dit evolutieconcept is zijn geloof in reïncarnatie. Volgens Steiner is de mens geschapen door ‘spirituele wezens’ die ook zijn ontwikkeling bepalen. Hij zegt: “De duur van de tijd tussen de dood en de nieuwe geboorte wordt bepaald  door het feit dat het Ik alleen maar terugkeert naar de wereld als deze zo is veranderd, dat nieuwe dingen door het Ik kunnen worden ervaren.” In de regel vinden er twee incarnaties plaats, één als een man en één als een vrouw, omdat de ervaringen van de mens verschillend zijn.

Occultisme in de antroposofie
Steiner verwerpt de openbaring van God en maakt de ‘helderziendheid’ in de diepte van zijn ik tot maatstaf. Hij zegt: “We moeten niet vergeten dat voor de geesteswetenschap, niet de evangeliën in de ware zin bronnen van kennis zijn. Wat in de evangeliën staat, hoeft niet per se een waarheid te zijn.’

Wie Gods openbaring in de Schrift afwijst, vervalt onvermijdelijk in andere mysterieuze bronnen van openbaring. Er kan dus worden uitgelegd dat antroposofie een verzameling van mysterie-cultussen is. Vrijwel al het pseudoreligieuze en de occulte ideeën van vroegere culturen van de volkeren van de wereld zijn erin verenigd. De geheime kennis van de ingewijden van de mysterieplaatsen van het Atlantische tijdperk en de orakels van het binnenland van Azië, India en Perzië (Zarathustra-mythe) alsook de mythen van Egypte en het hele Oosten, tot in het gebied van de Griekse geest en de graalgeheimen, alles is vreedzaam verenigd en kunstzinnig gebundeld in de spirituele wijsheidsleer van de antroposofie.

T.K.Oesterreich

Bij het beoordelen van een geestesrichting, is het niet onbelangrijk om meer te weten over het leven van de oprichter. Dat is de reden waarom we een tijdgenoot van Steiner, die zich nauwer met zijn persoon en leer heeft beziggehouden, de gelegenheid geven voor een verduidelijkend woord. Het is niemand minder dan de godsdienstfilosoof prof. dr dr.Traugott Konstantin Oesterreich, die indertijd in Tübingen in de tijd van Steiner college gaf. In zijn bekende boek Der Okkultismus im modernen Weltbild(1921) (= Occultisme in het moderne wereldbeeld) schrijft hij:

“Rudolf Steiner in Stuttgart is vandaag de belangrijkste profeet van de Duitse theosofie[iii]. Hij is de zoon van een eenvoudige spoorwegmedewerker, ergens in Hongarije in 1861 geboren. Hij voelt zich nog steeds een proletariërszoon en ‘de proletarische mens’ schijnt hem de grootste historische werkelijkheid van nu, die de taak heeft de mensheid een stap omhoog te leiden. Ik heb hem ooit een lezing horen houden over zijn ideeën over hervormingen van de overheid: ‘Het drievoudig sociale organisme!’ Een grote donkere verschijning met een intellectuele gezichtsuitdrukking. Met een ongewoon grote stem sprak hij heel lang over een paar gedachten, ik weet het niet meer, twee of drie uur; hij schreeuwde eerder, alsof hij elke opkomende tegenspraak akoestiek onmogelijk wilde maken. De inhoud was opvallend eentonig, met verbazingwekkende onduidelijkheid.

R.J.L.Steiner (bron: Wikipedia)

Een echt hervormingsprogramma voor het Duitse revolutionaire hervormingsprogramma. Het raadsel hoe en waar hij op zijn volgelingen inwerkte, waarom honderden, duizenden hem aanhangen, waarom een heleboel vrouwen hem destijds van de ene plaats naar de andere nareisden, om hem altijd en overal weer te horen spreken, openbaart zich niet … “

Nog een ander citaat van Oesterreich: “Steiner maakte zich los van het denksysteem van de theosofie en drukte dit uit met de omzetting van de naam: antroposofie in plaats van theosofie … Tegelijkertijd drukt deze naamsverandering een lichte accentverschuiving van het religieuze naar het cognitief intellectuele …. (in de theosofie stond God nog op de een of andere manier in het middelpunt. De antroposofie streeft naar vergoddelijking van de mens zelf. red.) De mens  wordt meester van zijn karakter, zijn passies en op het hoogste niveau zelfs van zijn fysieke lichaam … Men herkent duidelijk de invloed van de oude Indiase theosofie, volgens welke de mens op het hoogste niveau meester wordt van zijn organische functies. Maar dat alles is nog niet het centrum van de nieuwe geheime leer. Het uiteindelijke doel is het bereiken van hogere kennis, de zogenaamde ‘helderziendheid’, het duidelijk waarnemen van alle diepten van de werkelijkheid. Alle mensen zijn in staat tot deze kennis, als ze alleen door voortdurende meditatie de hogere vermogens die in hen sluimeren, loslaten. Niets zou verborgen moeten blijven voor de ‘helderziendheid’.

Het is ronduit verbijsterend om te horen over de resultaten, waartoe de hogere geestelijke vermogens leiden die in de mens sluimeren en die in Steiner vermoedelijk wakker zijn geworden. We horen ongehoorde dingen over gebeurtenissen in het universum. Wat zijn alle prestaties van de geologie en verbazing tegenover de verhalen van de theosofen! Het verleden van het zonnestelsel en de aarde is hier volledig aan ons onthuld. We horen over nieuwe tijdperken die niemand kende. We leren hoe de mens zich ooit in het ‘Lemurische’ tijdperk op het continent tussen Australië en India heeft gevormd. Bovendien weet Steiner over krachtige geesteswezens die vóór de mensen  op aarde hebben gelopen. Hij kent hele culturen die bestonden vóór de geschiedenis van de mensheid. Alles wat Plato over Atlantis meldt, lijkt een onschuldig, sober verslag tegenover Steiners helderziende visioenen. Zelfs Helene Smiths[iv] martiale (= krijgshaftige) en ultramartiale visioenen verbleken. Daartussen verschijnen engelenfiguren, hogere geesten die in eerdere stadia van het zonnestelsel werkten. Zelfs een prehistorische “Christus” ontbreekt niet in de kosmische wedergeboorte, toen de aarde en de zon uiteengingen. Deze “Christus” of Zonnemens zou zeven grote leraren hebben grootgebracht, de leraren van het oude India. Maar dit oude India mag niet worden geïdentificeerd met het huidige geografische begrip India. Het moet ‘hoger’ en ‘prehistorisch’ geweest zijn. Tevergeefs vraag je, waarom het dan India heet.

Zelfs de latere ongebreidelde theosofische en kosmologische speculaties van Schelling zijn kinderspel vergeleken met Steiners verlichting’ … Steiners stijl van grandioos over alle waarschijnlijkheid heenstappen, het verschuiven van miljarden jaren, eeuwen en tijden is grotesk. Men kan de vraag stellen: Is Steiner psychisch ziek? De inhoud van veel van zijn geschriften is buitengewoon belastend.” Tot zover de verklaringen van Oesterreich.

Eén ding valt niet te ontkennen, dat de leer van Steiner duidelijk een occulte tendens laat zien. Uiteindelijk streeft zij op basis van humanistische structuren naar een supermensheid, die zich al aankondigde in de filosofie van Friedrich Nietzsche, waarvan het laatste goddeloze wereldsysteem doorschemert in zijn ‘Antichrist’.

In het licht van deze paar, beperkt tot de belangrijkste, bewijzen kan niet vergeten worden, dat we bij de antroposofie met een religieus-occulte filosofie te maken hebben, die deel uitmaakt van het verleidingsprincipe van de eindtijd. Het is slechts te betreuren en bijna onbegrijpelijk, dat vandaag de dag, en meer en meer, zelfs evangelische christenen niet de geest achter deze verblindende ideologie zien en zich zonder bedenkingen aan antroposofische artsen of het indrukwekkende onderwijs en schoolsysteem van Waldorfscholen toevertrouwen. Mensen die bij Jezus horen, moeten niet opvoeden en zich laten behandelen in de geest van Steiner. Laten we de eerste vermaning van de apostel Paulus in Kol 2: 8 onthouden:

Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus.

En het woord in Gal 1: 9:

Indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt!

Rudi Holzhauer
vertaling: Laura Vos

Holzhauer (1916-1989) was een ijverige, Duitse apologeet (= verdediger van het geloof) die niet alleen veel boeken, maar ook talrijke artikelen op zijn naam heeft staan. Zijn werk is doortrokken van het toetsen (1Joh 4: 1) en het ontmaskeren (Ef 5: 11). Hij heeft de gemeente, het Lichaam van de Heere Jezus, grote diensten bewezen. 

 

[i] Euritmie (Duits: Eurythmie, gr.: harmonische beweging of: mooie beweging) is een expressieve danskunst, die in het begin van de twintigste eeuw (circa 1908 – 1925) in Duitsland en Zwitserland in de kringen rond Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, ontstond (bron: Wikipedia).

[ii] Bioritmiek gaat ervan uit dat de mens niet op elk ogenblik in dezelfde mate de beschikking heeft over zijn vermogens en dat deze beschikbaarheid cyclisch verloopt zoals de meeste continue processen in de natuur (bron: Wikipedia).

[iii] Theosofie  (Grieks: “Theos” (θεος) goddelijk, “sophia“, wijsheid) is een metafysische religieuze filosofie die stelt dat alle religies pogingen van een goddelijke macht er zijn om de mensheid tot grotere perfectie te brengen. Daarom stelt de theosofie dat elke religie een deel van de waarheid in zich heeft. De naam theosofie dateert uit de derde eeuw van onze jaartelling en komt voor het eerst voor bij Ammonius Saccas en zijn leerlingen, die het theosofisch stelsel invoerden. De Russische esoterica Helena Blavatsky (1831-1891) heeft de term in het Westen weer bekendgemaakt (bron: Wikipedia).

[iv] Hélène Smith, was een beroemde Franse helderziende uit de tweede helft van de 19e eeuw, die claimde dat zij een reïncarnatie was van een hindoeprinses en Marie Antoinette. Ze beweerde ook, dat ze communiceerde met bewoners van Mars (Bron: Wikipedia)