CYCLISCH DENKEN
CYCLISCH DENKEN
Het oosterse denken gaat uit van een ‘rad van de tijd’, waarin beschavingen opkomen, bloeien en verzinken. Op zichzelf is dit niets nieuws, de geschiedenis leert niet anders en ook de Bijbel leert, bijvoorbeeld in de boek Prediker en Daniël, dat de koninkrijken elkaar afwisselen. Typerend voor het oosterse en newagedenken is echter dat de cycli van de tijd ook de opkomst en ondergang der goden inhouden, wat de Grieken aanduidden met de term ‘aeon’ of aioon. Dit betekent dat een godsdienstig systeem slechts voldoet gedurende een bepaalde cyclus van de tijd, waarna de goden het veld moeten ruimen voor nieuwe goden en systemen.
Het newagedenken legt er de nadruk op dat dit ook geldt voor het christendom, dat eenmaal het jodendom is opgevolgd en thans het veld moet ruimen voor een nieuwe religie, die beter past in het tijdperk van Aquarius.
Het paradigma voor de mens die wil overleven, dient dan ook te veranderen van een lineair tijdbeeld, waarbij God boven de geschiedenis staat naar een cyclisch tijd beeld, waarbij de goden wisselen als een kleed.