DE INTEGRALE SCHOOL
Het onderwijs is een heel belangrijk terrein waarop het newagedenken zich richt. Dit denken maakt in het onderwijs een grote voortgang, omdat men hoopt dat de nieuwe generatie gemakkelijker te winnen is voor het nieuwe denken dan de generatie die nog door het onderwijs tot ‘Vissen-denken’ is geprogrammeerd. Men redeneert dan, dat de moeite om de jongeren het Aquarius-denken bij te brengen in geen verhouding staat tot de moeite die het kost om een huidige generatie hiertoe te ‘bekeren’. Vanuit het perspectief van new age kan dit doel op twee manieren worden bereikt:
- door het oprichten van echte ‘newagescholen’, waar ‘integraal’ onderwijs wordt gegeven, dat ’transpersonele doeleinden’ dient,
- door de uitstraling van het newagedenken naar alle bestaande scholen.
Marilyn Ferguson is één van de weinige newageauteurs die zich in breed verband met het onderwijs heeft beziggehouden. Zij doet dit vanuit het bekende patroon, dat veel mensen herkennen en daarom graag als waarheid verwelkomen: ‘de mensheid is ziek, dodelijk ziek, als gevolg van het ‘Vissen-denken’. Zij noemt dit de ‘pedogene ziekte’, naar analogie van de ‘iatrogene ziekte’, een ziekte die door de arts/verpleging wordt veroorzaakt. In het onderwijs zou dan de leraar als exponent van het ‘old age onderwijs’, de leerlingen onkundig houden van de echte werkelijkheid, door hen te programmeren en te conditioneren op de zichtbare werkelijkheid, die slechts illusie en schijn zou zijn. Op analoge wijze redeneert zij en velen doen dit met haar, dat het onderwijs de mensheid ziek maakt, omdat de mensen daardoor leren denken
- in delen in plaats van gehelen,
- in tegenstellingen in plaats van samenstellingen,
- in prestatie en concurrentie in plaats van relatienetwerken,
- als individuen in plaats van transpersoneel.
Kinderen leren nog steeds voor de ‘oude wereld’, om dit later op pijnlijke wijze weer af te leren. Waarom leren zij niet gelijk voor de ‘nieuwe wereld’? Het denken van de onderwijzers, de structuren van de scholen, zitten vastgeroest aan de oude paradigma’s! Zij weten niet beter en zij kunnen niet beter en intussen lijden allen: leraren, leerlingen en samenleving, aan de tekortkomingen van ‘het systeem’, waardoor mens en mensheid niet toekomt aan de zelfverwerkelijking.
Newageonderwijs is gericht op het tot stand brengen van een ‘nieuwe mens’, een mens die zijn gehele bewustzijn ontwikkelt en zich daarmee volledig ontplooit. In dit denken is opvoeding en onderwijs dus het helpen van de kinderen door een proces van evolutie, waarin de mensen tot nu toe zijn blijven steken, een transformatie van de ‘oude mens’ naar de ‘nieuwe mens’. De ‘oude mens’ is de mens die behoort tot het tijdperk van de ‘Vissen’: hij denkt in termen van absoluten, van tegenstellingen en aangezien niet alle mensen dezelfde normen en waarden hanteren, leidt dit noodzakelijkerwijs tot breuken en verdeeldheid.
De ‘nieuwe mens’ behoort tot het tijdperk van ‘Waterman’: hij denkt in termen van relaties, van syntheses en hij voelt zich als een ‘zendeling’ om de achtergebleven ‘oude mensen’ te helpen het oude achter zich te laten en het nieuwe tijdperk in te treden.
De ‘nieuwe mens’ is dan ook de mens die in staat is gebruik te maken van al zijn bewustzijns-niveaus en daardoor voluit kan functioneren in het nieuwe tijdperk van ‘Aquarius’. Soms wordt deze nieuwe mens verbonden aan een utopisch idealisme. Carl Rogers noemt in zijn boek ‘Der neue Mensch’ een aantal punten op die deze nieuwe mens kenmerken:
- openheid, zonder bedenkingen, voor alles wat innerlijk of uiterlijk nieuw of ongewoon is,
- authenticiteit en afzien van elke vorm van ‘huichelarij’, die bestaande waarden nog als ‘vlag’ wil handhaven,
- sceptisch tegenover wetenschap en techniek, in plaats hiervan stelt men liever een ‘wetenskunst’ en mystiek,
- verlangen naar heelheid en integratie/’holisme’ van alles wat hier ‘in apartheid’ wordt gedaan of gehouden,
- ‘nabijheid’ van mensen, zonder fratsen en gebruikmakend van alle vormen van communicatie, vooral ook de non-verbale,
- procesbewustzijn, bereid om te veranderen en veranderd te worden telkens als dat nodig is,
- betrokkenheid in de zin van een niet-oordelende vorm van empathie,
- welhaast mystieke verbondenheid met de natuur en het aanvaarden van de consequenties hiervan in een simpele levensstijl,
- afwijzen van ‘bureaucratische instituties’ en van het naleven van regels,
- gerichtheid op de innerlijke autoriteit, afkeer van uiterlijke autoriteit,
- afstandelijk ten opzichte van materiële zaken, geld, beloning, statussymbolen,
- heimwee naar het spirituele, naar een zin en doel in het leven die uitstijgt boven het individu.
Om het onderwijs in het Aquarius-tijdperk goed te begrijpen, is het nodig om te rade te gaan bij de moderne ‘ontdekkingen’ over het functioneren van onze hersenen. Ook hier leidt de bio-fysica tot conclusies die alle culturen ter wereld reeds kenden: de Atheense filosoof, de Japanse zenmeester, de mysticus Meister Eckardt, zij kenden allen de waarde van het intuïtieve denken, dat dan kennelijk in het westerse denken verloren is gegaan! De nieuwe theorie van de linker- en rechterhersenhelften verklaart veel van het ’ten dele kennen’, dat catastrofaal voor de wereld dreigt te worden, bijvoorbeeld door milieurampen, onbestuurbaarheid, wapenwedloop, groepsegoïsme, enzovoort. Deze theorie komt op het volgende neer:
Met de linkerhersenhelft leren wij rationeel te denken, materie te ordenen, informatie op te bergen en waarschijnlijkheden te berekenen. Hierbij gebruiken wij ons analytische vermogen, waardoor de wetenschap en techniek een enorme vlucht hebben kunnen nemen. Tegelijkertijd heeft dit geleid tot allerlei neveneffecten, die als ongerijmd en paradoxaal worden ervaren en in feite de ‘zegeningen’ van de welvaartsontwikkeling teniet doen. Dit komt, zo stelt men dan, omdat men geen acht geslagen heeft op de functie van de rechterhersenhelft, die synthetisch van aard is en het geheel overziet; zij weet de zaken in een context te plaatsen en kent de betekenis der dingen intuïtief, niet beredeneerd. Doordat zij niet gebonden is aan zekerheden, is zij in hoge mate creatief, open voor het onverwachte en ongedachte, nooit afgesloten voor groei in nieuwe dimensies.
Als gezegd wordt dat ons onderwijs ‘hersenvijandig’ is, wordt bedoeld, dat de kinderen leren denken in een paradigma dat grotendeels de linkerhersenhelft ontwikkelt en hen daarmee afsluit voor het intuïtieve en creatieve denken van de rechterhersenhelft. Dat laatste is slechts voorbehouden aan de kunstenaars, de mystici, de melancholici van onze tijd, die wij ter afwisseling kunnen bewonderen, maar niet volgen. Tussen deze beide hersenhelften wordt als het ware een klassenstrijd gevoerd, waarbij de linkerhersenen, gesteund door de structuren van onze culturen, de rechterhersenen onderdrukken en uitbuiten, hen hoogstens enkele keren per jaar ‘uitlaten’ als wij een museum of concert bezoeken, of een religieuze samenkomst bijwonen.
Holistisch onderwijs richt zich dan ook op het functioneren en ontwikkelen van beide hersenhelften. In het begin roept dat geweldige spanning en weerstand op, want binnen een bepaalde onderwijsduur gaat het oefenen van het ene, het ‘onnutte rechterdeel’, altijd ten koste van het ‘nuttige linkerdeel’. Althans, zo meent men en ook dat zou een uiting zijn van ‘links-hersen denken’! Een tweede bron van spanning en weerstand zijn de belangen van de bestaande onderwijsmodellen. In haar boek ‘De Aquarius-samenzwering’ noemt Marilyn Ferguson een aantal uitgangspunten op, die zij stelt tegenover ‘het nieuwe paradigma’:
Uitgangspunten van het oude paradigma:
- nadruk op de leerstof als eindprodukt,
- structuren liggen vast in programma ‘s
- leerlingen zijn in ‘hokjes’/klassen onderverdeeld,
- prestatie staat primair als basis voor evaluatie,
- nadruk ligt op de buitenwereld en het innerlijke moet zich aanpassen,
- nadruk op analytisch/lineair denken (linkerhersenhelft); wie dat niet kan wordt verwezen naar ‘speciaal onderwijs’,
- gaat uit van absolute waarden/normen, die dus voor alle mensen gelden,
- vertrouwt primair op theoretische, abstracte ‘boekenkennis’,
- onderwijs is proces van voorbereiding op deelneming aan de samenleving, grotendeels een zaak van ‘scholen’
- leraar draagt kennis over, éénrichtingsverkeer.
Uitgangspunten van het nieuwe paradigma:
- nadruk op het leren zelf als proces,
- structuren zijn open en flexibel,
- leerling maakt niet automatisch deel uit van een bepaalde (leeftijds)groep,
- primair staat gevoel van eigenwaarde als aanzet voor prestatie,
- innerlijke ervaring wordt beschouwd als context voor het leren,
- ‘integraal onderwijs’ met aandacht voor beide hersenhelften, waaronder holistische/intuïtieve technieken,
- richt zich op waarden/normen die de leerling voor zichzelf ontdekt en zinvol acht,
- vult theoretische/abstracte kennis aan met experiment en ervaring, zowel binnen als buiten de school,
- onderwijs als ‘permanente educatie’, als integratie met de samenleving, zijdelings in verband met scholen,
- leraar is tevens leerling, leert van studenten, tweerichtingsverkeer.
Deze opsomming geeft een nogal eenzijdig en vertekend beeld. Aan de ene kant wordt een karikatuur gegeven van de bestaande situatie als het ‘oude onderwijsparadigma’, anderzijds worden alle ‘goede zaken’ als het nieuwe leerparadigma op het conto geboekt van new age! Veel hiervan vinden wij terug in de onderwijsvernieuwing, zij worden allang in de praktijk gebracht op de Vrije (antroposofische) scholen, maar ook het onderwijs naar bijbels model kent tal van aspecten die hier als ‘nieuw’ worden aangediend! Het echte newageonderwijs heeft echter enkele uitgangspunten die veel duidelijker naar voren moeten komen, omdat deze toch nog ‘verborgen’ zijn, De belangrijkste kenmerken zijn dan ook:
- het monistische/holistische wereldbeeld,
- toepassen van occulte/esoterische principes.
Een integrale opvoeding vindt plaats volgens de principes van yoga en richt zich op de vijf voornaamste activiteiten van het menselijk wezen:
- lichamelijke opvoeding, waarbij het fysieke bewustzijn volledig wordt beheerst door methode, orde, discipline en werkwijze. Daarom omvat deze opvoeding, naast gymnastiek, ook de Hatha-yoga,
- vitale opvoeding, gericht op de ontwikkeling en het gebruik van de zintuigen en vervolgens op het toenemend bewust worden en leren beheersen van het karakter om uiteindelijk tot de transformatie ervan te komen,
- mentale opvoeding bereidt de mens op een hoger leven voor; hierbij worden de vermogens ontwikkeld tot concentratie, tot verruiming en tenslotte tot een volledige beheersing van de gedachten en volslagen onafhankelijkheid van elke invloed van buitenaf,
- psychische opvoeding richt zich op het ware levensmotief, het ontdekken waarom wij hier op aarde bestaan en het toewijden van het individu aan zijn ‘eeuwig beginsel’ door het ontdekken van zijn eigen weg of dharma,
- spirituele opvoeding heeft als eerste doel: een hogere verwerkelijking van de mens op aarde, waarbij alle egoïsme in het individu wordt afgeschaft.
Het tweede doel is de vlucht uit iedere aardse manifestatie en een terugkeer naar wat niet gemanifesteerd is: hierbij wordt de ego (het individu!) zelf afgeschaft.
Wezenlijk bij newageonderwijs is haar transpersonele karakter, dat gericht is op de transcendente vermogens van mensen. Het transpersonele onderwijs is te vergelijken met de holistische geneeskunde en dit maakt dit onderwijs, net als deze geneeskunde, geheel verschillend van al het bestaande:
“In het transpersonele onderwijs spoort men de leerling aan om alert en autonoom te zijn, een kritische instelling te hebben, alle hoeken en gaten van de bewuste ervaring te onderzoeken, te zoeken naar de zin der dingen, tot het uiterste te gaan en de grenzen en diepten van het eigen ik te bepalen.”
Dit onderwijs stelt dus het kind en zijn ervaring centraal, zoals ook het humanistisch denken dat doet. Het verschil is dat transpersoneel onderwijs uitgaat van een ‘hogere werkelijkheid’, die de zin en bestemming vormt van het individu. Transpersoneelonderwijs leert de kinderen zelf deze werkelijkheid te verkennen en hierin op te gaan. De zogenaamde objectieve werkelijkheid bestaat niet echt, maar wordt door iedereen subjectief beleefd; alles wat wij ‘objectief noemen, alle vaststaande waarden’ zijn slechts een illusie. Het christendom is een godsdienst die voor veel mensen een benadering gaf van de ‘hogere werkelijkheid’, maar die thans achterhaald is, omdat haar dogma’s de ‘subjectieve werkelijkheid’ van kerkvaders en theologen aan anderen opleggen! Die worden daarmee verhinderd om hun eigen dharma te vinden en vinden daardoor hun eigen weg of pad juist niet, vandaar dus alle frustraties en stress! In het harnas van Saul kan David Goliath nooit verslaan, hij moet vrij zijn om zijn eigen ‘pad’ te gaan.
De leerprocessen bij new age maken gebruik van geheel nieuwe vormen van leren: vormen die vroeger naar de fabels en sprookjes werden verwezen. ‘Leren’ is hierbij niet langer een proces van inspanning, van bewuste concentratie, maar juist een proces van ontspanning onder invloed van magische praktijken. Men kan zich hiervoor bewust openstellen en onder invloed van ‘de juiste leertechniek’ tot verbazingwekkende prestaties komen: men trekt dan als het ware ‘kennis’ of ‘succes’ naar zich toe. Angstwekkender is dat deze leerprocessen ook die mensen kunnen beïnvloeden, die niets met new age te maken (willen) hebben, eenvoudig doordat de aandacht op hen wordt gericht.
Hoe staat de Bijbel tegenover integraal onderwijs?
Het woord ‘onderwijs’ is op zichzelf heel bijbels, in die zin dat het een heel joodse oorsprong heeft. Het betekent namelijk ‘onder-wijzing’, de letterlijke vertaling van het Duitse ‘unter-Weisung’, dat wil dus zeggen het brengen van de wereld en al haar fenomenen onder de ‘duiding’ van God, het interpreteren van de wereld vanuit Zijn Woord. Het resultaat is een generatie mensen die ‘onderwezen’ zijn in de wijsheid en de kennis van God, wat alleen mogelijk is vanuit de ‘vreze des Heren’ (zie Job 28:28, Psalm 111:10, Spreuken 1:7 en 9:10). Beter dan het bestrijden van oude en nieuwe paradigma’s is het aangeven van een bijbels onderwijskundig denkkader (om het woord ‘bijbels paradigma’ te vermijden). Dan zal blijken dat new age eigenlijk een persiflage is van bijbels denken, bijvoorbeeld als het de nadruk legt op de ‘leraar van binnen’.
De term integraal onderwijs als zodanig is in de Bijbel onbekend, maar de Bijbel gaat er wel vanuit, omdat deze uitgaat van de totale mens! De bekendste passages over opvoeding en onderwijs zijn wel Deuteronomium 6, waar verstandelijk kennen, met het hart aanhangen en met de daad volbrengen nauw met elkaar samenhangen. Ditzelfde vinden wij ook in Paulus’ brief aan Timotheüs, waar “de heilige schriften wijs kunnen maken tot zaligheid, maar ook nuttig zijn om de onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust” (2 Timotheüs 3:15-17).
De Bijbel alleen is voldoende om een antwoord te geven op alle eenzijdigheid, waarin het onderwijs, gebaseerd op een gereduceerde mensvisie, geslachten lang kinderen heeft gevormd. Een studie van het onderwijs vanuit de Bijbel en van het mensbeeld waarvan men uitgaat, kan ook helpen om het valse te zien van de tegenstelling die door new agers wordt gesteld en om een bijbels normatieve pedagogiek te verwoorden, die uitgaat van het Hebreeuwse denken. Dit denken kent een eenheid van leer en leven, bijvoorbeeld bij de rabbi’s, die wezenlijk is voor de joods-christelijke traditie en tal van karikaturen kan wegnemen en voorkómen: in die zin is bijbels onderwijs ‘integraal onderwijs’.