FEMINISME

De emancipatie, het feminisme en de vrouwenbeweging zijn alle onderdeel van een belangrijke antichristelijke stroming, die zijn oorsprong vindt in het humanisme van de Franse en Russische revoluties. Zij passen geheel in de newagebeweging, omdat zij zich richten tegen de verkeerde en zondige uitingen van een man-gedomineerde maatschappij. Maar bij new age worden deze zondige uitingen rechtstreeks verbonden aan de grondslag van de samenleving, ja zelfs aan het wezen van het christendom. Zo stelt Marilyn Ferguson, die new age populair heeft gemaakt, dat “we na een donker, gewelddadig tijdperk (dat van de ‘Vissen’, het christelijke tijdperk!), nu een millennium van liefde en licht binnentreden, het tijdperk van ‘Aquarius’, de ware vrijmaking van de geest”. De term emancipatie betekent letterlijk: ‘uit de hand lopen’. Met ‘ex-mane’ gaven de Romeinen aan dat de zoon niet langer stond onder de macht van de vader, die hem niet langer ‘in de hand’ hield. Thans wordt het begrip gehanteerd voor de vrouw, die zich ontworstelt aan de greep van de man.

Typische kenmerken van de emancipatie van de vrouw zijn:
1. de vrouw moet haar eigen vrijheid bewerken,
2. de emancipatie is een maatschappelijk goed, dat niet mag worden tegengehouden door de reacties van orthodox-christelijke zijde,
3. de moderne vrouw wil zich bevrijden van de knellende banden van God en Zijn wetten.

Hiermee wordt de moderne emancipatie tot een wapen van new age om tal van mensen, ook uit de ‘behoudende sector van moederschap en gezin’, te brengen in het grensbereik van ‘Aquarius’. Zo noemt Mary Daly vrouwen ‘de dragers van de nieuwe wereld’.

Het feminisme is heel duidelijk herkenbaar als newagestroming. Uitgaande van de behoeften van de vrouw, streeft zij een fundamentele verandering van de maatschappelijke normen na, zoals de traditionele ‘rolverdeling’ tussen man en vrouwen de economische on)zelfstandigheid van de gehuwde vrouw. De feministische theologie brengt de mensen af van de traditioneel mannelijke exegese van de Bijbel en voorstelling van God, met name door de nadruk op een nieuwe spiritualiteit en een moderne versie van de oude Moedergodin, om daarmee het ‘vrouwenbewustzijn’ te bevorderen. Zo wordt wel gesteld (en nauwelijks weersproken):

“Het is zinloos om zich God als moeder voor te stellen of te noemen, als de mensheid zich daarbij een Jahweh in een rok voor ogen stelt. Wij moeten allereerst gaan begrijpen wie ZIJ is: ZIJ is niet in de hemel, ZIJ is de aarde. Hier is HAAR manifestatie in het oudste scheppingsverhaal van de westerse cultuur: de mythe van Gaia.”

De vrouwenbeweging is te zien als de ‘uitvoerende macht’ waarmee een van de grote antichristelijke stromingen van newage zich manifesteren. Marilyn Ferguson stelt dan ook dat “de macht van de vrouw de krachtbron is van onze tijd”. Wie de werkelijke geest achter de vrouwenbeweging is, wordt duidelijk uit het volgende citaat van Mary Daly: “Omdat de vrouwenbeweging een kracht achter zich bergt, die boven het onderdrukkende christocentrisme uitgaat, verwijst ze inderdaad naar de eerste, alomtegenwoordige en laatste antichrist. Ze wil zelf die antichrist zijn.”

Eigenlijk is het feminisme onderdeel van een veel groter geheel, waarover echter nog maar weinig newageliteratuur bestaat. Dat grote geheel is de scheppingsorde die door God is ingesteld en die onder meer tot uitdrukking komt in de geslachtelijkheid van man en vrouw en hun onderlinge relatie of verband.

Al deze zaken, die bij de schepping door God zijn ingesteld en die sedert de schepping met het verstand worden doorzien, worden nu beschouwd als remmende factoren op de emancipatie van de mens en de verdere evolutie van de samenleving. Het feminisme is één van deze emancipatiebewegingen, die veel verder gaan dan het herstellen van verstarde en karikaturale verhoudingen tussen man en vrouw. De nadruk valt hierbij sterk op het esoterische, zoals het terugkeren tot de Moedergodin, ook wel Gaia, Erda of Moeder aarde geheten. Het doel van het feminisme is de volledige transformatie van de samenleving.

Zoals eerder is uiteengezet, bestaat deze transformatie uit een viertal fasen en het feminisme leent zich ertoe om deze fasen hierop toe te passen:

q In fase 1 (‘Instappen’) worden alle oude begrippen en voorstellingen tot wankelen gebracht. Hieronder valt met name het begrip emancipatie, omdat hiermee ook veel karikaturen worden aangetast waardoor veel mensen voor deze beweging open komen te staan en daarmee worden geconditioneerd om verder te gaan.

q In fase 2 (‘Vorsing’) wordt uitvoering gegeven aan het overboord zetten van de oude schema’s. Dit gebeurt met name in trainingscursussen zoals de VOS-cursussen (Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving). Deze Vorsing weekt de vrouwen los uit oude patronen, wat dikwijls conflikt en spanningen teweegbrengt, zoals echtscheiding en jeugdproblemen. Anderzijds worden hierbij nieuwe begrippen aangeleerd, waardoor de vrouwen worden ingeleid in het grens bereik van ‘Aquarius’. Zulke begrippen zijn bijvoorbeeld androgynie, hekserij en matriarchaat.

q In fase 3 (‘Integratie’) stelt men zich gaandeweg open voor de ‘nieuwe waarden’ en waarbij oosters mystieke bijeenkomsten een grote rol spelen. Te denken is hierbij aan allerlei trainingen, zoals psychosynthese, bioënergetica, zenmeditatie en yoga, waardoor de nieuwe begrippen diep worden ingeplant in de menselijke geest. Deze worden daarmee tot een onomkeerbaar proces. Dat alles behoort tot het eigenlijke feminisme.

q In fase 4 (‘Samenzwering’) gaat het aldus gevormde ‘nieuwe bewustzijn’ zich maatschappelijk manifesteren. Hieronder valt de vrouwenbeweging, als politieke arm van het feminisme, die ook de kracht is achter de Emancipatieraad. Deze ‘Samenzwering’ richt het hele beleid, met name dat van de overheid, op het realiseren van de doelstelling, namelijk het teweegbrengen van een algehele transformatie van de samenleving. Dan is er ook geen ruimte meer voor andersdenkenden, maar wordt het feminisme tot overheidsideologie verheven.

Het feminisme gaat zelfs verder dan de zelfvergoddelijking, als men stelt, dat de vrouw in principe zonder zonde is en daarmee tevens de garantie is voor de voortschrijdende openbaring. Aan de mens/de vrouw worden daarbij intrinsieke goddelijke krachten toegeschreven (de Godin-beweging), wat niet anders is dan een moderne variant op het aloude streven van de mens om zichzelf tot God te verheffen. In het christelijk geloof bevrijdt God hem (en haar!) van deze waan en van zijn/haar schuld voor God en heiligt hem/haar tot een gehoorzaam navolgen.

De Schrift kent geen Matriarchaat, maar een Patriarchaat, wat ook de bescherming biedt tegen de invloed van boze machten van buiten, die het matriarchaat niet biedt. Dat de ‘mannen-heerschappij’ kan leiden tot uitwassen wordt niet ontkend: dat wordt ook door de profeten bestreden, zoals Hosea, Amos en Micha. De tegenwoordige nadruk op matriarchaal bewustzijn is geen ‘gezonde reactie’ op patriarchaal bewustzijn, maar zet de deur open naar primitief heidendom, zoals in de Godin-beweging.

Het patriarchaat, op de wijze waarop de Bijbel dat leert, bepaalt ook de gezonde verhoudingen van ouders ten opzichte van de kinderen, zoals gezag en sanctie in de opvoeding. Het wegvallen van ouderlijk gezag leidt tot gebrek aan discipline en mensen die geen discipline kennen zijn gauw ontevreden en teleurgesteld. Dit kan leiden tot agressie en zelfs tot zelfmoord, maar ook tot de groei van de sekten, omdat men in de sekteleider het gezag en de leiding tegenkomt die men thuis heeft gemist.