De new age pedagogiek

Prof. dr. Franzke, hoogleraar Pedagogiek aan de universiteit van Hannover, heeft een uitgebreid document over de newage-pedagogiek samengesteld. Hoewel er zaken zijn die op de Duitse situatie betrekking hebben, is het voor ons van belang om de achtergronden te weten. Een gedeelte is overgenomen

“Leerplan van new age” – antichristelijke trends van de newage-pedagogiek

De nieuwe pedagogiek, die zich in de betreffende literatuur en in de overeenkomstige vaktijdschriften, aan de universiteiten en nu ook in de scholen doet gelden, wil

  • de autoriteit van ouders en leerkrachten ondermijnen,
  • de kinderen doen wennen aan vormen van ontucht,
  • op de kinderen een antichristelijk geloof overbrengen,
  • de kinderen hypnotiseren,
  • de kinderen onderwerpen aan een “therapie” en hen psychisch manipuleren,
  • de kinderen ideologieën opdringen en ze wil
  • ontwikkelingsniveau door nieuwe onderwijsmethodes verlagen.

1. De newage-pedagogiek is antipedagogisch en antiautoritair.

a) De newage-pedagogiek is antipedagogisch: ze wil de kinderen niet (meer) opvoeden, zeker niet naar christelijke maatstaven. Volgens deze moderne pedagogiek moeten de kinderen zich zo vrij en onafhankelijk mogelijk ontwikkelen en zichzelf verwezenlijken. De kinderen moeten doen en laten, wat ze willen. Het motto van de nieuwe pedagogiek lijkt op het motto van de heksen, magiërs en neosatanisten. Daar zeggen ze: “Doe maar, wat je wilt!”

De newage-pedagogiek is antiautoritair georiënteerd: ze wil de traditionele en door God gewilde autoriteitsrelaties tussen mensen ondermijnen en verwoesten. Ze wil vermeende “autoritaire relaties” vervangen door (pseudo-)democratische, partnerschappelijke en anarchische toestanden, vooral in gezin en school. Overal moeten kinderen en tieners meepraten, ja zelfs meebepalen over zaken, die hen zelf betreffen (of zaken in het algemeen). Het uiteindelijke doel van emancipatorische pedagogiek werd door de liedjesmaker Herbert Grönemeyer als volgt bezongen: “Kinderen (moeten) aan de macht!”

In het gezin moeten de kinderen weigeren hun ouders gehoorzaam te zijn en in de scholen werd het als autoritair uitgekreten frontale onderwijs vervangen door nieuwe onderwijsmethodes, die de leraren (en leraressen) degraderen tot “leeradviseurs” met weinig autoriteit en van de leerlingen verlangen, dat ze zich de leerstof in grote lijnen zelfstandig bijbrengen.

b) Gelovige christenen kunnen de antiautoritaire pedagogiek en de gedwongen emancipatie van de kinderen nooit accepteren. Deze pedagogiek is in strijd met het christelijk geloof en Gods Woord. De door God gewilde ordening is hiërarchisch met God in het middelpunt: Boven alles uit staat Gods Woord, Jezus Christus, Gods Zoon, Hij is het hoofd van de christelijke gemeente, van de gelovigen, de man is het hoofd van het gezin en de ouders behoren autoriteit te hebben over hun kinderen.

Gods Woord eist juist het tegenovergestelde van de antiautoritaire pedagogiek. In de Bijbel staat: Doe, wat God wil en niet: Doe maar, wat je (zelf) wilt; ZIJN (en niet mijn) wil geschiede. Zo staat het in het Onze Vader. Volgens Bijbelse opvatting behoren de mensen Gods aanwijzingen en geboden te volgen en niet doen en laten, wat ze willen; gelovige christenen en navolgers van de Here Jezus behoren zich zelf te verloochenen en niet zichzelf te verwezenlijken.

Volgens Bijbelse opvatting moeten de kinderen hun ouders en leerkrachten hun werkgevers en de burgers hun regering respecteren. Ongehoorzaamheid is niet in overeenstemming met de aard van het christelijk geloof. Er is één uitzondering: als menselijke eisen en eisen van de staat in strijd zijn met Gods geboden, dan moeten we God meer gehoorzamen dan de mensen (Hand. 5:29).

De kinderen moeten gehoorzaam zijn aan Gods geboden en Gods vertegenwoordigers op aarde, ouders en leerkrachten. In het vierde gebod staat: “Eer uw vader en uw moeder.” Er staat niet: ‘Kritiseer uw vader en moeder en wees opstandig tegen hen.’ Het allerbelangrijkste doel van een christelijk georiënteerde opvoeding is daarom: Eerbied voor God, ouders, ouderen en leerkrachten! Zijn de scholen niet ver daarvan verwijderd, hoewel in tal van grondwetten nog steeds de “eerbied voor God” de hoogste prioriteit heeft?

2) De newage-pedagogiekwil de kinderen doen wennen aan vormen van ontucht.

a) De newage-pedagogiek wil de kinderen verleiden tot diverse vormen van ontucht. Onder het voorwendsel van seksuele voorlichting wil ze gewilde taboes, remmingen en schaamtegevoelens verwoesten en de kinderen zo vroeg mogelijk verseksualiseren, seksueel stimuleren en heenleiden naar voorechtelijke, buitenechtelijke en tegennatuurlijke levens- en seksuele vormen.

Deze doeleinden worden niet alleen gediend door de veelal schaamteloze inhouden en methodes van de seksuele voorlichting, maar ook door diverse stilteoefeningen en fantasiereizen, door zogenoemde waarnemingsoefeningen, door bewegingsspelen, groepsmassage en dergelijke.

b) Gelovige christenen kunnen de (gedwongen) verseksualisering van hun kinderen nooit accepteren. Die vorm van “opvoeding” is in strijd met het christelijk geloof en Gods Woord. Volgens Bijbelse opvatting behoort de seksualiteit uitsluitend thuis, in het huwelijk en de seksuele voorlichting in het gezin. Gehoorzaam aan Gods Woord moeten gelovige christenen hun kinderen verre houden van elke vorm van ontucht. De Bijbel zegt: ‘Van allerlei onreinheid mag onder u zelfs geen sprake zijn (Ef 5:3).’ En: ‘Hoereerders zullen het koninkrijk Gods niet beërven (1 Cor 6:10)!’

De door de newage-pedagogiek nagestreefde verseksualisering van onze kinderen is in hoge mate immoreel, ze is huwelijks- en gezinsvijandig en ze verkracht tere kinderzielen. Ze verwoest de basis van elke samenleving: het gezin, de staat en de sociale stelsels (pensioen enz.).

3. De newage-pedagogiek wil op de kinderen een antichristelijk geloof overbrengen.

a) De newage-pedagogiek is qua wereldbeschouwing en religie niet neutraal, zoals de grondwet voorschrijft. Integendeel, ze wil de kinderen religieus indoctrineren en missioneren. Ze wil de kinderen van het christelijk geloof en Gods Woord verre houden en hen inleiden in de religieuze en pseudoreligieuze leringen en praktijken van het Verre Oosten, van de heksen, magiërs en sjamanen. Tot het spirituele en (pseudo-)religieuze leerprogram van de newage-pedagogiek behoren vooral

q bijzondere ontspannings- en ademtechnieken,

q visualiseringsoefeningen en fantasiereizen,

q concentratie- en stilteoefeningen,

q mandalatekenen,

q meditatie en yoga, tai chi en qi gong,

q vechtsport uit het Verre Oosten en feng shui,

q pendelen en glaasje draaien,

q kinesiologie en braingym,

q superlearning en suggestopedie,

q interactie rond een bepaald thema en neurolinguistisch programmeren,

q diverse rollenspelen en groepsdynamische praktijken enz. enz.

Het spirituele en pseudoreligieuze leerprogram van de newage-pedagogiek is ondertussen te vinden in veel leerplannen voor het basisonderwijs, maar ook in bijna alle bewegings-, gezondheids-, verslavings- en geweldpreventieprogramma’s. Onder het voorwendsel van bevordering van beweging en gezondheid, verslavings- en/of geweldpreventie moeten de kinderen telkens weer en vooral ontspannen, ademen, visualiseren en “in de fantasie” leren reizen!

b) Gelovige christenen kunnen die praktijken nooit accepteren. Genoemde praktijken zijn in strijd met het christelijk geloof en Gods Woord. Het is aantoonbaar, dat genoemde praktijken basiselementen en basistechnieken zijn van buitenchristelijke en pseudoreligies, waar gelovigen van gebruik maken, als ze met hun goden en godinnen contact willen opnemen. Na enige oefening voeren genoemde praktijken (zie boven) tot een tranceachtige bewustzijnstoestand, die de deur opent tot spirituele (geestelijke) werelden en machten, de deur tot de wereld der geesten, geestwezens en leidende geesten (tot de wereld van de “spirits”). Ze komen uit de religies van het Verre Oosten, uit het esoterische, uit de magie, uit de hekserij en sjamanisme. Zoals de betreffende literatuur laat zien, zijn die praktijken niet ongevaarlijk. Ze kunnen schade toebrengen aan het fysiek, psychisch en geestelijk welzijn van onze kinderen. Ze kunnen ziek maken en de geest in verwarring brengen.

Voor opvoeding en onderwijs tenslotte Ef. 3:11 en 12: ‘Neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer., want het is zelfs schandelijk om te noemen, wat door hen wordt verricht.’

Prof. dr. Reinhard Franzke

Vertaald door Heinz Volkert