OPTIMISTISCHE TOEKOMSTBESCHOUWING

OPTIMISTISCHE TOEKOMSTBESCHOUWING

Wat een toekomst
Er heerst onder newagers een groot optimisme over de toekomst. De mens heeft de grootse taak om de kosmos verder te leiden en de evolutie in eigen handen te nemen in plaats van het, zoals tot nu toe, aan de natuur over te laten. Als het kosmisch bewustzijn van ieder van ons maar snel genoeg groeit, kan er een grote ommekeer komen. Men verwacht dat een Nieuw Tijdperk uit de as van de oude westerse wereld zal verrijzen. Als ieder maar erkent dat de messias binnenin ons is dan zal dat ons allen naar een schitterende toekomst leiden. Dit is een perversie van de christelijke toekomstverwachting.

Nu het Watermantijdperk is ingetreden, denkt men, zullen we een tijdperk krijgen van toenemende harmonie en een groeiend bewustzijn. De ontdekkingen in de wetenschap zullen eerder versnellen dan afnemen. Er zijn visioenen over die schone toekomst. Zo bijv. de helderziende Gerard Croiset (1909 – 1981): “Er zal worden uitgevonden dat energie uit de lucht kan worden verkregen. Dan hoeft men elkaar niet meer te vermoorden om de olievelden. Multinationals zijn de voorlopers van wat komen gaat. In de toekomst hebben we wel bezit, maar ieder mens heeft een aandeel in het geheel.” Of een ander, de Engelsman Ronald Beesley (1903 – 1979) in zijn boek ‘Visioenen van het Aquarius-tijdperk’: “Het Aquariustijdperk zal ons dwingen één wereldfamilie te worden. Met een wereldregering en een wereldmuntsoort. We moeten wereldburgers worden, willen we overleven. Onze gaven gebruiken om een nieuwe wereld te scheppen, een beter milieu, een gezondere samenleving.”

Bijbelse afweging
We zien, dat ook ongemerkt hier en daar het denken over een nieuwe tijd met een nieuwe aarde het christelijke denken heeft beïnvloed. Het is onjuist (fundamentalistisch), wordt er wel gezegd, om te menen dat het met deze wereld naar de ondergang gaat, dat hij brandend zal vergaan. We kunnen hier ook denken aan de leuze van het Conciliair Proces indertijd: de heelheid van de schepping, wat suggereert dat wij de schepping kunnen herstellen.

Het is onjuist, zegt men, om te menen dat er van de kerk, door de verdrukking en vervolging, maar een kleine rest zal overblijven. Integendeel: het licht zal de duisternis overwinnen. Christus is vleesgeworden, geïncarneerd, in de kerk, de kerk heeft nu de taak om het koninkrijk van God te vestigen, om alles klaar te maken zodat Christus kan terugkomen. Daarom ligt nu de nadruk op de verantwoordelijkheid van de kerk om de maatschappij en de planeet onder haar beslag te krijgen, te christianiseren en de Mozaïsche wetten voor iedereen te laten gelden. Er zal dan ook de grootste opwekking van de geschiedenis komen (wat trouwens in allerlei profetieën al voor allerlei jaren die al voorbij zijn, is voorzegd voor Europa, respectievelijk Nederland). Nu zijn evangelicalen wakker geworden voor een wereld waarin zij macht, aanzien en vermogen hebben om die maatschappij te veranderen.

Krachtevangelisatie is volgens sommigen nodig om die grote opwekking tot stand te brengen. Krachtevangelisatie wil zeggen: een prediken van het evangelie door de kracht van wonderen en tekenen. Dat geeft dan een heerlijke basis voor het geloof.

‘We moeten er naar streven,’ zei men in de jaren voor 2000, ‘om voor het jaar 2000 zoveel mogelijk van alle nog onbereikte volkeren met het evangelie in aanraking te brengen.’ Sommigen zeiden zelfs, alle volkeren, om zo Christus in 2000 een verjaarscadeau aan te kunnen bieden. Dan kan Hij ook terugkomen. En nu?