Abraham en Sara tot eindelijk hun zoon werd geboren. Zo kwam Abraham ertoe, op advies van Sara, om een kind te verwekken bij haar slavin Hagar: Ismaël, dat betekent`God hoort’. God zag naar Hagar om en vijftien jaar later hoorde Hij naar Ismaël toen zijn moeder met hem naar de woestijn werd gestuurd.
Abrahams zonen: Ismaël en Isaäk (dl 1)
Abraham en Sara tot eindelijk hun zoon werd geboren. Zo kwam Abraham ertoe, op advies van Sara, om een kind te verwekken bij haar slavin Hagar: Ismaël, dat betekent`God hoort’. God zag naar Hagar om en vijftien jaar later hoorde Hij naar Ismaël toen zijn moeder met hem naar de woestijn werd gestuurd.
Tenslotte kreeg Sara toch een zoon. Zij had het bijna niet kunnen geloven en moest er om lachen: “Wie hiervan hoort, zal ook wel lachen!” Daarom noemden zij hun zoon Isaäk, dat betekent: hij lacht.
Als Isaäk een tiener is geworden, wordt Abraham door God beproefd. God draagt hem op om zijn enige zoon als brandoffer offeren op een berg in de verte, de berg Moria. Als ze de berg beklommen hebben, stelt Isaäk ineens de vraag: “Vader, waar is het offer?” Abraham antwoordt: “God zal zelf voor een lam zorgen, mijn zoon.” Dan verschijnt een engel die Abraham tegenhoudt. Ze vinden een ram en die wordt het offerdier in de plaats van Isaäk. Daarom noemt Abraham die plaats Moria, wat betekent: “De HERE zal voorzien.”
Ark van het verbond
In het heilige der heiligen stond de ark van het verbond. Dat was een houten kist die met goud was overtrokken.
Ark van het verbond (dl 1)
In het heilige der heiligen stond de ark van het verbond. Dat was een houten kist die met goud was overtrokken. Op die kist lag een verzoendeksel van massief goud en daarboven stonden twee engelenfiguren: troonengelen of cherubs. Die hielden als het ware de wacht over:
– de tien geboden in de ark
– de verzoening op het verzoendeksel
De ark heette ook wel: de troon van God. Op deze twee dingen: zijn geboden en zijn verzoening, is zijn troon gevestigd.
Apostolische gemeente deel 4
De eerste christenen kwamen uit minstens zestien verschillende landen maar vormden een hechte gemeenschap.
Apostolische gemeente (dl 4)
De eerste christenen kwamen uit minstens zestien verschillende landen maar vormden een hechte gemeenschap.
Er waren vier dingen kenmerkend voor deze eerste gemeente en deze gelden nog steeds:
1. Het onderwijs van de apostelen. In de brieven van de apostelen blijkt hoe de apostelen de gemeenten onderwezen toen Jezus was weggegaan. Voor hun onderwijs gebruikten zij het Oude Testament, de Bijbel dus.
2. De gemeenschap. Natuurlijk was hun gemeenschappelijk geloof het belangrijkste. Velen kwamen met vrijwillige gaven voor degenen die te weinig hadden. Samen delen was de praktische uitwerking van hun saamhorigheid.
3. Het breken van het brood, zie Avondmaal.
4. De gebeden. In het gebed stemt de gelovige zich af op God en leert hij welke dingen hij aan God mag vragen. Daarnaast is er dankzegging en aanbidding van God voor wie Hij is en voor wat Hij heeft gedaan, individueel en gezamenlijk.
Abrahams zonen: Ismaël en Isaäk
Abraham en Sara tot eindelijk hun zoon werd geboren. Zo kwam Abraham ertoe, op advies van Sara, om een kind te verwekken bij haar slavin Hagar: Ismaël, dat betekent`God hoort’. God zag naar Hagar om en vijftien jaar later hoorde Hij naar Ismaël toen zijn moeder met hem naar de woestijn werd gestuurd.
Abrahams zonen: Ismaël en Isaäk (dl 1)
Abraham en Sara tot eindelijk hun zoon werd geboren. Zo kwam Abraham ertoe, op advies van Sara, om een kind te verwekken bij haar slavin Hagar: Ismaël, dat betekent`God hoort’. God zag naar Hagar om en vijftien jaar later hoorde Hij naar Ismaël toen zijn moeder met hem naar de woestijn werd gestuurd.
Tenslotte kreeg Sara toch een zoon. Zij had het bijna niet kunnen geloven en moest er om lachen: “Wie hiervan hoort, zal ook wel lachen!” Daarom noemden zij hun zoon Isaäk, dat betekent: hij lacht.
Als Isaäk een tiener is geworden, wordt Abraham door God beproefd. God draagt hem op om zijn enige zoon als brandoffer offeren op een berg in de verte, de berg Moria. Als ze de berg beklommen hebben, stelt Isaäk ineens de vraag: “Vader, waar is het offer?” Abraham antwoordt: “God zal zelf voor een lam zorgen, mijn zoon.” Dan verschijnt een engel die Abraham tegenhoudt. Ze vinden een ram en die wordt het offerdier in de plaats van Isaäk. Daarom noemt Abraham die plaats Moria, wat betekent: “De HERE zal voorzien.”
Abram – door God geroepen
In Genesis 12 gebeurt er iets nieuws in de geschiedenis. Het gaat om een heel nieuw volk, Israël, dat zal voortkomen uit één man: Abraham, die toen nog Abram heette.Met Abram wilde God een volk op aarde brengen dat Hem kende.
Abram – door God geroepen (dl 1)
In Genesis 12 gebeurt er iets nieuws in de geschiedenis. Het gaat om een heel nieuw volk, Israël, dat zal voortkomen uit één man: Abraham, die toen nog Abram heette.Met Abram wilde God een volk op aarde brengen dat Hem kende. Zo zou iedereen op aarde herinnerd kunnen worden aan Gods bedoeling met de mensen. Maar dan moest hij wel weggaan uit zijn familie en uit zijn omgeving.
Eerst trok Abram met zijn vee vanuit Oer in het zuidoosten naar Haran in het noordwesten van Mesopotamie of Tweestromenland. Na het overlijden van zijn vader braken zij weer op voor de tweede etappe, totdat zij kwamen in het `Land van Belofte’, in Kanaän. Via Bethel reisde hij naar Hebron, om te gaan wonen bij de terebinten van Mamré. Het Nieuwe Testament vermeldt hierover: En zelfs toen hij in het land kwam dat God hem beloofd had, woonde hij in tenten als een vreemdeling, evenals Isaäk en Jakob, aan wie God dezelfde belofte deed.
Abram – Gods verbond
Toen Abram en Saraï al tien jaar in het beloofde land woonden, kwam God naar Abram toe en sloot een verbond met hem en met zijn nageslacht. Dat zou zo talrijk worden als de sterren aan de hemel en het zand langs de zee.
Abram – Gods verbond (dl 1)
Toen Abram en Saraï al tien jaar in het beloofde land woonden, kwam God naar Abram toe en sloot een verbond met hem en met zijn nageslacht. Dat zou zo talrijk worden als de sterren aan de hemel en het zand langs de zee. Het land waarin Abram als pelgrim woonde, zou hun vaderland worden. En door dat volk, Israël, zouden alle andere volken gezegend worden.
Bij het verbond hoorde ook een nieuwe naam. De nieuwe namen die God Abram en Saraï gaf leken wel een beetje op hun oude namen, maar ze sloegen vooral op de vele nakomelingen die uit hen zouden voortkomen:
Saraï: `Mijn vorstin’
Sara: `Vorstin (van volken)’
Adam en Eva
Adam en Eva waren de eerste mensen die God heeft geschapen. God vormde de mens uit aardstof, daarom heette hij Adam. Hij blies zijn adem of geest in hem en daardoor werd hij een levende ziel.
Adam en Eva (dl 1)
Adam en Eva waren de eerste mensen die God heeft geschapen.
God vormde de mens uit aardstof, daarom heette hij Adam. Hij blies zijn adem of geest in hem en daardoor werd hij een levende ziel. Daarom wordt hij ook wel `zoon van God’ genoemd, omdat hij de enige mens was die rechtstreeks door God werd gevormd. Hij is de vader (de eerste) van het hele menselijke geslacht.
Adam merkte dat hij niemand had die bij hem paste. Daarom schiep God Eva om als vrouw naast hem te staan. Het was Gods meesterplan om man en vrouw die van naturel heel verschillend zijn, bij elkaar te brengen. Samen komen zij meer tot hun recht dan alleen. Zie ook bij: De mens.
Advent deel 2
Advent is een Latijns woord dat betekent: KOMST. Meestal wordt het gebruikt voor verwachting, uitzien naar de komst van een belangrijk persoon.
Advent (dl 2)
Advent is een Latijns woord dat betekent: KOMST. Meestal wordt het gebruikt voor verwachting, uitzien naar de komst van een belangrijk persoon. Dan kwam er eerst een heraut die de komst van de koning kwam aankondigen en voorbereiden.
Toen de tijd was aangebroken dat Jezus geboren zou worden, zond God zijn engel Gabriël naar twee mensen:
– Zacharias, die de vader zou worden van Johannes de Doper.
– Maria, die de moeder zou worden van Jezus, de Verlosser.
Beiden konden nauwelijks geloven wat de engel tegen hen zei. Zacharias ontving een teken dat hij niet meer zou kunnen spreken tot de geboorte van Johannes.
Tegen Maria zei de engel: “Wees niet bang, want God heeft besloten u heel bijzonder te zegenen. U zult zwanger worden en een zoon krijgen, die u de naam Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn en ‘Zoon van de Allerhoogste God’ worden genoemd. God, de Here, zal Hem de troon van zijn voorvader David geven. Hij zal voor altijd over het volk Israël regeren en aan Zijn regering zal geen einde komen.”
Afgoden deel 3
In de tijd na Salomo staan de vreemde goden centraal. Steeds opnieuw lees je dat de Israëlieten de zegeningen van de HERE vergaten en de dienst van God inruilden voor de verering van beelden van hout en steeën.
Afgoden (dl 3)
In de tijd na Salomo staan de vreemde goden centraal. Steeds opnieuw lees je dat de Israëlieten de zegeningen van de HERE vergaten en de dienst van God inruilden voor de verering van beelden van hout en steeën. Die beelden hoorden bij een cultuur die grote aantrekkingskracht uitoefende: offerfeesten met priesters en priesteressen die alles voordeden wat God verboden had. De tabakscultuur was een natuurreligie die gepaard ging met paranormale verschijnselen, wichelarij (je leven laten bepalen door voortekens), magie (hekserij en toverij) en noem maar op. Maar het was ook een cultuur met veel maatschappelijk onrecht. Zowel tegen het één als tegen het ander protesteerden de profeten heftig.
Ambten of functies deel 4
Wanneer Paulus ergens een gemeente had gesticht, vertrok hij na enige tijd om ergens anders weer een nieuwe gemeente te stichten.
Ambten of functies (dl 4)
Wanneer Paulus ergens een gemeente had gesticht, vertrok hij na enige tijd om ergens anders weer een nieuwe gemeente te stichten. Een gemeente die hij achterliet, bleef krachtig doordat er mensen werden aangesteld die de nieuwe christenen leidden. Men spreekt ook wel van ambten of functies, die God aan de gemeente heeft gegeven. De Bijbel noemt er vijf: Herders en Leraars, Evangelisten, Apostelen en Profeten.
Antichrist deel 4
De Bijbel spreekt op twee manieren over ‘de antichrist’. Sommige vertalingen spreken over de zoon des verderfs, of de wetteloze. Het boek Openbaring spreekt over hem als ‘Het Beest’.
Antichrist (dl 4)
De Bijbel spreekt op twee manieren over ‘de antichrist’. Sommige vertalingen spreken over de zoon des verderfs, of de wetteloze. Het boek Openbaring spreekt over hem als ‘Het Beest’.
* Hij zal zich laten vereren in een tempel die eenmaal in Jeruzalem zal worden herbouwd.
* Zij zijn moeilijk te herkennen en hebben veel invloed in de christelijke gemeenten.
Het voorzetsel anti kan op twee manieren worden gebruikt. In het Grieks betekent het `tégen’ (makkelijk te herkennen, maar moeilijk te bestrijden), maar ook `in plaats van’. (nog wel te bestrijden, maar moeilijk te herkennen).